Topic role of emotions:
Week 1:
Emoties
- Disrcete en tijdelijke reacties op stimuli
- Kan de cognitieve beoordelingen, fysiologische, attitudes en gedrag van een persoon
beïnvloeden.
Affect
- Algemeen concept dat het niveau van valentie (positief/negatief) van een stemming of
emotie beschrijft.
- Het is breder dan een emotie en verwijst meer naar de algemene toon van iemands
gevoelens.
Stemming
- Een meer gegeneraliseerde en langdurige gemoedstoestand
- Beïnvloedt de manier waarop iemand informatie verwerkt, zoals emoties dat doen
maar het is minder specifiek.
3 key elements emotie:
- Subjectieve ervaring
- Psychiological response
- Behavioral response
Politieke communicatie = een interactief proces waarbij informatie wordt overgedragen
tussen politici, media, publiek.
Emotional media emotional citizins
= emoties gebruiken in kan ervoor zorgen dat mensen emoties gaan voelen
- Negativiteit drijft online nieuws
- Maar niet alle content is slecht
Waarom moeten we ons zorgen maken?
- Emoties kunnen gebruikt worden om te manipuleren en misleiden
- Emoties kunnen leiden tot onbedoelde en onverwachte uitkomsten
- Zijn we gevoelig om geïnformeerd te worden door media en polcom?
Media effects – dimensions
- Kennis
- Meningen makkelijk te veranderen
- Attitudes moeilijker te veranderen
- Gedrag zeldzaam
- Percepties, stereotypen, vooroordelen
- Emoties
Geschiedenis van media-effects in research:
- Begon met het idee dat media machtig is naar gebruikers bepalen hoe krachtig
media is naar weer terug naar dat media de macht heeft.
,Paradigma 1) begin powerfull media (1900-1930)
- Observatie van enorme populariteit media, groei kranten, radio en film bredere
toegang van informatie.
- Principes van propaganda media als manipulator
- Psychologische en biologische theorieën stimulus response model = gaat ervan uit
dat media een stimulus levert en het publiek daarop reageert met een bepaalde
response.
Paradigma 2) the black box a little les powerful media (1940-1950)
- Mensen reageren op een verschillende manier op media, er zijn individuele
verschillen in het ontvangen en verwerken van media-inhoud.
- Tussenliggende intervening factoren reacties worden ook gevormd door bestaande
denkbeelde en standpunten.
- Mensen zijn geen geisoleerde individuen, maar verbanden met elkaar in kleine sociale
netwerken. Deze sociale invloeden spelen ook een rol.
Paradigma 3) media heeft beperkte effecten
- Onderzoekers realiseerden dat de invloed van media niet zo direct en krachtig was als
eerder werd gedacht, publiek heeft het in eigen handen.
Paradigma 4) return to the powerfull effects (1970-1980) maar effect op de maatschappij
i.p.v op een individu.
- Focus op langetermijn effecten van media
- Stijgende kennis kloven mensen met meer toegang tot media ontwikkelen meer
kennis en bewustzijn van maatschappelijke kwesties.
- Cultivatie en angst door media onderzoekers merkte dat media vaak angst over
bepaalde onderwerpen cultiveert (zoals geweld, criminaliteit en immigratie) wat ook
invloed had op de houding van het publiek ten opzichte van deze kwesties.
Paradigma 5) return to the powerful media-effects, maar niet voor iedereen meer
genuanceerd.
1) agendasetting = stelt dat de media bepalen wat we belangrijk vinden, dit doen ze door
bepaalde onderwerpen te benadrukken waardoor die onderwerpen prominenter in de publieke
discussie komen. (waarover/wat we denken)
2) framing = hoe de media een onderwerp in een bepaald kader plaatst heeft invloed op
hoe we het ervaren/begrijpen.
3) niet iedereen wordt even sterk beinvloed afhankelijk van moderatoren
4) onderliggende effectmechanismen hoe worden mensen beinvloed = mediatoren kunnen
de invloed van de media verklaren door bijvoorbeeld emoties.
Agendasetting definitie = pers is misschien niet altijd succesvol in vertellen aan mensen wat
ze moeten denken maar wel waarover ze moeten denken.
, Framing observatie dat een media hetzelfde onderwerp op meerdere manieren kan
weergeven = beslissen wat er geframed wordt door politici of journalisten nadruk leggen
op een bepaald aspect van het onderwerp.
