1 Hout en bomen
1.1 Inleiding
- Van alle tijden
- Onderhoudsvriendelijk
- Natuurlijke isolatie
- Duurzaam
- ….
1.2 Waarom hout ?
1. Gezond
Gunstig effect op binnenklimaat
Gezonder wonen in omgeving met veel hout
Natuurlijke absorptievermogen van een onbehandeld houtoppervlakte hout de luchtvochtigheid stabiel
2. Hygiënisch
Geschikt voor in de keuken
Bacteriën hebben minder overlevingskansen op hout
3. Zuinig
Hout = poreus waardoor het weinig weeg – en toch goed isoleert
Heeft een lage thermische geleidbaarheid
Geen koudebruggen
Hout vraagt het minste energie om te verwerken of te vervoeren
4. Brandveilig
Hout beschermt zichzelf – dus brandveilig
Als het verbrand vormt zich een houtskool laag aan het oppervlakte
Die vertraagt de verbranding en beschermt zo het onderliggende hout
5. Comfortabel
Aangenaam om aan te raken
Reguleert de luchtvochtigheid in de ruimte
Mooi
6. Milieuvriendelijk
Hernieuwbare grondstof
Haalt CO2 uit de lucht (niet meer als het gekapt is)
Groeit altijd opnieuw
7. Duurzaam
HOE LANG GAAT HOUT MEE, proef die jaren duurt om duurzaamheidsklasse te bepalen
GAAT NIET OVER MILIEU!!!
8. Onderhoudsvriendelijk
Als je het mooi laat afwerken heb je achteraf bijna geen onderhoud meer nodig
1
, 9. Mooi
Elk eigen kleur en patroon
1.3 Anatomie van de boom
- Loofhout : meest bladverliezend en zwaarder hout
- Naaldhout : geen bladeren, minder naalden verliezen
Boom bestaat uit :
- Wortels
- Stam
- Kruin
Wortels :
Haalt water met daarin opgeloste mineralen uit de bodem
Voornaamste minerale bestanddelen : verbindingen van de elementen stikstof, fosfor, calcium, ijzer,…
Bladeren :
Bestaan hoofdzakelijk uit zuurstof en CO2, stikstof en waterdamp : allemaal minerale stoffen
Minerale stoffen uit de grond – worden omgezet in organisch materiaal
Door fotosynthese = chemisch proces waarbij water en zonlicht nodig is
Water + opgeloste minerale stoffen worden door de wortels met wortelhaartjes opgezogen
Stijgt op via de stam, de takken en de twijgen naar de bladeren – de bladeren groeien dan in de atmosfeer
Gaat via de kanalen in het spinthout, de zogenaamde houtvaten
(spinthout = jonge hout tussen de bast en het kernhout)
In de bladeren wordt organisch materiaal gemaakt uit minerale stoffen
Door de huidmontjes (kleine openingen in de opperhuid van het blad) dringt met koolzuurgas beladen lucht
binnen in het bladweefsel
Waar in contact met bladgroen het koolzuurgas, de minerale stoffen en het water worden omgezet onder
invloed van het zonlicht in suikermoleculen
De vrijkomende zuurstof (door fotosynthese) wordt uitgescheiden in de lucht
De organische moleculen worden in de vorm van waterige oplossing naar alle levende delen van de plat
getransporteerd, waar ze worden verbruikt voor de groei en de werking en het onderhoud en de reparatie van de
organen
Dit transporteren vindt plaats via een net van andere kanalen dan de houtvaten, namelijk de bastvaten
2
, kernhout : dit hout is meestal zwaarder, harder en
donkerder dan het spinthout eromheen
bestaat uit afgestorven cellen van het spint
bij sommige houtsoorten (berk, els, haagbeuk) is er
geen onderscheiding tussen kernhout en spinthout
spinthout :
rond het kernhout
water + voedingsstoffen wordt door het spinthout naar
boven gebracht (naar de bladeren)
oudste cellen in het spinthout sterven na tijd af en
gaan dan over in kernhout
is lichter, lichter van kleur en zachter
bij vers gezaagde bomen is het vochtgehalte bij
spinthout hoger dan bij kernhout
cambium :
buiten spinthout en onder de bast
meest levende gebied van de boom waarin de breedtegroei plaatsvindt door continue celdeling
bast :
over het cambium
via de bast worden de afvalproducten van de bladeren als sap naar beneden (wortels) gevoerd
aan de buitenkant van de bast sterven continu cellen af en gaan dan over in schors
schors :
bast wordt afgedekt en beschermd door de schors
