REFLECTEREN
Les 1 observeren en reflecteren
Opstellen van doelstellingen
1. Inleiding: Studiefiche
2. Hulpvraag/doelgerichte zorg
Wie wist heel goed welke studierichting hij/zij wilde volgen?
Welke stappen heb je ondernomen? Infosessie online, info gevraagd via opleidingen… om tot
je keuze te komen. Dit is een vorm van hulpvraag en heb je die aan de hand van verschillende
kanalen proberen op te lossen.
Binnen de zorg ga je bepaalde hulpvragen krijgen van de cliënt die je gaat proberen op te
lossen met een aantal disciplines.
Podcast: start to run is een app om te leren 5 km lopen. Waarom gaan mensen een podcast
start to run volgen? De mensen die het volgen hebben een bepaalde hulpvraag. Ze willen bv
fysiek actiever zijn, zich beter voelen, een betere conditie hebben… Iemand anders gaat bv
een start to run programma volgen om af te vallen. Wat is de persoon zijn doel? Wat wenst
hij te bereiken. Dat is niet voor iedereen identiek.
Op het einde van de rit zal die persoon dan 30 minuten aan een stuk kunnen lopen.
De begeleider van de podcast die de persoon zal helpen om 5 km te kunnen lopen is in dit
geval Evi. Ze is de professionele ondersteuning die de persoon zal helpen in z’n hulpvraag en
z’n doel te gaan bereiken.
De vraag is: welke ondersteuning heeft een persoon nodig om de hulpvraag op te lossen?
Voorbeeld uit de praktijk: amputatie van de onderste lidmaten
1 of 2 benen geamputeerd door een ziekte.
, De persoon zal bij je komen met de (hulp)vraag ik wil alles doen wat ik vroeger deed, ik wil
terug kunnen lopen is niet realistisch op dat moment. Maar hij vraagt: ’geef me mijn oude
leven terug’. Ondanks het feit dat hij geen benen meer heeft.
Vertaald naar revalidatietermen betekent dat dat je die persoon wilt begeleiden naar
autonomie. Het doel zal zijn: we willen dat de cliënt weer autonoom, zelfstandig kan leven.
= overkoepelend doel, de arts, kine, ergo zullen allemaal werken naar dat einddoel dat de
persoon stelt.
Kernprobleem= Als de persoon met de amputatie bij je komt, die heeft een bepaalde
hulpvraag. Als professional ga je er een bepaald idee rond ontwikkelen, de visie van het team
gaan ontwikkelen. We hebben een grote kennis om te weten hoe je met die persoon de
hulpvraag kunt oplossen. Je moet je hulpvraag in het communiceren gaan bepalen. Het is
belangrijk dat jij en de patiënt op de zelfde lijn zitten om het probleem te gaan uitdiepen, van
wat we willen bereiken. Bespreek met de cliënt welke stappen je wil ondernemen om een
probleem op te lossen die u hulpvraag is. Communiceren is hierbij heel belangrijk!
Casus 2: Daniëlles droom (p.146/147)
Hulpvraag: gelukkig en gemotiveerd zijn
Welk doel formuleer je voor dit meisje?
- Gelukkig en gemotiveerd kunnen leven
- Daniëlle wil opnieuw zelfvertrouwen krijgen & minder onzeker zijn
- Daniëlle terug helpen om zelfstandig door het leven te gaan met behulp van bepaalde
hulpmiddel zoals een rolstoel
- Ze wilt gelukkig zijn en weer alles zelf kunnen doen
- Aanbieden van hulpmiddelen, naar het toilet kunnen gaan, zelfstandig kunnen zijn
- Gelukkig zijn en doen wat ze graag doet op haar eigen tempo, waardoor ze minder
onzeker is.
3. Doelen
Een doel is een situatie, kennis of vaardigheid, waarvan gewenst is dat deze binnen de
looptijd van het plan wordt bereikt. Doelen zijn gebaseerd op de ondersteuningsbehoeften
en de wensen van de cliënt en de context. (Je doelen zijn gebaseerd op een bepaalde wens
of ondersteuningsbehoefte van je cliënt en context. Wij gaan dat aanpakken bij de situatie of
binnen de kennis of binnen de vaardigheden dat ze kan.)
Bij een kindje in het normaal onderwijs die problemen ondervindt gaat het kennisniveau
belangrijk zijn. Bij iemand die met een rolstoel terug thuis komt gaat de situatie, de
woningaanpassing belangrijk zijn.
Doelen niet gelijk aan doelstellingen
= het zijn twee verschillende zaken
Doelstelling= een einddoel, lange termijndoel, het is vager en omvat meer
Doel= concreter, SMART, op kortere termijn
4. Opstellen van doel
,- Einddoelstellingen/outcomes
- Lange termijn doelstellingen
- Korte termijn doelen
- Operationele doelen
Start to run:
- Einddoel is dat de personen die het proces doorlopen gezonder willen leven of een
betere conditie willen hebben. Het einddoel of outcome is heel overkoepelend, maar er
kan heel veel onder staan.
