Sociaal beleid
België kan beter: Bart Van Craeynest
Inleiding
0.1. Wereld in transitie
De opeenvolgende crisissen van de voorbije jaren speelden zich af tegen de
achtergrond van een wereld in transitie, waarbij grote veranderingen op wereldvlak
ook een grote invloed hebben op onze samenleving, economie en welvaart. Veel van
die transities zijn al langer bezig, maar verschillende daarvan kwamen, mede door de
crisissen van de voorbije jaren, in een versnelling terecht. Hoe we omgaan met en
reageren op die transities zal doorslaggevend zijn voor de ontwikkeling van onze
toekomstige welvaart.
0.1.1. Demografische transitie
De bevolking veroudert.
0.1.2. Duurzame transitie
Stappen naar een klimaat neutrale economie en manier van leven dringen zich op.
0.1.3. Digitale transitie
0.1.4. Geopolitieke transitie
Bv Russische inval in Oekraïne.
0.1.5. Transitie in de globalisering
Grote economische blokken zoals China focussen zich explicieter op hun eigen
economische belangen en stellen zich strategischer tegenover de rest van de wereld.
Ook binnen Europa wordt in bepaalde landen nagedacht over een actiever industrieel
beleid.
Vlotte industriële handel wordt meer in vraag gesteld, maar blijft de motor van
welvaartscreatie.
0.2. Groei blijft cruciaal
Moderne Monetaire Theorie (MMT) = overheden moeten zich in principe geen zorgen
maken over hun begrotingstekorten of overheidsschulden.
Degrowth-theorie = deze theorie gaat ervan uit dat we om onze planeet te redden de
economie helemaal anders moeten gaan aanpakken.
Bv technologie te ontwikkelen waarmee we kunnen vliegen zonder uitstoot.
0.3. Enorme uitdagingen, enorm potentieel
Bv kijken hoe andere landen het aanpakken.
Dit boek bespreekt 10 domeinen die belangrijk zijn voor de welvaart.
Hoofdstuk 1: meer mensen aan het werk
Bijna 2 miljoen 20 tot 64-jarigen zijn niet aan het werk.
In essentie is onze economische activiteit de combinatie van hoeveel mensen werken
en hoeveel output die werkenden per persoon genereren.
Vanuit verschillende invalshoeken is meer mensen aan het werk dus positief voor
onze economische activiteit, en dus ook voor onze welvaart.
1
,1.1. Wat is het probleem?
In België wordt relatief weinig gewerkt.
- Krapte op de arbeidsmarkt
- (Te) smal draagvlak voor de welvaartsstaat
o Doordat er in België relatief weinig mensen aan het werk zijn, komt het
volle gewicht van de financiering van de welvaartsstaat terecht op de
schouders van een relatief bepekte groep werkenden
1.2. Het kan wel
1.2.1. Demografische bonus
Cohorte-effect = waarbij jongere leeftijdsgroepen van vrouwen die meer actief zijn op
de arbeidsmarkt, stilaan de oudere groepen die dat veel minder waren, vervangen.
1.2.2. Kwetsbare groepen
- Ouderen
- Laaggeschoolden
- Vrouwen met migratieachtergrond
1.3. Naar een beter werkende arbeidsmarkt
- Verlaag de belastingdruk op arbeid
- Maak meer flexibiliteit mogelijk
- Langer werken
- Creëer meer mogelijkheden voor laaggeschoolden en mensen met een
migratieachtergrond
1.4. Regionale dimensie
- Aanhoudende regionale verschillen
- Regionaal beleid
o Het arbeidsmarktbeleid kan beter volledig in regionale handen gelegd worden.
Op deze manier kan elke regio zelf inspelen op de specifieke lokale situatie
1.5. Conclusie
Probleem: Er werken in België te weinig mensen. Daardoor komt het totale gewicht
van onze welvaartstaat op een te beperkt aantal schouders terecht. Die situatie
dreigt nog te verergeren door de vergrijzing van de bevolking.
