1. Bespreek de theorie van het Pareto-optium. Geef twee nuanceringen.
2. Bespreek de dubbele oorsprong van het marginalisme.
3. Bespreek de neoklassieke conjunctuurtheorie. Geef ook het verschil met Keynes.
4. Bespreek de conjunctuurtheorie van Marx
5. Bespreek de theorie van Lucas en de RBC theorie.
6. Bespreek het verschil tussen de korte en langetermijnkosten bij Marshall.
7. Geef het algemeen evenwichtsmodel van Walras.
8. Wat is het industrieel mercantilisme? Leg uit en geef de eventuele kritiek(en) en eventuele
verdediging(en).
9. Marginalisme wordt vooral vertegenwoordigd door Menger en Jevons. Wat was de tweevoudige
oorsprong van het marginalistisch schrijven en wat is het essentiële verschil tussen Menger en Jevons
(duid met een voorbeeld).
10. Wat is kenmerkend voor een institutionalist? Pas toe op de theorie van “conspicious prices”.
11. Leg uit: contractcurve, impôt unique en quasi-rente in maximum 5 lijnen.
12. Hoe wordt de grondrente bepaald bij de klassieke economen? Geef ook de link met de
groeitheorie van Ricardo.
13. Geef de theorie van economische groei van Ricardo.
14. Omschrijf de kostentheorie van Marshall op KT en geef tevens de verschillen met zijn theorie op
LT.
15. Leg absolute en relatieve meerwaardevorming (Marx) uit.
16. Leg uit in maximum 5 lijnen: specie-flow-mechanisme, objectieve waardeleer en falsificationisme.
17. Omschrijf de groeitheorie van Maltus.
18. Leg de uitbuitingsleer van Marx uit.
19. Wat willen Menger en Jevons zeggen met bygones are bygones?
20. Omschrijf kwantitatief en kwalitatief pareto-optimaliteit.
21. Vergelijk monopolistische concurrentie bij Chamberlin met Marshalliaanse kosten op LT.
22. Geef de kritiek van Quesnay op de mercantilisten en verklaar hoe je dit merkt in zijn visie op
economisch beleid.
23. Geef de theorie van de arbeidsvraag van de neoklassieken. Wat is de kritiek hierop? Wat is het
verschil tussen de arbeidsvergoeding van de klassieken en die van de neoklassieken?
24. Waarom kan volledige tewerkstelling bij Keynes niet?
25. Leg uit hoe Marshall uit de nutsanalyse de goederenvraag afleidt. Gaat Veblen hier mee akkoord?
(linken aan de Giffen-goederen)