Inleiding in de SPP
Het contextueel referentiekader ...................................................................................................... 3
1. Grondlegger van het contextueel gedachtegoed: Böszörnémyi-Nagy ....................................... 3
2. Uitgangspunten en basisbegrippen uit het contextueel begeleiden ......................................... 3
3. Grondhoudingen en handelwijzen ......................................................................................... 7
4. Genogrammen en ecogrammen. Een heldere kijk op gezinnen. ............................................... 8
5. Kritische kanttekeningen..................................................................................................... 10
Wegwijs in het landschap van de integrale jeugdhulp ...................................................................... 12
1. Brochure Rechten van de Minderjarige ’t Zitemzo ................................................................. 12
2. Met vereende kracht naar een nieuw jeugdhulp in Vlaanderen .............................................. 12
3. Krachtlijnen en decreet integrale jeugdhulp ......................................................................... 13
4. Integrale jeugdhulp: de intersectorale toegangspoort in een notendop .................................. 14
5. Schema van het jeugdhulplandschap .................................................................................. 15
Zorgzame scholen ......................................................................................................................... 16
1. Onderwijs in de 21e eeuw. ................................................................................................... 16
2. Het M-decreet .................................................................................................................... 16
3. Decreet leersteun ............................................................................................................... 17
4. De inclusieve leeromgeving................................................................................................. 22
5. Universal Design for Learning .............................................................................................. 23
Leerlingbegeleiding ....................................................................................................................... 25
1. Coördinatie van zorg in het basisonderwijs .......................................................................... 25
2. Zoeken naar afstemming tussen de taak binnen de zorgcoördinatie en het CLB ..................... 26
3. Coördinatie van zorg in het secundair onderwijs .................................................................. 27
4. Consultatieve leerlingbegeleiding ....................................................................................... 27
5. Contextuele leerlingbegeleiding .......................................................................................... 28
6. Conclusie en good practices ............................................................................................... 29
Nieuwe autoriteit en geweldloos verzet .......................................................................................... 30
1. Inleiding ............................................................................................................................. 30
2. Nieuwe autoriteit ................................................................................................................ 30
3. Geweldloos verzet: een krachtig antwoord op ernstig probleemgedrag .................................. 30
1
, 4. Conclusie .......................................................................................................................... 33
Herstelgericht handelen en werken op school ................................................................................ 33
1. De belangrijkste uitgangspunten ......................................................................................... 33
2. Drie interventieniveaus ....................................................................................................... 33
3. De Proactieve Cirkel ........................................................................................................... 34
4. De herstelcirkel .................................................................................................................. 34
5. Hergo................................................................................................................................. 34
Psychodiagnostiek in de SPP ......................................................................................................... 35
1. Inleiding ............................................................................................................................. 35
Handelingsgerichte diagnostiek ..................................................................................................... 35
1. Introductie ......................................................................................................................... 35
2. Knelpunten van de psychodiagnostiek ................................................................................. 36
3. Ontwikkelingen in diagnostiek ............................................................................................. 36
4. Uitgangspunten van de Handelingsgerichte diagnostiek ....................................................... 37
5. Praktijkmodel van de Handelingsgerichte diagnostiek .......................................................... 39
6. De fasen van de Handelingsgerichte Diagnostiek ................................................................. 39
7. Classificeren binnen HGD................................................................................................... 46
2
,Contouren in de SPP
Het contextueel referentiekader
1. Grondlegger van het contextueel gedachtegoed: Böszörnémyi-Nagy
Nagy = een Hongaarse psychiater.
- Betrok het bredere familiesysteem en vorige generaties bij therapie
- Intergenerationele benadering = een therapeutische visie die zich richt op de invloed van
familiebanden, loyaliteiten en rechtvaardigheid over generaties heen.
- Contextueel = problemen worden in de context van de familiegeschiedenis geplaatst.
- De 4e dimensie van Nagy = de relationele ethiek
o De balans van geven en ontvangen in relaties
§ Centraal: rechtvaardigheid, wederkerigheid en zorg voor elkaar
o Gezonde relaties ontstaan wanneer er een evenwicht is tussen wat mensen aan elkaar
geven en van elkaar ontvangen, rekening houdend met de behoeften en belangen van
alle betrokkenen.
