Vereffening en verdeling
Les 0 – praktische informatie
Zie ppt
Les 1 – Inleiding
I. Begrippen en terminologie
Wat is een vereffening en verdeling?
V&V = het geheel van juridische verrichtingen die ertoe leiden dat een
onverdeeldheid wordt beëindigd.
Een toestand waarbij verschillende personen (= de deelgenoten) op
hetzelfde ogenblik op een of meer goederen titularis zijn van rechten van
dezelfde aard.
Het doel van het vak V&V is om een einde te gaan maken aan de onverdeeldheden.
Soorten onverdeeldheden:
o Onverdeeldheid in volle eigendom
o Onverdeeldheid in blote eigendom
o Onverdeeldheid in vruchtgebruik
o Onverdeeldheid tussen vruchtgebruiker en naakte eigenaar? NEE
In het Belgisch recht bestaat er vaak een confrontatie met een
samenloopsituatie tussen een vruchtgebruiker en een naakte eigenaar. Dit is
omdat het erfrecht van de langstlevende echtgenoot nog altijd als dusdanig is
vormgegeven. De langstlevende echtgenoot heeft in de meeste
samenloopsituaties een vruchtgebruik om bepaalde vermogensbestanddelen
van de erflater. De afstammelingen hebben dan doorgaans een naakte
eigendom op die vermogensbestanddelen. Zitten de vruchtgebruiker en de
naakte eigenaar in een onverdeeldheid? Nee, omdat het gaat om rechten van
verschillende aard en niet om rechten van dezelfde aard. Ze zitten dus in een
samenloopsituatie, maar niet in een onverdeeldheid.
1
,De onverdeeldheden kunnen ook nog worden onderverdeeld op basis van een ander
criterium:
o Toevallige (of gewone) onverdeeldheid/mede-eigendom
Deze onverdeeldheid is niet gewenst en niet georganiseerd. Het
ontstaat ineens/toevallig (art. 3.69 – 3.75 BW). Voorbeelden: een
overlijden. Een overlijden is doorgaans niet gewenst en naar aanleiding
van dit overlijden valt de nalatenschap open waardoor er een
erfrechtelijke onverdeeldheid ontstaat.
o Vrijwillige (of conventionele) onverdeeldheid/mede-eigendom
Deze onverdeeldheid is wel gewenst en georganiseerd. Het gaat om
twee of meerdere personen die vrijwillig beslissen om een
onverdeeldheid tussen hen tot stand te brengen. Dit wordt beheerst
door het principe van de wilsautonomie, met name door wat de
deelgenoten hebben afgesproken (art. 3.76 – 3.77 BW).
o Gedwongen (of verplichte) onverdeeldheid/mede-eigendom
Meest gekend voorbeeld: appartementsmede-eigendom bv. lift, gang.
Er wordt een onverdeeldheid gecreëerd, gekoppeld aan zaken die
accessoir noodzakelijk of nuttig zijn voor het gebruik of de exploitatie
van onroerende goederen (hoofdzaken – diegene die men in
hoofdeigendom heeft) die aan verschillende deelgenoten toebehoren
(art. 3.78 – 3.83 BW).
Deze 3 types van onverdeeldheid worden gedefinieerd in Boek 3 Nieuw BW.
Welke regels zijn van toepassing op de toevallige onverdeeldheden?
o Artikel 4.66 BW (wordt herhaald in art. 3.75 BW en terug te vinden in
voormalig art. 815 BW).
Het principe (eerste lid): niemand kan worden gedwongen om in
dergelijke onverdeeldheid te blijven. De verdeling van die
onverdeeldheid kan ten alle tijde worden gevorderd, niettegenstaande
enig andersluidend beding.
Uitzondering (tweede lid): de onverdeeldheid kan echter
conventioneel worden uitgesteld, maar slechts voor een
maximumtermijn van 5 jaar en weliswaar hernieuwbaar.
Dit principe schuift naar voor dat als je geconfronteerd wordt met een
toevallige onverdeeldheid en je bent hier ongewenst/ongewild deelgenoot
in, dan zal je hier kunnen uitstappen.
Een erfrechtelijke onverdeeldheid is zo’n toevallige onverdeeldheid
waarbij men uit moet kunne stoppen. Je kan niet gedwongen worden om in
dergelijke onverdeeldheid te blijven zitten.
