Methodisch werken in de gezondheidszorg (boek)
Lees het Hoofdstuk 2 van het boek 'Methodisch werken in de gezondheidszorg' (blz. 49-54) en
beantwoordt volgende vragen:
• Welke evoluties en trends in de maatschappij bepalen onze gezondheidszorg?
• Welke impact heeft dat op de organisatie van de gezondheidszorg?
• Met welke uitdagingen worden we als gezondheidswerker geconfronteerd?
• Welke implicatie heeft dat voor de patiënt?
Hoofdstuk 2: evoluCes en trends in de gezondheidszorg en maatschappij
2.1 De gezondheidszorg komt budgeIair onder druk te staan
Recente maatschappelijke ontwikkelingen hebben een grote impact op de organisa>e van de
gezondheidszorg. Een belangrijke ontwikkelingen is de vermindering van het beschikbare budget in
verhouding tot de s>jgende noden en complexiteit aan de zorg. Dit heeC als gevolg dat zorgprocessen
anders georganiseerd worden. Daarom zijn crea>viteit, innova>e en digitalisering heel belangrijk
geworden om kwaliteitsvolle zorg te blijven verlenen.
2.2 DeïnsCtuConalisering
Een andere tendens, deels geïnspireerd door de besparingen, is die van zo lang mogelijk thuis blijven
wonen. Met andere woorden, de cliënt moet mits de nodige ondersteuning van de thuiscontext, zo lang
mogelijk buiten de muren van een organisa>e kunnen leven. De zorg wordt hierdoor meer en meer in de
eerste lijn verleend.
2.3 Chronische zorg
Door de medische ontwikkelingen en mogelijkheden is de levensduur verlengd. We worden
geconfronteerd met een ouder wordende popula>e. De vergrijzing heeC een grote impact op de
gezondheidszorg. Naast de vergrijzing zien we een toename aan chronische ziekten. Terwijl we vroeger
een heel acuut georiënteerde gezondheidszorg hadden, merken we verschuiving naar veel meer
chronische zorg. Een chronische zorg impliceert een meer langdurige ondersteuning gekenmerkt door
wisselende zorg- en ondersteuningsnoden.
2.4 Een inclusieve samenleving
Er is een verschuiving merkbaar in de maatschappij van ‘exclusie naar inclusie’. In de jaren 1945-1970 werd
uitgegaan van het defectmodel waarbij een duidelijk onderscheid gemaakt werd tussen personen met een
beperking en personen zonder een beperking. Zorgbehoevenden werden afgezonderd in ins>tuten en
samengebracht bij gelijken. Vanaf de jaren 1990 kreeg het integra>emodel meer aanhangers. Hierbij ligt
de focus op het integreren van de persoon binnen zijn sociale netwerken en de maatschappij. Zich
integreren in een maatschappij impliceert dat de persoon met een beperking zich aanpast aan de norm.
De persoon met een beperking is nog steeds een aparte groep binnen de samenleving. Die groep (zij-
groep) moet zich aanpassen aan de wij-groep. Voor mensen met een beperking is dit niet al>jd mogelijk
waardoor dit model onder druk kwam te staan. Personen met een beperking worden aanzien als burgers
zoals iedereen. Ze hebben enkel meer ondersteuning nodig. Het burgerschapmodel of
ondersteuningsmodel stelt dat de omgeving zich aanpast aan de persoon met een beperking. Van een wij-
en zij- groep is er geen sprake meer.
Lees het Hoofdstuk 2 van het boek 'Methodisch werken in de gezondheidszorg' (blz. 49-54) en
beantwoordt volgende vragen:
• Welke evoluties en trends in de maatschappij bepalen onze gezondheidszorg?
• Welke impact heeft dat op de organisatie van de gezondheidszorg?
• Met welke uitdagingen worden we als gezondheidswerker geconfronteerd?
• Welke implicatie heeft dat voor de patiënt?
Hoofdstuk 2: evoluCes en trends in de gezondheidszorg en maatschappij
2.1 De gezondheidszorg komt budgeIair onder druk te staan
Recente maatschappelijke ontwikkelingen hebben een grote impact op de organisa>e van de
gezondheidszorg. Een belangrijke ontwikkelingen is de vermindering van het beschikbare budget in
verhouding tot de s>jgende noden en complexiteit aan de zorg. Dit heeC als gevolg dat zorgprocessen
anders georganiseerd worden. Daarom zijn crea>viteit, innova>e en digitalisering heel belangrijk
geworden om kwaliteitsvolle zorg te blijven verlenen.
2.2 DeïnsCtuConalisering
Een andere tendens, deels geïnspireerd door de besparingen, is die van zo lang mogelijk thuis blijven
wonen. Met andere woorden, de cliënt moet mits de nodige ondersteuning van de thuiscontext, zo lang
mogelijk buiten de muren van een organisa>e kunnen leven. De zorg wordt hierdoor meer en meer in de
eerste lijn verleend.
2.3 Chronische zorg
Door de medische ontwikkelingen en mogelijkheden is de levensduur verlengd. We worden
geconfronteerd met een ouder wordende popula>e. De vergrijzing heeC een grote impact op de
gezondheidszorg. Naast de vergrijzing zien we een toename aan chronische ziekten. Terwijl we vroeger
een heel acuut georiënteerde gezondheidszorg hadden, merken we verschuiving naar veel meer
chronische zorg. Een chronische zorg impliceert een meer langdurige ondersteuning gekenmerkt door
wisselende zorg- en ondersteuningsnoden.
2.4 Een inclusieve samenleving
Er is een verschuiving merkbaar in de maatschappij van ‘exclusie naar inclusie’. In de jaren 1945-1970 werd
uitgegaan van het defectmodel waarbij een duidelijk onderscheid gemaakt werd tussen personen met een
beperking en personen zonder een beperking. Zorgbehoevenden werden afgezonderd in ins>tuten en
samengebracht bij gelijken. Vanaf de jaren 1990 kreeg het integra>emodel meer aanhangers. Hierbij ligt
de focus op het integreren van de persoon binnen zijn sociale netwerken en de maatschappij. Zich
integreren in een maatschappij impliceert dat de persoon met een beperking zich aanpast aan de norm.
De persoon met een beperking is nog steeds een aparte groep binnen de samenleving. Die groep (zij-
groep) moet zich aanpassen aan de wij-groep. Voor mensen met een beperking is dit niet al>jd mogelijk
waardoor dit model onder druk kwam te staan. Personen met een beperking worden aanzien als burgers
zoals iedereen. Ze hebben enkel meer ondersteuning nodig. Het burgerschapmodel of
ondersteuningsmodel stelt dat de omgeving zich aanpast aan de persoon met een beperking. Van een wij-
en zij- groep is er geen sprake meer.