schors = dode materie – gaat vaat scheuren en schilferen naarmate de boom in diameter groeit
andere levensverrichting van de boom :
boom ademt :
haalt uit de lucht de vereiste zuurstof voor het verbranden van organisch materiaal en de
verbrandingsproducten water en kooldioxide uitscheidt –daarvoor heeft hij veel energie nodig
de boom moet meer produceren dan verbruiken
de ademhaling gaat ook door tijdens de nacht bij stilstaande fotosynthese
3
, de boom transpireert :
hij scheidt water af
meer dan alleen verdamping van het overtollige water in de weefsels
de boom moet veel problemen oplossen (openen en sluiten van huismondjes, bladverlies na overplanting, en
overleven van droogteperiodes )
huidmondjes moeten gassen laten passeren voor de stofwisseling
maar moeten ook sluiten om overdreven waterverlies te vermijden
taak schors : beschermt boom tegen uitdroging, beschadiging, infectie, door insecten veroorzaakte schade,…
maar moet ook ademen -- daarvoor zorgen de lenticellen : kleine openingen met verdikte rand in het kurklaagje
van de schors die de lucht met de vereiste zuurstof doorlaten
groei van de boom :
het sap die verwerkt is in de bladeren bereikt via de bastkanalen het cambium
cambium : vormt door celdeling houtweefsels aan de binnenkant en bastweefsels aan de buitenkant
het houtmassa neemt dus heel de tijd toe
ieder jaar komt er een nieuwe houtring ; een jaarring
elke ring bestaat uit : licht gekleurd vroeg hout of voorjaarshout, een laag dichter gebouwd donkerder gekleurd
laat hout of zomerhout
voorjaarshout = los gebouwd met grote cellen en weinig vezels
omdat het veel water voor de snelle groei na de winter moet doorlaten
je ziet duidelijk het verschil tussen voorjaarshout en zomerhout – waardoor je de jaarringen kan tellen en zo de
leeftijd van een boom kunt weten – je moet daarvoor de boom vellen
er bestaan daarvoor speciale houtboren waarmee uit het hout een boorkern wordt gehaald voor het tellen van
de jaarringen
ook leeftijd bepalen op grond van zijn hoogtegroei – minder nauwkeurig
de sapstroom van de bladeren afkomstig, bereikt ook de knoppen aan de uiteinden van de stap, de takken en
de twijgen die daardoor uitlopen in de vorm van top- en zijloten
de boom groeit omhoog, zijn takken worden zwaarder en langer
hij vormt nieuwe bladeren, nieuwe laboratoria voor organische synthese
de normale ontwikkeling van een boomstam in het bos gaat gepaard met afsterven van de onderste takken –
ten gevolge van lichtgebrek (door andere bomen en de bovenste takken)
dit is de spontane stamreiniging van de boom
boom groeit in de hoogte en de breedte : hoogtegroei en diktegroei
hoogte volwassenboom varieert van : 1m tot 115m
stamomtrek : van enkele cm tot tientallen meters (30m)
4
1.1 Inleiding
- Van alle tijden
- Onderhoudsvriendelijk
- Natuurlijke isolatie
- Duurzaam
- ….
1.2 Waarom hout ?
1. Gezond
Gunstig effect op binnenklimaat
Gezonder wonen in omgeving met veel hout
Natuurlijke absorptievermogen van een onbehandeld houtoppervlakte hout de luchtvochtigheid stabiel
2. Hygiënisch
Geschikt voor in de keuken
Bacteriën hebben minder overlevingskansen op hout
3. Zuinig
Hout = poreus waardoor het weinig weeg – en toch goed isoleert
Heeft een lage thermische geleidbaarheid
Geen koudebruggen
Hout vraagt het minste energie om te verwerken of te vervoeren
4. Brandveilig
Hout beschermt zichzelf – dus brandveilig
Als het verbrand vormt zich een houtskool laag aan het oppervlakte
Die vertraagt de verbranding en beschermt zo het onderliggende hout
5. Comfortabel
Aangenaam om aan te raken
Reguleert de luchtvochtigheid in de ruimte
Mooi
6. Milieuvriendelijk
Hernieuwbare grondstof
Haalt CO2 uit de lucht (niet meer als het gekapt is)
Groeit altijd opnieuw
7. Duurzaam
HOE LANG GAAT HOUT MEE, proef die jaren duurt om duurzaamheidsklasse te bepalen
GAAT NIET OVER MILIEU!!!