2
, o Artikel 3.69 e.v. BW (voormalig art. 557-2 oud BW): dit zijn de regels die de
toevallige onverdeeldheid gaan organiseren.
Met welke onverdeeldheden worden we in het familiaalvermogensrecht
geconfronteerd?
o Na echtscheiding bij de ontbinding van het huwelijksstelsel waar er bv. voor
gemeenschap gekozen was. Deze gemeenschap wordt dan omgevormd tot
een postcommunautaire onverdeeldheid.
o Na wijziging van het huwelijksstelsel. Je conventioneel het huwelijksstelsel
gaan wijzigen, maar je kan ook gerechtelijk verplicht worden om het
huwelijksstelsel te wijzigen: stelsel met gemeenschap naar stelsel zonder
gemeenschap (= scheiding van goederen).
o Na overlijden: openvallen van de nalatenschap (erfenis)
o Tussen ongehuwden, gehuwden onder scheiding van goederen
(vrijwillige/conventionele onverdeeldheden)
Onverdeelde zaak onverdeelde boedel/massa
Wanneer je één goed onverdeeldheid hebt, wordt er gesproken van een
onverdeelde zaak. Voorbeeld: gehuwden die de gezinswoning in onverdeeldheid
gaan nemen.
Wanneer er een geheel van goederen in onverdeeldheid is, wordt er gesproken
van een onverdeelde boedel of een onverdeelde massa. Voorbeeld: een
nalatenschap of een postcommunautaire onverdeeldheid.
II. Verrichtingen van V&V
Doel van vereffening en verdeling
o De situatie van onverdeeldheid gaan vervangen door een situatie van
exclusief eigendomsrecht.
o De onverdeelde rechten (abstracte breukdelen) worden omgezet in exclusieve
rechten op concrete elementen van de boedel.
Vereffening (liquider, liquide maken)
o (1) het vormen van de massa: het bepalen van de samenstelling en de
waarde (activa en passiva)
o (2) becijfering van de rechten van de deelgenoten in de massa
3
, Wanneer geweten is waarop elke deelgenoot gerechtigd is in die boedel, volgt de
verdeling (partage): de toekenning aan iedere deelgenoot in exclusieve eigendom
ten belope van zijn becijferde rechten.
o (1) vorming van kavels voor een nettowaarde die overeenkomt met hetgeen
waarin de deelgenoten gerechtigd zijn.
o (2) toewijzing van kavels aan elke deelgenoot in exclusieve eigendom
Er moet een onderscheid worden gemaakt tussen een juridische verdeling ter
beëindiging van de onverdeeldheid en de toewijzing van het feitelijk bezit.
Een toewijzing is nog geen juridische verdeling. Een juridische verdeling
kan slechts gerealiseerd worden met medewerking, medeweten en
instemming van alle deelgenoten op het ogenblik dat de verdeling is
toegelaten.
Voorbeeld: tijdens het huwelijk kan je geen toepassing gaan maken van de
juridische verdeling. Dit is slechts mogelijk op het moment dat het
huwelijksstelsel ontbonden is.
De wet moet de juridische verdeling toelaten en bovendien moeten alle
deelgenoten medewerking verlenen, kennis hebben en instemmen.
III. Vormvoorwaarden V&V
Er zijn 3 types van vereffening en verdeling.
HYPOTHESE 1: de minnelijke verdeling (de meest voorkomende)
= een verdeling zonder naleving van bijzondere vormvoorschriften (art. 4.67 BW, oud
art. 816 oud BW; art. 1205 Ger.W.)
o Voor roerende goederen: schriftelijk (in het kader van latere bewijsvoering)
o Voor onroerende goederen: de verdeling is een aanwijzende akte. Dat wil
zetten dat het moet worden overgeschreven op het kantoor rechtszekerheid.
Wanneer je de eigendomsverwerving tegenwerpbaar wilt maken aan derden,
zal je een notariële akte moeten kunnen voorleggen voor de overschrijving op
het kantoor rechtszekerheid (art. 3.30 – 3.31 BW; oud art. 1-2 Hyp.W.).
Wanneer?
