Wanneer spreek je volgens DSM van een psychische stoornis?
4 voorwaarden: er moet sprake zijn van
- Emotioneel lijden
- Belemmering in het functioneren (op werk, gezin, maatschappij)
- Destructief gedrag
- Niet-passend binnen de culturele context
Bv. masochisme is géén psychiatrische stoornis als er geen lijden is, geen
belemmering in relatie, geen destructief gedrag enz.
Wanneer spreekt men van schizofrenie?
Van schizofrenie spreekt men als mensen een heel aantal keren een psychotische episode hebben
doorgemaakt en waarbij men ziet dat persoon cognitief achteruitgaat (want psychose kan
cerebrotoxisch zijn)
à Schizofrenie is NIET hetzelfde als multiple persoonlijkheidsstoornis = mensen met alter ego’s.
MPS is zeer zeldzaam, vaak gerelateerd aan zware trauma’s.
Hoe verloopt het ziektebeeld bij psychose? Wat zijn de verschillende fases?
- 1e fase: premorbide fase: periode waarin mensen nog niet ziek zijn: = dan meestal kindertijd,
adolescentie. Geen symptomen aanwezig, wel eventueel al bepaalde trekken: teruggetrokkenheid,
stijve bewegingen, sociale moeite (maar nog niet alarmerend)
- Prodromale fase: belangrijke fase voor zorgverleners om zicht op te hebben: periode van
verslechtering: hier treden de ‘prodromen’ op, voortekens van psychoses:
- omkering van dag-nachtritme
- zelfzorgtekort: niet meer douchen, geen propere kleren meer aandoen… plots valt op dat
iemand zich begint te verwaarlozen
- sociaal terugtrekgedrag: bv. alleen op kamer, plots heel andere vriendenkring met
cannabisgebruik, …
- onwaarschijnlijke verhalen (naar einde toe)
- chaotische gedachtegang + chaotisch spreken: van de hak op de tak, moeilijk te volgen è
dit gaat al richting acute fase
- Acute fase: opstoot waarbij er sprake is van enerzijds wanen, hallucinaties, heel chaotisch denken,
bizar opkomen
- Restperiode: periode waarin ze opnieuw rustiger worden
Wat zijn de kenmerken van psychoses volgens DSM-5?
Een maand lang gedurende een groot deel van de tijd ten minste twee van de volgende symptomen:
1. Wanen
2. Hallucinaties
3. Ontregelde spraak
4. Katatoon gedrag – ontregeld gedrag
5. Negatieve symptomen
1
,Onderscheid positieve en negatieve symptomen:
- Positieve symptomen = aanwezigheid van verschijnselen die er niet zouden moeten zijn:
wanen, hallucinaties, incoherentie/onsamenhangendheid in gedrag en spraak = type I
è Deze + symptomen zie je vooral in de acute fase; MAAR bv stemmen horen kan er voor
sommige patiënten altijd zijn, niet alleen in acute fase
- Negatieve symptomen = ontbreken van gedragingen die er normaal wel moeten zijn:
affectieve vervlakking (bv. weinig emotie af te lezen van gezicht), sociaal terugtrek gedrag
(isoleren, nergens zin in hebben, niet mee willen doen aan therapieën), apathie,
initiatiefverlies (bv. niet komen tot douchen, haar kammen, …) en spraakarmoede = type II à
daarom gaat er op een afdeling psychosezorg heel veel tijd naar mensen activeren
è Negatieve symptomen vallen vooral op in restperiode, niet in acute fase
Symptomen schizofrenie verdeeld volgens verschillende domeinen
Binnen het ziektebeeld schizofrenie zijn er een aantal stoornissen op verschillende domeinen:
> Denkstoornissen
- Wanen: heel persoonlijke overtuiging die niet met anderen wordt gedeeld en waaraan wordt
vastgehouden zonder voldoende grond en ondanks bewijzen van onjuistheid