Aanpak:
- De meeste andere Europese landen slagen er wel in om meer mensen aan het
werk te krijgen/ te houden. Behalve beleidskeuzes uit het verleden zijn er geen
redenen waarom in België niet meer mensen kunnen werken
- Maatregelen om meer mensen aan het werk te krijgen, moeten vooral
focussen op die groepen die opmerkelijk moeilijk aan de bak komen op onze
arbeidsmarkt, met name ouderen, laaggeschoolden en nieuwkomers
- De situatie op de arbeidsmarkt in Vlaanderen, Wallonië en Brussel is zodanig
verschillend dat het weinig zin heeft om die aan te pakken met dezelfde
maatregelen. Het arbeidsmarktbeleid kan dan ook beter volledig in regionale
handen gelegd worden, zodat elk van de regio’s zelf kan inspelen op de
specifieke lokale situatie.
1.6. Vijf werven voor een revolutionair-vernieuwend arbeidsmarktbeleid
- Flexibiliteit
- Activering
- Diversiteit en inclusie
- Innovatie: technologie
- Universeel basisinkomen (UBI)
Hoofdstuk 2: slimmer werken
2
, Als we na 2000 dezelfde productiviteitsgroei als in 1980-2000 hadden kunnen
aanhouden, dan lag de totale economische activiteit in België vandaag 180 miljard
euro hoger en waren al onze budgettaire problemen opgelost.
De klemtoon van het economisch beleid lag de voorbije 20 jaar vooral op meer
mensen aan het werk. Dat blijft belangrijk, maar vooral vanuit het
sociaaleconomische perspectief om een zo breed mogelijk draagvlak voor de
welvaartsstaat te creëren. Als het puur gaat over de creatie van meer toekomstige
welvaart, dan is de productiviteitsgroei de belangrijkste factor.
We hebben in België wel een Nationale Raad voor de Productiviteit, maar is weinig
gekend.
Productiviteit betekent in essentie hoeveel output er per gewerkt uur wordt
gecreëerd.
Er is sprake van productiviteitsgroei als we erin slagen om meer welvaart te creëren
per gewerkt uur.
Slimmer werken, niet harder werken.
Hoe hoger de productiviteitsgroei, hoe lager de toekomstige vergrijzingsfactuur.
Als we er niet in slagen om de productiviteitsgroei op te krikken, dan wordt onze
welvaartstaat onbetaalbaar.
2.1. Wat is het probleem?
België behoort tot de meest productieve landen ter wereld.
- Deels gedwongen: technologie door hoge loonkosten, …
- Laag productieve jobs verwijderd
Stijgingstempo van de productiviteitsgroei is aan het stilvallen: minder ruimte voor
koopkrachtstijging, om extra welvaart te versterken en extra welvaart
De activering heeft allicht een negatieve impact op de productiviteitsgroei: te veel
focussen op minder productieve profielen.
2.2. Het kan beter
2.3. Naar een meer productieve economie
- Zet in op talent (in de breedst mogelijke zin): kennis, creativiteit,
aanpassingsvermogen, …
- Ga voor wereldtop in innovatie: nieuwe technologieën, aanpak, innovatie
- Erken de bijzondere rol voor multinationals
2.4. Regionale dimensie
Grote verschillen tussen de regio’s: eigen uitdagingen aanpakken.
2.5. Conclusie
Probleem: Alles wat we de komende decennia willen realiseren op het vlak van
hogere uitkeringen, hogere lonen of een sterkere welvaartsstaat, zal gefinancierd
moeten worden vanuit de productiviteitsgroei. Maar die groei is al decennialang aan
het vertragen, en die vertraging zet zich in België sterker door dan in veel andere
industrielanden.