Verschil agenda setting en framing:
- Agenda setting richt zich op de keuze van verhalen wat het publiek belangrijk vindt.
- Framing op de manier waarop dit verhaal gepresenteerd wordt.
Entman over framing
Framing is het selecteren van bepaalde aspecten can de waargenomen realiteit en deze
prominenter maken in de tekst op zo’n manier dat een probleemdefinitie wordt bevorderd.
Het idee van framing gaat terug naar Lipman “de wereld is te groot, te complex en te
verweg voor directe kennismaking frames vereenvoudigen de wereld voor het publiek.
2 soorten framing:
- Equivalency framing (psychologie)
= Zelfde informatie maar op verschillende manieren gepresenteerd. Bijvoorbeeld: 80%
overleeft en 20% sterft.
- Emphasis framing (sociologie)
= hoe nadruk gelegd wordt op verschillende aspecten van een onderwerp om deze te laten
aansluiten bij bepaalde overtuigingen.
hoe een bepaald onderwerp gepresenteerd wordt kan bepalen of mensen het als belangrijk
beschouwen.
Leiserowitz (2014) toont aan dat de term opwarming van de aarde effectiever is dan de
term klimaatverandering als het gaat om het vergroten van het publiekelijk begrip en
emotionele betrokkenheid en steun voor de actie.
Bevindingen van deze studie:
- Grotere zekerheid
- Groter begrip
- Intensievere bezorgdheid probleem
- Groter gevoel persoonlijke dreiging
- Hogere prioriteit voor actie
- Grotere bereidheid deel te nemen actie
Meest voorkomende nieuwsframes die journalisten gebruiken:
- Responsability frame = wie verantwoordelijk is voor een probleem, en suggereert
oplossingen.
- Conflict frame = legt nadruk op disagreements tussen 2 of meer partijen, benadrukt
schuld en conflict.
- Human interest frame = focust op de menselijke kant van een verhaal.
- Economic consequences frame = legt de nadruk op de financiele implicaties van een
gebeurtenis zoals: winst, verlies, kosten en economische gevolgen van een situatie.
- Morality frame = benadrukt de morele waarden en geeft vaak sociale voorschriften
over hoe mensen zich zouden moeten gedragen wat goed of fout is.
Week 1:
Emoties
- Disrcete en tijdelijke reacties op stimuli
- Kan de cognitieve beoordelingen, fysiologische, attitudes en gedrag van een persoon
beïnvloeden.
Affect
- Algemeen concept dat het niveau van valentie (positief/negatief) van een stemming of
emotie beschrijft.
- Het is breder dan een emotie en verwijst meer naar de algemene toon van iemands
gevoelens.
Stemming
- Een meer gegeneraliseerde en langdurige gemoedstoestand
- Beïnvloedt de manier waarop iemand informatie verwerkt, zoals emoties dat doen
maar het is minder specifiek.
3 key elements emotie:
- Subjectieve ervaring
- Psychiological response
- Behavioral response
Politieke communicatie = een interactief proces waarbij informatie wordt overgedragen
tussen politici, media, publiek.
Emotional media emotional citizins
= emoties gebruiken in kan ervoor zorgen dat mensen emoties gaan voelen
- Negativiteit drijft online nieuws
- Maar niet alle content is slecht
Waarom moeten we ons zorgen maken?
- Emoties kunnen gebruikt worden om te manipuleren en misleiden
- Emoties kunnen leiden tot onbedoelde en onverwachte uitkomsten
- Zijn we gevoelig om geïnformeerd te worden door media en polcom?
Media effects – dimensions
- Kennis
- Meningen makkelijk te veranderen
- Attitudes moeilijker te veranderen
- Gedrag zeldzaam
- Percepties, stereotypen, vooroordelen
- Emoties
Geschiedenis van media-effects in research:
- Begon met het idee dat media machtig is naar gebruikers bepalen hoe krachtig
media is naar weer terug naar dat media de macht heeft.
,Paradigma 1) begin powerfull media (1900-1930)
- Observatie van enorme populariteit media, groei kranten, radio en film bredere
toegang van informatie.
- Principes van propaganda media als manipulator
- Psychologische en biologische theorieën stimulus response model = gaat ervan uit
dat media een stimulus levert en het publiek daarop reageert met een bepaalde
response.
Paradigma 2) the black box a little les powerful media (1940-1950)
- Mensen reageren op een verschillende manier op media, er zijn individuele
verschillen in het ontvangen en verwerken van media-inhoud.