- Lange termijn doelstelling ik loop wekelijks 5 km
- Korte termijn doelstelling ik loop deze week 3 keer 5 min aan een stuk
- Operationele doelen: vandaag wil ik 3 minuten aan een stuk kunnen lopen (doel op dit
moment)
Einddoelstellingen of outcomes:
- Zijn algemeen en ga je formuleren in 1 beknopte zin of terminologie
- Je hebt een bepaald toekomstperspectief, er staat geen tijd op (kan binnen 1 of 2 jaar
zijn)
- Er is een duidelijke relatie met de hulpvraag
- Einddoel moet je altijd multidisciplinair beschrijven, iedereen (arts, kine, ergo…) streven
naar een bepaald doel voor de cliënt.
- Is in samenspraak
- AMORE
AMORE
= om doelstellingen op het meest algemene niveau te beschrijven
= gaan over visies, wat wil je bereiken met je cliënt
Ambitieus, motiverend, onderscheidend, relevant, echt
Lange termijn doelstellingen van de ET
- Hebben een toekomstperspectief
- Zijn gekoppeld aan je discipline, einddoel
- MAGIE
MAGIE
= om doelstellingen op een meer concreet niveau te beschrijven
= bevinden zich op een langere termijn onder je einddoel of outcome
Meetbaar, acceptabel, gecommuniceerd, inspirerend, engagerend
Korte termijn doelen van de ET
- Doelen die concreet zijn om een kind te leren lezen of het alfabet te leren in een
semester
- Je moeten stappen ondernemen om het te bereiken
- Ik wil bv in de eerste week 6 letters, de volgende week weer 6 letters…
- Je gaat je korte termijndoelen onder het lange termijndoelen gaan formuleren. Onder elk
lang termijndoel heb je enkele korte termijndoelen
, - SMART
Operationele doelen van de ET
- Doelen van dat specifieke moment, van die therapiesessie
- SMART
Niet in elke setting zijn alle soorten doelen even uitgesproken
Bv. Binnen de revalidatie zal je duidelijk de opsplitsing kunnen maken (SMART)
Bij ouderen in een WZC zullen de KT doelen minder relevant zijn
Therapeutische doelen: informatie verzamelen over de cliënt, info dat je wil hebben als
therapeut om het niveau van je sessie te kunnen bepalen.
Cliëntgerichte doelen: het zijn doelen specifiek voor de cliënt
- Persoonlijke doelen: die gaan persoonlijk gericht zijn
- Ontwikkelingsgerichte doelen: bv kinderen die een bepaalde ontwikkeling moeten
doorlopen
- Probleemgerichte doelen: kan gaan om iemand die niet meer goed in z’n vel zit
Les 1 observeren en reflecteren
Opstellen van doelstellingen
1. Inleiding: Studiefiche
2. Hulpvraag/doelgerichte zorg
Wie wist heel goed welke studierichting hij/zij wilde volgen?
Welke stappen heb je ondernomen? Infosessie online, info gevraagd via opleidingen… om tot
je keuze te komen. Dit is een vorm van hulpvraag en heb je die aan de hand van verschillende
kanalen proberen op te lossen.
Binnen de zorg ga je bepaalde hulpvragen krijgen van de cliënt die je gaat proberen op te
lossen met een aantal disciplines.
Podcast: start to run is een app om te leren 5 km lopen. Waarom gaan mensen een podcast
start to run volgen? De mensen die het volgen hebben een bepaalde hulpvraag. Ze willen bv
fysiek actiever zijn, zich beter voelen, een betere conditie hebben… Iemand anders gaat bv
een start to run programma volgen om af te vallen. Wat is de persoon zijn doel? Wat wenst
hij te bereiken. Dat is niet voor iedereen identiek.
Op het einde van de rit zal die persoon dan 30 minuten aan een stuk kunnen lopen.
De begeleider van de podcast die de persoon zal helpen om 5 km te kunnen lopen is in dit
geval Evi. Ze is de professionele ondersteuning die de persoon zal helpen in z’n hulpvraag en
z’n doel te gaan bereiken.
De vraag is: welke ondersteuning heeft een persoon nodig om de hulpvraag op te lossen?
Voorbeeld uit de praktijk: amputatie van de onderste lidmaten
1 of 2 benen geamputeerd door een ziekte.
, De persoon zal bij je komen met de (hulp)vraag ik wil alles doen wat ik vroeger deed, ik wil
terug kunnen lopen is niet realistisch op dat moment. Maar hij vraagt: ’geef me mijn oude
leven terug’. Ondanks het feit dat hij geen benen meer heeft.
Vertaald naar revalidatietermen betekent dat dat je die persoon wilt begeleiden naar
autonomie. Het doel zal zijn: we willen dat de cliënt weer autonoom, zelfstandig kan leven.
= overkoepelend doel, de arts, kine, ergo zullen allemaal werken naar dat einddoel dat de
persoon stelt.