Alle deelgenoten zijn aanwezig, meerderjarig en instemmend
4
Les 0 – praktische informatie
Zie ppt
Les 1 – Inleiding
I. Begrippen en terminologie
Wat is een vereffening en verdeling?
V&V = het geheel van juridische verrichtingen die ertoe leiden dat een
onverdeeldheid wordt beëindigd.
Een toestand waarbij verschillende personen (= de deelgenoten) op
hetzelfde ogenblik op een of meer goederen titularis zijn van rechten van
dezelfde aard.
Het doel van het vak V&V is om een einde te gaan maken aan de onverdeeldheden.
Soorten onverdeeldheden:
o Onverdeeldheid in volle eigendom
o Onverdeeldheid in blote eigendom
o Onverdeeldheid in vruchtgebruik
o Onverdeeldheid tussen vruchtgebruiker en naakte eigenaar? NEE
In het Belgisch recht bestaat er vaak een confrontatie met een
samenloopsituatie tussen een vruchtgebruiker en een naakte eigenaar. Dit is
omdat het erfrecht van de langstlevende echtgenoot nog altijd als dusdanig is
vormgegeven. De langstlevende echtgenoot heeft in de meeste
samenloopsituaties een vruchtgebruik om bepaalde vermogensbestanddelen
van de erflater. De afstammelingen hebben dan doorgaans een naakte
eigendom op die vermogensbestanddelen. Zitten de vruchtgebruiker en de
naakte eigenaar in een onverdeeldheid? Nee, omdat het gaat om rechten van
verschillende aard en niet om rechten van dezelfde aard. Ze zitten dus in een
samenloopsituatie, maar niet in een onverdeeldheid.
1
,De onverdeeldheden kunnen ook nog worden onderverdeeld op basis van een ander
criterium:
o Toevallige (of gewone) onverdeeldheid/mede-eigendom
Deze onverdeeldheid is niet gewenst en niet georganiseerd. Het
ontstaat ineens/toevallig (art. 3.69 – 3.75 BW). Voorbeelden: een
overlijden. Een overlijden is doorgaans niet gewenst en naar aanleiding
van dit overlijden valt de nalatenschap open waardoor er een
erfrechtelijke onverdeeldheid ontstaat.
o Vrijwillige (of conventionele) onverdeeldheid/mede-eigendom
Deze onverdeeldheid is wel gewenst en georganiseerd. Het gaat om
twee of meerdere personen die vrijwillig beslissen om een
onverdeeldheid tussen hen tot stand te brengen. Dit wordt beheerst
door het principe van de wilsautonomie, met name door wat de
deelgenoten hebben afgesproken (art. 3.76 – 3.77 BW).
o Gedwongen (of verplichte) onverdeeldheid/mede-eigendom
Meest gekend voorbeeld: appartementsmede-eigendom bv. lift, gang.
Er wordt een onverdeeldheid gecreëerd, gekoppeld aan zaken die
accessoir noodzakelijk of nuttig zijn voor het gebruik of de exploitatie
van onroerende goederen (hoofdzaken – diegene die men in
hoofdeigendom heeft) die aan verschillende deelgenoten toebehoren
(art. 3.78 – 3.83 BW).
Deze 3 types van onverdeeldheid worden gedefinieerd in Boek 3 Nieuw BW.
Welke regels zijn van toepassing op de toevallige onverdeeldheden?
o Artikel 4.66 BW (wordt herhaald in art. 3.75 BW en terug te vinden in
voormalig art. 815 BW).
Het principe (eerste lid): niemand kan worden gedwongen om in
dergelijke onverdeeldheid te blijven. De verdeling van die
onverdeeldheid kan ten alle tijde worden gevorderd, niettegenstaande
enig andersluidend beding.
Uitzondering (tweede lid): de onverdeeldheid kan echter
conventioneel worden uitgesteld, maar slechts voor een
maximumtermijn van 5 jaar en weliswaar hernieuwbaar.
Dit principe schuift naar voor dat als je geconfronteerd wordt met een
toevallige onverdeeldheid en je bent hier ongewenst/ongewild deelgenoot
in, dan zal je hier kunnen uitstappen.
Een erfrechtelijke onverdeeldheid is zo’n toevallige onverdeeldheid
waarbij men uit moet kunne stoppen. Je kan niet gedwongen worden om in
dergelijke onverdeeldheid te blijven zitten.
