Plantenecologie samenvatting
Hoofdstuk: standplaats centraal
1. Standplaats centraal
1.1 Standplaatsfactoren
Platen verschillen onderling sterk in groeisnelheid, vermogen om voedingstoffen op te nemen uit de
bodem, aanpassing aan droge of natte periodes, concurrentiekracht, lichtbehoefte,
overlevingsvermogen bij maaien of begrazen etc.
Iedere plant is afhankelijk van een bijzondere combinatie van factoren.
Theoretische plaats waar plantensoort groeit -> standplaats genoemd
2 grote factoren:
Abiotische factoren:
- Bodem
- Water
Biotische factoren:
- Invloed v andere planten (schaduw,…)
- Invloed v dieren en andere organismen (begrazing, bemesting,…)
- Invloed v/d mens: (maaien, bemesten, graven, kappen)
1.2 Niche, generalisten en specialisten
Niche is de plaats die een bepaald organisme inneemt in een ecosysteem.
Wordt bepaald door de eisen die een plant stelt aan haar omgeving en de voorwaarden waarbinnen
een plant wil groeien.
Generalisten: soorten met een brede niche die kunnen groeien binnen een brede range van
omstandigheden en stellen bv minden eisen aan hun omgeving.
Specialisten: soorten met een smalle niche of een beperkt amplitude.
Fundamentele niche: Fundamentele niche is het natuurlijke gebied waar een soort kan leven en zich
kan voortplanten.
Gerealiseerde niche: werkelijke gebied waar een soort gevonden wordt.
,2. Biodiversiteit als doel
2.1 Biodiversiteit
Biodiversiteit: De verscheidenheid van het leven op aarde.
Biodiversiteit omvat de verscheidenheid aan leven op alle biologische niveaus:
- Genetische diversiteit: alle verschillende genen binnen een organisme
- Soortendiversiteit: alle verschillende soorten, zowel de verschillen binnen en tussen soorten
- Ecosysteemdiversiteit: alle verschillende Habitats, levensgemeenschappen e ecologische
processen, zowel de variatie binnen individuele ecosystemen.
2.2 Ecosysteemdiversiteit
Ecosysteemdiversiteit:
- Habitat: leefgebied of leefomgeving v een organisme
- Levensgemeenschap: alle organismen die op dezelfde plaats leven en op een of andere
manier van elkaar afhankelijk zijn
- Ecosysteem: systeem van levende organismen die een wisselwerking hebben met elkaar en
met hun omgeving.
2.3 Biodiversiteitscrisis
Naast klimaatcrisis is de biodiversitetiscrisis ook een van de belangrijkste hedendaagse bedreigingen
voor het bestaan van onze maatschappij.
Rode lijsten
Rode lijsten geven aan wat de kans op uitsterven is van een soort in een bepaalde regio.
Lokale diversiteit: terminologie
->Oorspronkelijk inheems
- Inheemse soort
- Autochtoon plantenmateriaal
- Uitheemse soort
- Ingeburgerde soort
- Invasieve exoot
, Hoofdstuk: bodem als basis
3. bodem als basis
3.1 bodemfucnties -> ecosysteemdiensten
Bodem: de bodem bestaat uit het bovenste losse deel van de aardkorst, gesitueerd in de contactzone
tussen de lithosfeer (gesteente), atmosfeer (klimaat), hydrosfeer (water) en biosfeer (plant/dier).
Bodem is een belangrijke natuurlijke hulpbron. Dergelijke functies worden tegenwoordig meer en
meer aangeduid met de term ecosystemen.
Ecosysteemdiensten zijn voordelen die de maatschappij vanuit ecosystemen ontvangt. We kunnen
die onderscheiden in 4:
- Productiediensten: zo voorziet de bodem ons onder meer van voedsel, vezels en
brandstoffen net als van constructiematerialen en dient de bodem als bron van
farmaceutische en genetische hulpbronnen.
- Regulerende ecosysteemdiensten: de bodem speelt een sterk zuiverende rol, zowel voor de
waterzuivering als de zuivering van bodemcontaminanten. Bodem is ook van belang in
klimaatregulatie. Speelt ook een belangrijke rol in de beheersing van onverstromingen.
- Culturele ecosysteemdiensten: deze diensten geven cultureel erfgoed weer. We kunnen
onder culturele ecosysteemdiensten ook educatieve, spirituele, esthetische, recreationele
etc. diensten verstaan.
- Ondersteunende ecosysteemdiensten: maken de diensten uit de andere 3 groepen mogelijk.