2. Uitgangspunten en basisbegrippen uit het contextueel begeleiden
Vier dimensies:
1. Eerste dimensie: de feiten
- = objectieve gegevens die echt waar zijn en gebeurtenissen die in werkelijkheid hebben
plaatsgevonden.
- Het feit kan een belangrijke verklaring zijn voor gedrag.
- Onrecht = gebeurtenissen of omstandigheden die een beschadigend eaect hebben op het
leven van een mens.
- Verdelend onrecht = onrecht waaraan niemand direct schuld heeft of verantwoordelijk voor is.
- Vergeldend onrecht = onrecht en leed dat mensen elkaar (on)bewust aandoen.
3
, 2. Tweede dimensie: de psychologie
- = subjectief
- Inzicht krijgen in de wijze waarop iemand de feiten verwerkt (heeft) en de gevolgen daarvan voor
de persoonlijkheidsontwikkeling.
3. Derde dimensie: de interacties
- Centraal: de interactie- en communicatiepatronen binnen een gezinssysteem.
- Het onderkennen van patronen van waarneembaar gedrag.
4. Vierde dimensie: de relationele ethiek (existentieel-ethisch)
- = oog krijgen voor de manier waarop de eerste drie dimensies invloed hebben gehad op de
balans tussen geven en ontvangen.
- Basis van ons mens-zijn: we gaan op een loyale, betrouwbare manier met elkaar om.
- Kritiek van Nagy: te veel theorieën zijn gericht op persoonlijke groei en zelfrealisatie + te weinig
oog voor de winst van het zorgen voor een ander.
- Begrippen die binnen dit gebied vallen:
o Loyaliteit
o Vertrouwen
o Betrouwbaarheid
o Verdienste
o Schuld
De samenhang tussen de vier dimensies:
- In gesprek met CL:
o De feiten
o De psychologie
o De interactie- en communicatiepatronen
- Nadien: welke consequenties hebben die gegevens voor de balans tussen geven en
ontvangen?
4
Het contextueel referentiekader ...................................................................................................... 3
1. Grondlegger van het contextueel gedachtegoed: Böszörnémyi-Nagy ....................................... 3
2. Uitgangspunten en basisbegrippen uit het contextueel begeleiden ......................................... 3
3. Grondhoudingen en handelwijzen ......................................................................................... 7
4. Genogrammen en ecogrammen. Een heldere kijk op gezinnen. ............................................... 8
5. Kritische kanttekeningen..................................................................................................... 10
Wegwijs in het landschap van de integrale jeugdhulp ...................................................................... 12
1. Brochure Rechten van de Minderjarige ’t Zitemzo ................................................................. 12
2. Met vereende kracht naar een nieuw jeugdhulp in Vlaanderen .............................................. 12
3. Krachtlijnen en decreet integrale jeugdhulp ......................................................................... 13
4. Integrale jeugdhulp: de intersectorale toegangspoort in een notendop .................................. 14
5. Schema van het jeugdhulplandschap .................................................................................. 15
Zorgzame scholen ......................................................................................................................... 16
1. Onderwijs in de 21e eeuw. ................................................................................................... 16
2. Het M-decreet .................................................................................................................... 16
3. Decreet leersteun ............................................................................................................... 17
4. De inclusieve leeromgeving................................................................................................. 22
5. Universal Design for Learning .............................................................................................. 23
Leerlingbegeleiding ....................................................................................................................... 25
1. Coördinatie van zorg in het basisonderwijs .......................................................................... 25
2. Zoeken naar afstemming tussen de taak binnen de zorgcoördinatie en het CLB ..................... 26
3. Coördinatie van zorg in het secundair onderwijs .................................................................. 27
4. Consultatieve leerlingbegeleiding ....................................................................................... 27
5. Contextuele leerlingbegeleiding .......................................................................................... 28
6. Conclusie en good practices ............................................................................................... 29
Nieuwe autoriteit en geweldloos verzet .......................................................................................... 30
1. Inleiding ............................................................................................................................. 30