2
, o Artikel 3.69 e.v. BW (voormalig art. 557-2 oud BW): dit zijn de regels die de
toevallige onverdeeldheid gaan organiseren.
Met welke onverdeeldheden worden we in het familiaalvermogensrecht
geconfronteerd?
o Na echtscheiding bij de ontbinding van het huwelijksstelsel waar er bv. voor
gemeenschap gekozen was. Deze gemeenschap wordt dan omgevormd tot
een postcommunautaire onverdeeldheid.
o Na wijziging van het huwelijksstelsel. Je conventioneel het huwelijksstelsel
gaan wijzigen, maar je kan ook gerechtelijk verplicht worden om het
huwelijksstelsel te wijzigen: stelsel met gemeenschap naar stelsel zonder
gemeenschap (= scheiding van goederen).
o Na overlijden: openvallen van de nalatenschap (erfenis)
o Tussen ongehuwden, gehuwden onder scheiding van goederen
(vrijwillige/conventionele onverdeeldheden)
Onverdeelde zaak onverdeelde boedel/massa
Wanneer je één goed onverdeeldheid hebt, wordt er gesproken van een
onverdeelde zaak. Voorbeeld: gehuwden die de gezinswoning in onverdeeldheid
gaan nemen.
Wanneer er een geheel van goederen in onverdeeldheid is, wordt er gesproken
van een onverdeelde boedel of een onverdeelde massa. Voorbeeld: een
nalatenschap of een postcommunautaire onverdeeldheid.
II. Verrichtingen van V&V
Doel van vereffening en verdeling
o De situatie van onverdeeldheid gaan vervangen door een situatie van
exclusief eigendomsrecht.
o De onverdeelde rechten (abstracte breukdelen) worden omgezet in exclusieve
rechten op concrete elementen van de boedel.
Vereffening (liquider, liquide maken)
o (1) het vormen van de massa: het bepalen van de samenstelling en de
waarde (activa en passiva)
o (2) becijfering van de rechten van de deelgenoten in de massa
3
, Wanneer geweten is waarop elke deelgenoot gerechtigd is in die boedel, volgt de
verdeling (partage): de toekenning aan iedere deelgenoot in exclusieve eigendom
ten belope van zijn becijferde rechten.
o (1) vorming van kavels voor een nettowaarde die overeenkomt met hetgeen
waarin de deelgenoten gerechtigd zijn.
o (2) toewijzing van kavels aan elke deelgenoot in exclusieve eigendom
Er moet een onderscheid worden gemaakt tussen een juridische verdeling ter
beëindiging van de onverdeeldheid en de toewijzing van het feitelijk bezit.
Een toewijzing is nog geen juridische verdeling. Een juridische verdeling
kan slechts gerealiseerd worden met medewerking, medeweten en
instemming van alle deelgenoten op het ogenblik dat de verdeling is
toegelaten.
Voorbeeld: tijdens het huwelijk kan je geen toepassing gaan maken van de
juridische verdeling. Dit is slechts mogelijk op het moment dat het
huwelijksstelsel ontbonden is.
De wet moet de juridische verdeling toelaten en bovendien moeten alle
deelgenoten medewerking verlenen, kennis hebben en instemmen.
III. Vormvoorwaarden V&V
Er zijn 3 types van vereffening en verdeling.
HYPOTHESE 1: de minnelijke verdeling (de meest voorkomende)
= een verdeling zonder naleving van bijzondere vormvoorschriften (art. 4.67 BW, oud
art. 816 oud BW; art. 1205 Ger.W.)
o Voor roerende goederen: schriftelijk (in het kader van latere bewijsvoering)
o Voor onroerende goederen: de verdeling is een aanwijzende akte. Dat wil
zetten dat het moet worden overgeschreven op het kantoor rechtszekerheid.
Wanneer je de eigendomsverwerving tegenwerpbaar wilt maken aan derden,
zal je een notariële akte moeten kunnen voorleggen voor de overschrijving op
het kantoor rechtszekerheid (art. 3.30 – 3.31 BW; oud art. 1-2 Hyp.W.).
Wanneer?
Alle deelgenoten zijn aanwezig, meerderjarig en instemmend
4