Bv. paranoïde waan (heel frequent: achterdocht, bedreiging, achtervolging),
betrekkingswaan (dat mensen je persoonlijk aanspreken, bv. nieuwslezer op TV, artikel in de
krant), grootheidswanen
- Incoherentie: van de hak op de tak springen, geen touw aan gedachtegang kunnen
vastknopen, chaotisch spreken
- Vertraging van het denken: lange pauzes vooraleer er wordt geantwoord, inhoudelijke
armoede van gedachten (cf. ook cognitieve schade)
> Waarnemingsstoornissen
- Hallucinaties: waarnemingservaringen met werkelijkheidskarakter, zonder externe bron voor
de waarneming: kan op elk van de zintuigen voorkomen:
o Gehoorshallucinaties: auditief: horen van stemmen: eigen gedachten die ze horen,
stemmen die opdrachten geven (in tweede persoon) of stemmen die converseren
over de patiënt (in derde persoon)
o Gezichtshallucinaties: visueel
o Gevoelshallucinaties: bv. beestjes onder de huid, water uit de douche aanvoelen als
bloed
MAAR hallucinaties kunnen ook voorkomen bij andere stoornissen: manische
personen, depressie, delirium tremens (bij ontwenning), borderline
> Emotionele stoornissen
- Angst en geprikkeldheid
- Explosieve woede of extatische geluksgevoelens (+ heel snel van ene emotie in andere gaan)
- Inadequaat affect: onaangepaste reactie
- Affectieve vervlakking (vlak affect): gelaat blijft uitdrukkingsloos, de stem mist expressie,
gevoelens lijken afwezig; maskergelaat
2
, > Motorische stoornissen
- Onrust en later apathie
- Katatone symptomen = alles wat met de motoriek te maken heeft in het kader van
psychose:
o Dronkemansgang: onstabiel wandelen
o Bewegingsdrang: akathisie
o Grimassen trekken (dikwijls ook door medicatie)
o Katalepsie: bepaalde onnatuurlijke houdingen heel lang aanhouden
o Echopraxie (nadoen van bewegingen) en echolalie (naspreken)
è deze hebben allemaal te maken met dopamine in de subtantia nigra (cf. ook
ziekte van Parkinson vandaaruit)
Wat is het diathese-stressmodel?
= biopsychosociaal:
à Diathese ~ genetische kwetsbaarheid
Er moet sprake zijn van een zekere diathese, een genetische kwetsbaarheid (= iets dat zich in het
hoofd afspeelt, in de hersenen)
Maar enkel de diathese, ook al is deze groot, is niet voldoende voor het verklaren van tot stand
komen van een psychotische stoornis. Cf. bij identieke tweelingen prevalentie van 50%: dus ook
omgevingsfactoren maken of iemand al dan niet psychotische opstoot zal doen
è Diathese-stress-model = combinatie van diathese (genetische aanleg) en (externe) stressfactoren:
Mogelijke stressfactoren:
- Trauma
- Kritische gezinsomgeving: mensen met gevoeligheid voor psychose zijn gevoelig voor kritiek,
voor hardheid
- Druggebruik
- Stress (gepest worden, niet slagen voor studies, …)
Beschermende factoren:
- Gezonde coping-vaardigheden (constructief kunnen omgaan met stress)
- Steunende communicatiestijl in gezin
- Lager stressniveau
Hoe verloopt de behandeling van psychose?
> Medicatie
Antipsychotica: werken anti-dopaminerg: dopamineproductie wordt gereduceerd, waardoor
positieve symptomen (bv. wanen en hallucinaties) worden onderdrukt
MAAR veel bijwerkingen (bv. speekselvloed, gewichtstoename): vnl. bij de klassieke; de atypische
hebben dit al iets minder
> Therapie
- Psycho-educatie: cf. bv. model van balkmetafoor; bepaalde apps (PSYMATE)
3