Hoofdstuk 1 Actieve aarde: endogene processen
1.1 Ontstaan en opbouw
→ De mineralen, gesteente etc. uit de aardkorst geven veel informatie over de werking van
de aarde.
Het zonnestelsel
Het heelal bestaat uit ontelbare sterrenstelsels, het melkwegstelsel is er een van.
Die bestaat vervolgens weer uit miljarden sterren, één van die is de zon.
- Andromedastelsel is onze naaste buur.
Het zonnestelsel bestaat uit:
- 8 planeten → alle planeten hebben een of meerdere manen (behalve
Mercurius en Venus).
- gordels met steen en puin (kuipergordel en Oortwolk)
- dwergplaneten
● De zon (meer dan 100 keer groter dan Aarde) zorgt ondanks de enorme
afstand ervoor dat er leven op aarde mogelijk is.
● De baan van Mercurius en die van Venus om de zon, liggen binnen de baan
van de aarde → daarom binnenplaneten
● Mars, Jupiter, Saturnus, Uranus en Neptunus → buitenplaneten
● Alleen Aarde, Mars, Mercurius, Venus bestaan uit steen. → De eerste 4
planeten vanaf de zon geteld.
Kennis over de opbouw van de aarde
Aardwetenschappers zijn al eeuwen bezig met de werking van de inwendige aarde
en de endogene processen (bv. Vulkanisme en aardbevingen).
- Om deze processen beter te begrijpen is het nodig om meer te weten te
komen over de opbouw van de aarde.
Door het bestuderen van aardbevingsgolven weten we toch iets van de opbouw van
de aarde.
De snelheid van de golven hangt af van:
- de dichtheid van het materiaal waar ze doorheen gaan.
- Of het materiaal vloeibaar is of vast.
Andere aanwijzingen over de opbouw komen van de samenstelling van magma en
lava bij (oude) vulkanen en het gesteente dat daaruit ontstaat.
,Opbouw van de aarde
Aardwetenschappers delen inwendige van aarde in twee zones (informatie uit de
magma en lava van oude vulkanen):
1. Indeling in zones met verschillende chemische samenstelling: de kern, de
mantel en de aardkorst.→Van binnen naar buiten neemt het soortelijk
gewicht van het materiaal af → te maken met chemische elementen in
materiaal.
2. Indeling in zones: binnen- en buitenkern, de ondermantel, de asthenosfeer en
de lithosfeer. Dit is op basis van de viscositeit= een maat voor de
stroperigheid van een stof.
- In de aarde zijn zones vast, plastisch (taai/stroperig) of vloeibaar. →
afhankelijk van de druk en de temperatuur in de aarde (van binnen
naar buiten afnemen). → dit verschil komt doordat de temperatuur en
druk van binnen naar buiten steeds meer afneemt.
● De kern= het binnenste van de aarde
→ Bestaat uit mengsel van de chemische elementen nikkel en ijzer
→ De binnenkern is vast door de hoge druk → werking zwaartekracht
→ De buitenkern is wel vloeibaar doordat er hier lagere druk is
● De Mantel= deel van de aarde tussen de kern en de aardkorst
→ Bestaat voornamelijk uit chemische elementen
→ ondermantel is plastisch
→ de asthenosfeer= het deel van de mantel tussen de ondermantel en de
lithosfeer
- → Het materiaal is plastisch, maar doordat er minder druk is, is het
vloeibaar. → Dit materiaal stroomt dus beter dan dat is de
ondermantel.
● Lithosfeer= De aardkorst en het afgekoelde deel van de mantel, bestaande
uit de aardkorst en het vaste, buitenste gedeelte van de aardmantel.
→ Is vast en breekbaar
→ drijft op de asthenosfeer
→ bestaat uit aardplaten → die stijf en onbuigzaam
- Hierdoor kunnen de platen over de plastische asthenosfeer glijden.
● De aardkorst= De stijve harde buitenkant van de aarde
→ Mantel en lithosfeer bestaat uit chemische elementen: zuurstof, silicium,
aluminium en ijzer.
→ dikte van de aardkorst verschilt
, ● Continentale korst= deel van de aardkorst die onder het land ligt.
→ bevat veel gesteente met een relatief licht gewicht (bv. graniet)
● Oceanische korst= (andere) deel van de aardkorst die voor het grootste deel
onder de oceanen ligt.
→ bestaat voor groot deel uit basalt= Stollingsgesteente dat ontstaat door
snelle afkoeling van lava bij een vulkaanuitbarsting.
- zwaarder gesteente → oceanische korst heeft dus hogere dichtheid.
Dus ligt de lithosfeer met continentale korst hoger dan die met oceanische korst.
1.2 Het verhaal van gesteenten
Mineralen
Het gesteente van de aardkorst bestaat dus grotendeels uit chemische elementen
(zuurstof, silicium, aluminium, ijzer en magnesium) → deze zijn aan elkaar
verbonden → vormen mineralen.
● De meest gesteente bestaan vooral uit silicaten→ mineralen die silica (en
andere elementen bevatten) →elk Silicaat heeft eigen soort gewicht (en eigen
mineraal naam)
● Andere gesteenten bestaan vooral uit het mineraal calciet
- bv. Kalksteen= Sedimentgesteente dat bestaat uit samengeperst en aan
elkaar gekitte calciet skeletjes van organismen
● Ook nog gesteente die bestaan uit zouten en gesteente uit organisch
materiaal (belangrijke is koolstof)
Elk mineraal heeft eigen unieke:
- chemische samenstelling
- interne structuur: interne structuur die zorgt ervoor dat minerale deeltjes zich
samen rangschikken in een kristalvorm.
Waaruit een gesteente bestaat, hangt samen met de ontstaanswijze van dat
gesteente. Op basis van ontstaanswijze worden drie hoofdgroepen onderscheiden:
- stollingsgesteente
- sedimentgesteente
- metamorf gesteente
Kleur en hardheid
De ontstaanswijze en samenstelling van een gesteente bepalen ook andere
kenmerken (bv. kleur en hardheid).
- Kalkssteen