Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien 4.2 TrustPilot
logo-home
Resume

Samenvatting: Basiskennis Taalonderwijs LET V2"

Note
-
Vendu
-
Pages
53
Publié le
04-04-2025
Écrit en
2024/2025

"Behaal moeiteloos een topcijfer met deze uitgebreide en overzichtelijke samenvatting van de basiskennis taalonderwijs (LET V2). Perfect gestructureerd, volledig en eenvoudig te begrijpen.

Établissement
Cours












Oups ! Impossible de charger votre document. Réessayez ou contactez le support.

Livre connecté

École, étude et sujet

Établissement
Cours
Cours

Infos sur le Document

Livre entier ?
Oui
Publié le
4 avril 2025
Fichier mis à jour le
8 avril 2025
Nombre de pages
53
Écrit en
2024/2025
Type
Resume

Sujets

Aperçu du contenu

Samenvatting basiskennis taalonderwijs
Inhoud
2. Taalonderwijs en taal
3. Mondelinge taalvaardigheid
4. Woordenschat
5. Beginnende geletterdheid
6. Voortgezet technisch lezen
7. Begrijpend lezen
8. Stellen
9. Jeugdliteratuur
10. Taalbeschouwing
11. Spelling

,Hoofdstuk 2: Taalonderwijs en taal
Mondelinge taalvaardigheid
Het domein van het taalonderwijs waarin het gaat om het spreken en luisteren en het voeren van allerlei
mondelinge gespreksvormen.

Woordenschat
Het domein van het taalonderwijs waarbij het gaat om het aanleren van de betekenis van nieuwe woorden,
uitdrukkingen, zegswijzen en spreekwoorden. Ook worden er strategieën aangeleerd om achter de betekenis
van onbekende woorden te komen.

Beginnende geletterdheid
De ontwikkeling van de geletterdheid in de groepen 1 tot en met 3 van de basisschool.

Voortgezet technisch lezen
De fase in het leesonderwijs waarin gewerkt wordt aan het vergroten van de vaardigheid in het decoderen van
teksten. Het gaat om het vlot en nauwkeurig kunnen lezen van een tekst en niet om het begrijpen.

Begrijpend lezen
Domein van het taalonderwijs waarbij het gaat om het begrijpen van een tekst en het achterhalen van de
bedoeling.

Stellen
Domein van het taalonderwijs waarbij het gaat om het schrijven van verschillende soorten teksten.

Jeugdliteratuur
Domein van het taalonderwijs dat tot doel heeft de kinderen in aanraking te brengen met verschillende literaire
genres, hun literaire smaak te ontwikkelen en ze te laten genieten van het lezen van jeugdboeken.

Taalbeschouwing
Domein van het taalonderwijs waarbij het erom gaat kinderen leren te reflecteren op de taalvorm, de manier
waarop iets is verwoord en het gebruik van taal. Kinderen moeten leren om bijzonderheden en
regelmatigheden te ontdekken in de vorm van de taal.

Spelling
Domein van het taalonderwijs waarbij het gaat om het correct kunnen schrijven van woorden en het toepassen
van de belangrijkste spellingregels.

,2.2 Het taalsysteem

Wat is taal?
-Geluiden die iets betekenen.
-Tekens die worden begrepen.

‘Een complex systeem van tekens en regels waarmee mensen betekenissen met elkaar uitwisselen met
verschillende functies’.

Taal heeft een systeem: Klanken en tekens worden tot woorden, zinnen en teksten gecombineerd volgens
bepaalde regels.
Taal heeft betekenis: taal gaat ergens over. Taal kan verwijzen naar een werkelijkheid die er niet is.

Taal heeft verschillende functies:

 De communicatief (of sociale functie)
 Conceptualiserende (of cognitieve functie)
 Expressief

Communicatieve of sociale taalfunctie

 Contact maken, communiceren
 Mening geven, iets beargumenteren
 Vragen stellen en uitleg geven
-We gebruiken de taal als een communicatiemiddel

We kunnen sociale taalfuncties onderverdelen in 4 aspecten:

 Zelfhandhaving -> zichzelf beschermt of verdedigt.
 Zelfsturing -> met woorden zijn handelen ordent of plannen aankondigt.
 Sturing van anderen -> gedrag van anderen te beïnvloeden.
 Structurering van het gesprek -> gespreksverloop te beïnvloeden

Zelfhandhaving: ‘ik wil limonade’ en ‘Dat is van mij’.
Zelfsturing: ‘Eerst moet ik de pop vinden’.
Sturen van anderen: ‘Nu moet jij wat zeggen’.
Structurering van het gesprek: ‘mag ik nu?’ en ‘Eerst ben ik!’

Conceptualiserende of cognitieve taalfunctie

 Taal geeft ons woorden die verwijzen naar concepten uit de werkelijkheid
 Ordenen van je gedachten
 Ordening aanbrengen in de werkelijkheid om ons heen

We kennen de volgende vijf cognitieve taalfuncties:
1. Rapporteren
2. Beschrijven
3. Redeneren
4. Projecteren
5. Reflecteren

Rapporteren: benoemen/labelen van voorwerpen of gebeurtenissen (makkelijk)
Beschrijven
Redeneren: beargumenteerde verbanden leggen (gemiddeld)
Projecteren: zich verplaatsen in een andere persoon (moeilijk)
Reflecteren

,Vragen stellen met welk doel?