Aanpak:
- Ook al is productiviteit geen onderwerp dat zich makkelijk leent voor politieke
marketing, toch moet het de absolute prioriteit zijn van het economische
3
België kan beter: Bart Van Craeynest
Inleiding
0.1. Wereld in transitie
De opeenvolgende crisissen van de voorbije jaren speelden zich af tegen de
achtergrond van een wereld in transitie, waarbij grote veranderingen op wereldvlak
ook een grote invloed hebben op onze samenleving, economie en welvaart. Veel van
die transities zijn al langer bezig, maar verschillende daarvan kwamen, mede door de
crisissen van de voorbije jaren, in een versnelling terecht. Hoe we omgaan met en
reageren op die transities zal doorslaggevend zijn voor de ontwikkeling van onze
toekomstige welvaart.
0.1.1. Demografische transitie
De bevolking veroudert.
0.1.2. Duurzame transitie
Stappen naar een klimaat neutrale economie en manier van leven dringen zich op.
0.1.3. Digitale transitie
0.1.4. Geopolitieke transitie
Bv Russische inval in Oekraïne.
0.1.5. Transitie in de globalisering
Grote economische blokken zoals China focussen zich explicieter op hun eigen
economische belangen en stellen zich strategischer tegenover de rest van de wereld.
Ook binnen Europa wordt in bepaalde landen nagedacht over een actiever industrieel
beleid.
Vlotte industriële handel wordt meer in vraag gesteld, maar blijft de motor van
welvaartscreatie.
0.2. Groei blijft cruciaal
Moderne Monetaire Theorie (MMT) = overheden moeten zich in principe geen zorgen
maken over hun begrotingstekorten of overheidsschulden.
Degrowth-theorie = deze theorie gaat ervan uit dat we om onze planeet te redden de
economie helemaal anders moeten gaan aanpakken.
Bv technologie te ontwikkelen waarmee we kunnen vliegen zonder uitstoot.
0.3. Enorme uitdagingen, enorm potentieel
Bv kijken hoe andere landen het aanpakken.
Dit boek bespreekt 10 domeinen die belangrijk zijn voor de welvaart.
Hoofdstuk 1: meer mensen aan het werk
Bijna 2 miljoen 20 tot 64-jarigen zijn niet aan het werk.
In essentie is onze economische activiteit de combinatie van hoeveel mensen werken
en hoeveel output die werkenden per persoon genereren.
Vanuit verschillende invalshoeken is meer mensen aan het werk dus positief voor
onze economische activiteit, en dus ook voor onze welvaart.
1
,1.1. Wat is het probleem?
In België wordt relatief weinig gewerkt.
- Krapte op de arbeidsmarkt
- (Te) smal draagvlak voor de welvaartsstaat
o Doordat er in België relatief weinig mensen aan het werk zijn, komt het
volle gewicht van de financiering van de welvaartsstaat terecht op de
schouders van een relatief bepekte groep werkenden
1.2. Het kan wel
1.2.1. Demografische bonus
Cohorte-effect = waarbij jongere leeftijdsgroepen van vrouwen die meer actief zijn op
de arbeidsmarkt, stilaan de oudere groepen die dat veel minder waren, vervangen.
1.2.2. Kwetsbare groepen
- Ouderen
- Laaggeschoolden
- Vrouwen met migratieachtergrond
1.3. Naar een beter werkende arbeidsmarkt
- Verlaag de belastingdruk op arbeid
- Maak meer flexibiliteit mogelijk
- Langer werken
- Creëer meer mogelijkheden voor laaggeschoolden en mensen met een
migratieachtergrond
1.4. Regionale dimensie
- Aanhoudende regionale verschillen
- Regionaal beleid
o Het arbeidsmarktbeleid kan beter volledig in regionale handen gelegd worden.
Op deze manier kan elke regio zelf inspelen op de specifieke lokale situatie
1.5. Conclusie
Probleem: Er werken in België te weinig mensen. Daardoor komt het totale gewicht
van onze welvaartstaat op een te beperkt aantal schouders terecht. Die situatie
dreigt nog te verergeren door de vergrijzing van de bevolking.