Kernprobleem= Als de persoon met de amputatie bij je komt, die heeft een bepaalde
hulpvraag. Als professional ga je er een bepaald idee rond ontwikkelen, de visie van het team
gaan ontwikkelen. We hebben een grote kennis om te weten hoe je met die persoon de
hulpvraag kunt oplossen. Je moet je hulpvraag in het communiceren gaan bepalen. Het is
belangrijk dat jij en de patiënt op de zelfde lijn zitten om het probleem te gaan uitdiepen, van
wat we willen bereiken. Bespreek met de cliënt welke stappen je wil ondernemen om een
probleem op te lossen die u hulpvraag is. Communiceren is hierbij heel belangrijk!
Casus 2: Daniëlles droom (p.146/147)
Hulpvraag: gelukkig en gemotiveerd zijn
Welk doel formuleer je voor dit meisje?
- Gelukkig en gemotiveerd kunnen leven
- Daniëlle wil opnieuw zelfvertrouwen krijgen & minder onzeker zijn
- Daniëlle terug helpen om zelfstandig door het leven te gaan met behulp van bepaalde
hulpmiddel zoals een rolstoel
- Ze wilt gelukkig zijn en weer alles zelf kunnen doen
- Aanbieden van hulpmiddelen, naar het toilet kunnen gaan, zelfstandig kunnen zijn
- Gelukkig zijn en doen wat ze graag doet op haar eigen tempo, waardoor ze minder
onzeker is.
3. Doelen
Een doel is een situatie, kennis of vaardigheid, waarvan gewenst is dat deze binnen de
looptijd van het plan wordt bereikt. Doelen zijn gebaseerd op de ondersteuningsbehoeften
en de wensen van de cliënt en de context. (Je doelen zijn gebaseerd op een bepaalde wens
of ondersteuningsbehoefte van je cliënt en context. Wij gaan dat aanpakken bij de situatie of
binnen de kennis of binnen de vaardigheden dat ze kan.)
Bij een kindje in het normaal onderwijs die problemen ondervindt gaat het kennisniveau
belangrijk zijn. Bij iemand die met een rolstoel terug thuis komt gaat de situatie, de
woningaanpassing belangrijk zijn.
Doelen niet gelijk aan doelstellingen
= het zijn twee verschillende zaken
Doelstelling= een einddoel, lange termijndoel, het is vager en omvat meer
Doel= concreter, SMART, op kortere termijn
4. Opstellen van doel
,- Einddoelstellingen/outcomes
- Lange termijn doelstellingen
- Korte termijn doelen
- Operationele doelen
Start to run:
- Einddoel is dat de personen die het proces doorlopen gezonder willen leven of een
betere conditie willen hebben. Het einddoel of outcome is heel overkoepelend, maar er
kan heel veel onder staan.
- Lange termijn doelstelling ik loop wekelijks 5 km
- Korte termijn doelstelling ik loop deze week 3 keer 5 min aan een stuk
- Operationele doelen: vandaag wil ik 3 minuten aan een stuk kunnen lopen (doel op dit
moment)
Einddoelstellingen of outcomes:
- Zijn algemeen en ga je formuleren in 1 beknopte zin of terminologie
- Je hebt een bepaald toekomstperspectief, er staat geen tijd op (kan binnen 1 of 2 jaar
zijn)
- Er is een duidelijke relatie met de hulpvraag
- Einddoel moet je altijd multidisciplinair beschrijven, iedereen (arts, kine, ergo…) streven
naar een bepaald doel voor de cliënt.
- Is in samenspraak
- AMORE
AMORE
= om doelstellingen op het meest algemene niveau te beschrijven
= gaan over visies, wat wil je bereiken met je cliënt
Ambitieus, motiverend, onderscheidend, relevant, echt
Lange termijn doelstellingen van de ET
- Hebben een toekomstperspectief
- Zijn gekoppeld aan je discipline, einddoel
- MAGIE
MAGIE
= om doelstellingen op een meer concreet niveau te beschrijven
= bevinden zich op een langere termijn onder je einddoel of outcome
Meetbaar, acceptabel, gecommuniceerd, inspirerend, engagerend
Korte termijn doelen van de ET
- Doelen die concreet zijn om een kind te leren lezen of het alfabet te leren in een
semester
- Je moeten stappen ondernemen om het te bereiken
- Ik wil bv in de eerste week 6 letters, de volgende week weer 6 letters…
- Je gaat je korte termijndoelen onder het lange termijndoelen gaan formuleren. Onder elk
lang termijndoel heb je enkele korte termijndoelen
, - SMART
Operationele doelen van de ET
- Doelen van dat specifieke moment, van die therapiesessie
- SMART
Niet in elke setting zijn alle soorten doelen even uitgesproken
Bv. Binnen de revalidatie zal je duidelijk de opsplitsing kunnen maken (SMART)
Bij ouderen in een WZC zullen de KT doelen minder relevant zijn
Therapeutische doelen: informatie verzamelen over de cliënt, info dat je wil hebben als
therapeut om het niveau van je sessie te kunnen bepalen.
Cliëntgerichte doelen: het zijn doelen specifiek voor de cliënt
- Persoonlijke doelen: die gaan persoonlijk gericht zijn
- Ontwikkelingsgerichte doelen: bv kinderen die een bepaalde ontwikkeling moeten
doorlopen
- Probleemgerichte doelen: kan gaan om iemand die niet meer goed in z’n vel zit