- Tussenliggende intervening factoren reacties worden ook gevormd door bestaande
denkbeelde en standpunten.
- Mensen zijn geen geisoleerde individuen, maar verbanden met elkaar in kleine sociale
netwerken. Deze sociale invloeden spelen ook een rol.
Paradigma 3) media heeft beperkte effecten
- Onderzoekers realiseerden dat de invloed van media niet zo direct en krachtig was als
eerder werd gedacht, publiek heeft het in eigen handen.
Paradigma 4) return to the powerfull effects (1970-1980) maar effect op de maatschappij
i.p.v op een individu.
- Focus op langetermijn effecten van media
- Stijgende kennis kloven mensen met meer toegang tot media ontwikkelen meer
kennis en bewustzijn van maatschappelijke kwesties.
- Cultivatie en angst door media onderzoekers merkte dat media vaak angst over
bepaalde onderwerpen cultiveert (zoals geweld, criminaliteit en immigratie) wat ook
invloed had op de houding van het publiek ten opzichte van deze kwesties.
Paradigma 5) return to the powerful media-effects, maar niet voor iedereen meer
genuanceerd.
1) agendasetting = stelt dat de media bepalen wat we belangrijk vinden, dit doen ze door
bepaalde onderwerpen te benadrukken waardoor die onderwerpen prominenter in de publieke
discussie komen. (waarover/wat we denken)
2) framing = hoe de media een onderwerp in een bepaald kader plaatst heeft invloed op
hoe we het ervaren/begrijpen.
3) niet iedereen wordt even sterk beinvloed afhankelijk van moderatoren
4) onderliggende effectmechanismen hoe worden mensen beinvloed = mediatoren kunnen
de invloed van de media verklaren door bijvoorbeeld emoties.
Agendasetting definitie = pers is misschien niet altijd succesvol in vertellen aan mensen wat
ze moeten denken maar wel waarover ze moeten denken.
, Framing observatie dat een media hetzelfde onderwerp op meerdere manieren kan
weergeven = beslissen wat er geframed wordt door politici of journalisten nadruk leggen
op een bepaald aspect van het onderwerp.
Verschil agenda setting en framing:
- Agenda setting richt zich op de keuze van verhalen wat het publiek belangrijk vindt.
- Framing op de manier waarop dit verhaal gepresenteerd wordt.
Entman over framing
Framing is het selecteren van bepaalde aspecten can de waargenomen realiteit en deze
prominenter maken in de tekst op zo’n manier dat een probleemdefinitie wordt bevorderd.
Het idee van framing gaat terug naar Lipman “de wereld is te groot, te complex en te
verweg voor directe kennismaking frames vereenvoudigen de wereld voor het publiek.
2 soorten framing:
- Equivalency framing (psychologie)
= Zelfde informatie maar op verschillende manieren gepresenteerd. Bijvoorbeeld: 80%
overleeft en 20% sterft.
- Emphasis framing (sociologie)
= hoe nadruk gelegd wordt op verschillende aspecten van een onderwerp om deze te laten
aansluiten bij bepaalde overtuigingen.
hoe een bepaald onderwerp gepresenteerd wordt kan bepalen of mensen het als belangrijk
beschouwen.
Leiserowitz (2014) toont aan dat de term opwarming van de aarde effectiever is dan de
term klimaatverandering als het gaat om het vergroten van het publiekelijk begrip en
emotionele betrokkenheid en steun voor de actie.
Bevindingen van deze studie:
- Grotere zekerheid
- Groter begrip
- Intensievere bezorgdheid probleem
- Groter gevoel persoonlijke dreiging
- Hogere prioriteit voor actie
- Grotere bereidheid deel te nemen actie
Meest voorkomende nieuwsframes die journalisten gebruiken:
- Responsability frame = wie verantwoordelijk is voor een probleem, en suggereert
oplossingen.
- Conflict frame = legt nadruk op disagreements tussen 2 of meer partijen, benadrukt
schuld en conflict.
- Human interest frame = focust op de menselijke kant van een verhaal.
- Economic consequences frame = legt de nadruk op de financiele implicaties van een
gebeurtenis zoals: winst, verlies, kosten en economische gevolgen van een situatie.
- Morality frame = benadrukt de morele waarden en geeft vaak sociale voorschriften
over hoe mensen zich zouden moeten gedragen wat goed of fout is.