Type vraag Bedoeling Cognitieve taalfunctie
Controlevraag Is het begrepen? Rapporteren
Reproductievragen Zelf laten verwoorden Rapporteren
Oplossingsgerichte vragen Kind laten meedenken Redeneren
Meningsvagen Eigen mening / argumenteren Redeneren
verwoorden
Evaluatievragen Wat weet / kun je + zelfevaluatie Redeneren
Alsof vragen Verplaatsen in ander Projecteren
Diagnostische vragen Ontwikkeling in kaart brengen Reflecteren

Expressieve taalfunctie

 Uiten van gevoelens
 Originele manieren van taalgebruik (poëzie, woordgrapjes etc.).

4 taaldomeinen

Productief Receptief
Mondeling (geluiden die iets Spreken Luisteren
betekenen)
Schriftelijk (tekens die begrepen Schrijven Lezen
worden)

De communicatieve competentie
Als een kind zijn taal leert, ligt de nadruk in eerste instantie op de conceptualiserende functie van taal. Een kind
gebruikt de taal om greep te krijgen op de werkelijkheid. Een dreumes van 1 jaar roept bal tegen een rond
voorwerp en kan daarmee onderscheiden van de vele andere voorwerpen in zijn omgeving.
Maar tegelijkertijd kan hij met het uitspreken van het woordje bal ook aan anderen duidelijk maken dat hij een
bal ziet. Dan hanteert het kind de communicatieve functie van taal. Vooral het zich eigen maken van de
communicatieve functie is een langdurig proces. Een kind moet bijvoorbeeld leren dat je beter de formulering
‘Mag ik een koekje?’ kunt gebruiken in plaats van koekje! Als je om een koekje wilt vragen. Het vermogen om
de communicatieve functie van taal te gebruiken noemen we ook wel de communicatieve competentie.

De communicatieve competentie wordt wel onderverdeeld in de volgende deelcompetenties:

1. Grammaticale competentie
2. Tekstuele competentie
3. Strategische competentie
4. Functionele competentie

De grammaticale competentie (ook wel de linguïstische competentie genoemd). Hierbij gaat het niet alleen om
het kennen van de grammaticale regels, maar ook om de woordenschat, het correct vervoegen en verbuigen
van woorden en de kennis van de correcte uitspraak van woorden. Het omvat alle kennis van de taal en de
taalregels die nodig zijn om adequaat te kunnen communiceren.

De tekstuele competentie. Hierbij gaat het om de kennis van gesproken en geschreven teksten. Je moet weten
hoe je een gesprek begint en eindigt, maar je moet ook kennis hebben van de regels voor schriftelijke teksten.

De strategische competentie. Dit is het vermogen van een taalgebruiker om strategieën te hanteren om zo
bepaalde doelen te bereiken. Het gaat om schrijfstrategieën en spreek- en luisterstrategieën. Je moet weten
hoe je bijvoorbeeld anderen kunt overtuigen of aanzetten tot actie.

De functionele competentie. Dit is het vermogen van een taalgebruiker om zijn taalgebruik aan te passen aan
een specifieke situatie. In een brief aan de gemeente waarin je vraagt om iets te doen aan het zwerfafval in de
straat hanteer je ander taalgebruik dan in een chat met vrienden.

, De strategische competentie en de functionele competentie worden ook wel de pragmatische competenties
genoemd, omdat ze betrekking hebben op de praktijk en het concrete gebruik van de taal.

Er zijn verschillende niveaus van taal.

Niveau Regels voor
Fonologisch niveau Uitspraak
Morfologisch niveau Opbouw van woorden
Syntactisch niveau Volgorde van woorden
Semantisch niveau Betekenis
Pragmatisch niveau Gebruik
Orthografisch niveau spelling

Een ander belangrijk kenmerk van ons taalsysteem is dat we in principe een oneindig aantal taaluitingen
kunnen produceren. Dat heeft onder meer te maken met het feit dat een taal een recursief systeem is.
Dat houdt in dat een element van de taal eenzelfde element van de taal kan bevatten. Zo kan een zin ook weer
een andere zin bevatten. De zin Ik vermoed dat hij liegt bevat zelf weer de zin hij liegt. We noemen dat ook wel
een samengestelde zin. Op die manier kun je zinnen eindeloos uitbreiden: Ik vermoed dat hij liegt, omdat hij
een knalrood hoofd heeft.
€8,92
Accéder à l'intégralité du document:

Garantie de satisfaction à 100%
Disponible immédiatement après paiement
En ligne et en PDF
Tu n'es attaché à rien

Faites connaissance avec le vendeur
Seller avatar
yvanalphen

Faites connaissance avec le vendeur

Seller avatar
yvanalphen Avans Hogeschool
S'abonner Vous devez être connecté afin de suivre les étudiants ou les cours
Vendu
0
Membre depuis
8 mois
Nombre de followers
0
Documents
1
Dernière vente
-

0,0

0 revues

5
0
4
0
3
0
2
0
1
0

Récemment consulté par vous

Pourquoi les étudiants choisissent Stuvia

Créé par d'autres étudiants, vérifié par les avis

Une qualité sur laquelle compter : rédigé par des étudiants qui ont réussi et évalué par d'autres qui ont utilisé ce document.

Le document ne convient pas ? Choisis un autre document

Aucun souci ! Tu peux sélectionner directement un autre document qui correspond mieux à ce que tu cherches.

Paye comme tu veux, apprends aussitôt

Aucun abonnement, aucun engagement. Paye selon tes habitudes par carte de crédit et télécharge ton document PDF instantanément.

Student with book image

“Acheté, téléchargé et réussi. C'est aussi simple que ça.”

Alisha Student

Foire aux questions