Aanpak:
- De meeste andere Europese landen slagen er wel in om meer mensen aan het
werk te krijgen/ te houden. Behalve beleidskeuzes uit het verleden zijn er geen
redenen waarom in België niet meer mensen kunnen werken
- Maatregelen om meer mensen aan het werk te krijgen, moeten vooral
focussen op die groepen die opmerkelijk moeilijk aan de bak komen op onze
arbeidsmarkt, met name ouderen, laaggeschoolden en nieuwkomers
- De situatie op de arbeidsmarkt in Vlaanderen, Wallonië en Brussel is zodanig
verschillend dat het weinig zin heeft om die aan te pakken met dezelfde
maatregelen. Het arbeidsmarktbeleid kan dan ook beter volledig in regionale
handen gelegd worden, zodat elk van de regio’s zelf kan inspelen op de
specifieke lokale situatie.
1.6. Vijf werven voor een revolutionair-vernieuwend arbeidsmarktbeleid
- Flexibiliteit
- Activering
- Diversiteit en inclusie
- Innovatie: technologie
- Universeel basisinkomen (UBI)
Hoofdstuk 2: slimmer werken
2
, Als we na 2000 dezelfde productiviteitsgroei als in 1980-2000 hadden kunnen
aanhouden, dan lag de totale economische activiteit in België vandaag 180 miljard
euro hoger en waren al onze budgettaire problemen opgelost.
De klemtoon van het economisch beleid lag de voorbije 20 jaar vooral op meer
mensen aan het werk. Dat blijft belangrijk, maar vooral vanuit het
sociaaleconomische perspectief om een zo breed mogelijk draagvlak voor de
welvaartsstaat te creëren. Als het puur gaat over de creatie van meer toekomstige
welvaart, dan is de productiviteitsgroei de belangrijkste factor.
We hebben in België wel een Nationale Raad voor de Productiviteit, maar is weinig
gekend.
Productiviteit betekent in essentie hoeveel output er per gewerkt uur wordt
gecreëerd.
Er is sprake van productiviteitsgroei als we erin slagen om meer welvaart te creëren
per gewerkt uur.
Slimmer werken, niet harder werken.
Hoe hoger de productiviteitsgroei, hoe lager de toekomstige vergrijzingsfactuur.
Als we er niet in slagen om de productiviteitsgroei op te krikken, dan wordt onze
welvaartstaat onbetaalbaar.
2.1. Wat is het probleem?
België behoort tot de meest productieve landen ter wereld.
- Deels gedwongen: technologie door hoge loonkosten, …
- Laag productieve jobs verwijderd
Stijgingstempo van de productiviteitsgroei is aan het stilvallen: minder ruimte voor
koopkrachtstijging, om extra welvaart te versterken en extra welvaart
De activering heeft allicht een negatieve impact op de productiviteitsgroei: te veel
focussen op minder productieve profielen.
2.2. Het kan beter
2.3. Naar een meer productieve economie
- Zet in op talent (in de breedst mogelijke zin): kennis, creativiteit,
aanpassingsvermogen, …
- Ga voor wereldtop in innovatie: nieuwe technologieën, aanpak, innovatie
- Erken de bijzondere rol voor multinationals
2.4. Regionale dimensie
Grote verschillen tussen de regio’s: eigen uitdagingen aanpakken.
2.5. Conclusie
Probleem: Alles wat we de komende decennia willen realiseren op het vlak van
hogere uitkeringen, hogere lonen of een sterkere welvaartsstaat, zal gefinancierd
moeten worden vanuit de productiviteitsgroei. Maar die groei is al decennialang aan
het vertragen, en die vertraging zet zich in België sterker door dan in veel andere
industrielanden.
Aanpak:
- Ook al is productiviteit geen onderwerp dat zich makkelijk leent voor politieke
marketing, toch moet het de absolute prioriteit zijn van het economische
3