8. Onderhoudsvriendelijk
Als je het mooi laat afwerken heb je achteraf bijna geen onderhoud meer nodig
1
, 9. Mooi
Elk eigen kleur en patroon
1.3 Anatomie van de boom
- Loofhout : meest bladverliezend en zwaarder hout
- Naaldhout : geen bladeren, minder naalden verliezen
Boom bestaat uit :
- Wortels
- Stam
- Kruin
Wortels :
Haalt water met daarin opgeloste mineralen uit de bodem
Voornaamste minerale bestanddelen : verbindingen van de elementen stikstof, fosfor, calcium, ijzer,…
Bladeren :
Bestaan hoofdzakelijk uit zuurstof en CO2, stikstof en waterdamp : allemaal minerale stoffen
Minerale stoffen uit de grond – worden omgezet in organisch materiaal
Door fotosynthese = chemisch proces waarbij water en zonlicht nodig is
Water + opgeloste minerale stoffen worden door de wortels met wortelhaartjes opgezogen
Stijgt op via de stam, de takken en de twijgen naar de bladeren – de bladeren groeien dan in de atmosfeer
Gaat via de kanalen in het spinthout, de zogenaamde houtvaten
(spinthout = jonge hout tussen de bast en het kernhout)
In de bladeren wordt organisch materiaal gemaakt uit minerale stoffen
Door de huidmontjes (kleine openingen in de opperhuid van het blad) dringt met koolzuurgas beladen lucht
binnen in het bladweefsel
Waar in contact met bladgroen het koolzuurgas, de minerale stoffen en het water worden omgezet onder
invloed van het zonlicht in suikermoleculen
De vrijkomende zuurstof (door fotosynthese) wordt uitgescheiden in de lucht
De organische moleculen worden in de vorm van waterige oplossing naar alle levende delen van de plat
getransporteerd, waar ze worden verbruikt voor de groei en de werking en het onderhoud en de reparatie van de
organen
Dit transporteren vindt plaats via een net van andere kanalen dan de houtvaten, namelijk de bastvaten
2
, kernhout : dit hout is meestal zwaarder, harder en
donkerder dan het spinthout eromheen
bestaat uit afgestorven cellen van het spint
bij sommige houtsoorten (berk, els, haagbeuk) is er
geen onderscheiding tussen kernhout en spinthout
spinthout :
rond het kernhout
water + voedingsstoffen wordt door het spinthout naar
boven gebracht (naar de bladeren)
oudste cellen in het spinthout sterven na tijd af en
gaan dan over in kernhout
is lichter, lichter van kleur en zachter
bij vers gezaagde bomen is het vochtgehalte bij
spinthout hoger dan bij kernhout
cambium :
buiten spinthout en onder de bast
meest levende gebied van de boom waarin de breedtegroei plaatsvindt door continue celdeling
bast :
over het cambium
via de bast worden de afvalproducten van de bladeren als sap naar beneden (wortels) gevoerd
aan de buitenkant van de bast sterven continu cellen af en gaan dan over in schors
schors :
bast wordt afgedekt en beschermd door de schors
schors = dode materie – gaat vaat scheuren en schilferen naarmate de boom in diameter groeit
andere levensverrichting van de boom :
boom ademt :
haalt uit de lucht de vereiste zuurstof voor het verbranden van organisch materiaal en de
verbrandingsproducten water en kooldioxide uitscheidt –daarvoor heeft hij veel energie nodig
de boom moet meer produceren dan verbruiken
de ademhaling gaat ook door tijdens de nacht bij stilstaande fotosynthese
3
, de boom transpireert :
hij scheidt water af
meer dan alleen verdamping van het overtollige water in de weefsels
de boom moet veel problemen oplossen (openen en sluiten van huismondjes, bladverlies na overplanting, en
overleven van droogteperiodes )
huidmondjes moeten gassen laten passeren voor de stofwisseling
maar moeten ook sluiten om overdreven waterverlies te vermijden
taak schors : beschermt boom tegen uitdroging, beschadiging, infectie, door insecten veroorzaakte schade,…
maar moet ook ademen -- daarvoor zorgen de lenticellen : kleine openingen met verdikte rand in het kurklaagje
van de schors die de lucht met de vereiste zuurstof doorlaten
groei van de boom :
het sap die verwerkt is in de bladeren bereikt via de bastkanalen het cambium
cambium : vormt door celdeling houtweefsels aan de binnenkant en bastweefsels aan de buitenkant
het houtmassa neemt dus heel de tijd toe
ieder jaar komt er een nieuwe houtring ; een jaarring
elke ring bestaat uit : licht gekleurd vroeg hout of voorjaarshout, een laag dichter gebouwd donkerder gekleurd
laat hout of zomerhout
voorjaarshout = los gebouwd met grote cellen en weinig vezels
omdat het veel water voor de snelle groei na de winter moet doorlaten
je ziet duidelijk het verschil tussen voorjaarshout en zomerhout – waardoor je de jaarringen kan tellen en zo de
leeftijd van een boom kunt weten – je moet daarvoor de boom vellen
er bestaan daarvoor speciale houtboren waarmee uit het hout een boorkern wordt gehaald voor het tellen van
de jaarringen
ook leeftijd bepalen op grond van zijn hoogtegroei – minder nauwkeurig
de sapstroom van de bladeren afkomstig, bereikt ook de knoppen aan de uiteinden van de stap, de takken en
de twijgen die daardoor uitlopen in de vorm van top- en zijloten
de boom groeit omhoog, zijn takken worden zwaarder en langer
hij vormt nieuwe bladeren, nieuwe laboratoria voor organische synthese
de normale ontwikkeling van een boomstam in het bos gaat gepaard met afsterven van de onderste takken –
ten gevolge van lichtgebrek (door andere bomen en de bovenste takken)
dit is de spontane stamreiniging van de boom
boom groeit in de hoogte en de breedte : hoogtegroei en diktegroei
hoogte volwassenboom varieert van : 1m tot 115m
stamomtrek : van enkele cm tot tientallen meters (30m)
4