2. Nieuwe autoriteit ................................................................................................................ 30
3. Geweldloos verzet: een krachtig antwoord op ernstig probleemgedrag .................................. 30
1
, 4. Conclusie .......................................................................................................................... 33
Herstelgericht handelen en werken op school ................................................................................ 33
1. De belangrijkste uitgangspunten ......................................................................................... 33
2. Drie interventieniveaus ....................................................................................................... 33
3. De Proactieve Cirkel ........................................................................................................... 34
4. De herstelcirkel .................................................................................................................. 34
5. Hergo................................................................................................................................. 34
Psychodiagnostiek in de SPP ......................................................................................................... 35
1. Inleiding ............................................................................................................................. 35
Handelingsgerichte diagnostiek ..................................................................................................... 35
1. Introductie ......................................................................................................................... 35
2. Knelpunten van de psychodiagnostiek ................................................................................. 36
3. Ontwikkelingen in diagnostiek ............................................................................................. 36
4. Uitgangspunten van de Handelingsgerichte diagnostiek ....................................................... 37
5. Praktijkmodel van de Handelingsgerichte diagnostiek .......................................................... 39
6. De fasen van de Handelingsgerichte Diagnostiek ................................................................. 39
7. Classificeren binnen HGD................................................................................................... 46
2
,Contouren in de SPP
Het contextueel referentiekader
1. Grondlegger van het contextueel gedachtegoed: Böszörnémyi-Nagy
Nagy = een Hongaarse psychiater.
- Betrok het bredere familiesysteem en vorige generaties bij therapie
- Intergenerationele benadering = een therapeutische visie die zich richt op de invloed van
familiebanden, loyaliteiten en rechtvaardigheid over generaties heen.
- Contextueel = problemen worden in de context van de familiegeschiedenis geplaatst.
- De 4e dimensie van Nagy = de relationele ethiek
o De balans van geven en ontvangen in relaties
§ Centraal: rechtvaardigheid, wederkerigheid en zorg voor elkaar
o Gezonde relaties ontstaan wanneer er een evenwicht is tussen wat mensen aan elkaar
geven en van elkaar ontvangen, rekening houdend met de behoeften en belangen van
alle betrokkenen.
2. Uitgangspunten en basisbegrippen uit het contextueel begeleiden
Vier dimensies:
1. Eerste dimensie: de feiten
- = objectieve gegevens die echt waar zijn en gebeurtenissen die in werkelijkheid hebben
plaatsgevonden.
- Het feit kan een belangrijke verklaring zijn voor gedrag.
- Onrecht = gebeurtenissen of omstandigheden die een beschadigend eaect hebben op het
leven van een mens.
- Verdelend onrecht = onrecht waaraan niemand direct schuld heeft of verantwoordelijk voor is.
- Vergeldend onrecht = onrecht en leed dat mensen elkaar (on)bewust aandoen.
3
, 2. Tweede dimensie: de psychologie
- = subjectief
- Inzicht krijgen in de wijze waarop iemand de feiten verwerkt (heeft) en de gevolgen daarvan voor
de persoonlijkheidsontwikkeling.
3. Derde dimensie: de interacties
- Centraal: de interactie- en communicatiepatronen binnen een gezinssysteem.
- Het onderkennen van patronen van waarneembaar gedrag.
4. Vierde dimensie: de relationele ethiek (existentieel-ethisch)
- = oog krijgen voor de manier waarop de eerste drie dimensies invloed hebben gehad op de
balans tussen geven en ontvangen.
- Basis van ons mens-zijn: we gaan op een loyale, betrouwbare manier met elkaar om.
- Kritiek van Nagy: te veel theorieën zijn gericht op persoonlijke groei en zelfrealisatie + te weinig
oog voor de winst van het zorgen voor een ander.
- Begrippen die binnen dit gebied vallen:
o Loyaliteit
o Vertrouwen
o Betrouwbaarheid
o Verdienste
o Schuld
De samenhang tussen de vier dimensies:
- In gesprek met CL:
o De feiten
o De psychologie
o De interactie- en communicatiepatronen
- Nadien: welke consequenties hebben die gegevens voor de balans tussen geven en
ontvangen?
4