Hoofdstuk: standplaats centraal
1. Standplaats centraal
1.1 Standplaatsfactoren
Platen verschillen onderling sterk in groeisnelheid, vermogen om voedingstoffen op te nemen uit de
bodem, aanpassing aan droge of natte periodes, concurrentiekracht, lichtbehoefte,
overlevingsvermogen bij maaien of begrazen etc.
Iedere plant is afhankelijk van een bijzondere combinatie van factoren.
Theoretische plaats waar plantensoort groeit -> standplaats genoemd
2 grote factoren:
Abiotische factoren:
- Bodem
- Water
Biotische factoren:
- Invloed v andere planten (schaduw,…)
- Invloed v dieren en andere organismen (begrazing, bemesting,…)
- Invloed v/d mens: (maaien, bemesten, graven, kappen)
1.2 Niche, generalisten en specialisten
Niche is de plaats die een bepaald organisme inneemt in een ecosysteem.
Wordt bepaald door de eisen die een plant stelt aan haar omgeving en de voorwaarden waarbinnen
een plant wil groeien.
Generalisten: soorten met een brede niche die kunnen groeien binnen een brede range van
omstandigheden en stellen bv minden eisen aan hun omgeving.
Specialisten: soorten met een smalle niche of een beperkt amplitude.
Fundamentele niche: Fundamentele niche is het natuurlijke gebied waar een soort kan leven en zich
kan voortplanten.
Gerealiseerde niche: werkelijke gebied waar een soort gevonden wordt.
,2. Biodiversiteit als doel
2.1 Biodiversiteit
Biodiversiteit: De verscheidenheid van het leven op aarde.
Biodiversiteit omvat de verscheidenheid aan leven op alle biologische niveaus:
- Genetische diversiteit: alle verschillende genen binnen een organisme
- Soortendiversiteit: alle verschillende soorten, zowel de verschillen binnen en tussen soorten
- Ecosysteemdiversiteit: alle verschillende Habitats, levensgemeenschappen e ecologische
processen, zowel de variatie binnen individuele ecosystemen.
2.2 Ecosysteemdiversiteit
Ecosysteemdiversiteit:
- Habitat: leefgebied of leefomgeving v een organisme
- Levensgemeenschap: alle organismen die op dezelfde plaats leven en op een of andere
manier van elkaar afhankelijk zijn
- Ecosysteem: systeem van levende organismen die een wisselwerking hebben met elkaar en
met hun omgeving.
2.3 Biodiversiteitscrisis
Naast klimaatcrisis is de biodiversitetiscrisis ook een van de belangrijkste hedendaagse bedreigingen
voor het bestaan van onze maatschappij.
Rode lijsten
Rode lijsten geven aan wat de kans op uitsterven is van een soort in een bepaalde regio.
Lokale diversiteit: terminologie
->Oorspronkelijk inheems
- Inheemse soort
- Autochtoon plantenmateriaal
- Uitheemse soort
- Ingeburgerde soort
- Invasieve exoot
, Hoofdstuk: bodem als basis
3. bodem als basis
3.1 bodemfucnties -> ecosysteemdiensten
Bodem: de bodem bestaat uit het bovenste losse deel van de aardkorst, gesitueerd in de contactzone
tussen de lithosfeer (gesteente), atmosfeer (klimaat), hydrosfeer (water) en biosfeer (plant/dier).
Bodem is een belangrijke natuurlijke hulpbron. Dergelijke functies worden tegenwoordig meer en
meer aangeduid met de term ecosystemen.
Ecosysteemdiensten zijn voordelen die de maatschappij vanuit ecosystemen ontvangt. We kunnen
die onderscheiden in 4:
- Productiediensten: zo voorziet de bodem ons onder meer van voedsel, vezels en
brandstoffen net als van constructiematerialen en dient de bodem als bron van
farmaceutische en genetische hulpbronnen.
- Regulerende ecosysteemdiensten: de bodem speelt een sterk zuiverende rol, zowel voor de
waterzuivering als de zuivering van bodemcontaminanten. Bodem is ook van belang in
klimaatregulatie. Speelt ook een belangrijke rol in de beheersing van onverstromingen.
- Culturele ecosysteemdiensten: deze diensten geven cultureel erfgoed weer. We kunnen
onder culturele ecosysteemdiensten ook educatieve, spirituele, esthetische, recreationele
etc. diensten verstaan.
- Ondersteunende ecosysteemdiensten: maken de diensten uit de andere 3 groepen mogelijk.