samenvatting rookstop prof. Sahli

ROOKSTOP
1. Inleiding
 Wereldwijd daalt het aantal rokers
 Mannen roken meer dan vrouwen
 Rokers in BE
o ¼ rookt
o 1/5 rookt dagelijks
o Gemiddeld 14 sigaretten /D
o M>V
o 64% gewone sigaretten, 36% roltabak
o 2/3 wilt stoppen, 1/5 onderneemt poging binnen 6M
 Factoren die geassocieerd zijn met roken
o Lage socio-economische status
o Het zien roken door familie- broer-zus-omgeving
o Perceptie dat roken de norm is
 Aantal sigaretten per dag neemt toe met de lft tot 40-55J waar het zijn
max bereikt
o Na 55J verlaagd het aantal
o Verslaving wordt steeds intenser
 Roken
o = vrijgave v 7000chemicalien+ 150 carcinogenen
o CO
  betere affiniteit en bindt op Hb  minder O2 binden
o Tar
 Komt vrij bij het verbranden v tabak
o Nicotine
 Er wordt alles aan gedaan om verslaafd te worden en te
blijven
 = Psychoactieve substantie
 Primair: niet kanker verwekkend
 Secundair want
o Immunosuppressief
o Continu roken  carcinogenen
o Apoptose daalt
 Stimuleert AZS en CZS
 Blokkeert vrijkomen insuline
  eetlust geremd
2. Gevolgen v roken
 Gebruik v tabak heeft invloed op doodsoorzaken
o CV
o Pulmonale aandoeningen
o COPD
o Diabetes
 Gevolgen op pulmonaal systeem

, o 1seconde waarde
 Daalt sws et de lft
 Daalt nog sterker bij roker  kortademig bij ADL = rokerlong
 Ex roker
 Waarde is gedaald tov normaal maar nooit wordt de
kortademigheid bereikt
o COPD
 Verhoogde kans op roken 10%  30%
 Gevolgen CV
o Overlijden
o Verhoogd risico
 Niet fataal myocard infarct
 Rest stenose na coronaire interventie
 Perifere vaataandoeningen
 Hersen infarct
 Aneurysma
 Complicaties
o Aantal sigaretten – ischemische hartziekten
 Geen lineair effect
 1-5 sig blijft roken  50% meer risico
 15 sig roken  70% meer risico
 25 sig roken  90% meer risico

3. Effecten v rookstop
 20 min  BD + hartslag terug normaal
 8U  normaal zuurstoflevel + gehalveerde nicotine
 1D  geen CO meer + mucusklaring
 2D  geen nicotine
 2W  longfunctie verbeterd
 1J  risico hartaandoening daalt met 50%
 5J  risico stroke 50% gedaald
 10J  longkanker risico 50% gedaald
 15J  hartaandoening risico = normaal
 Al snel risico daling op CV-ziekten
4. Waarom rookstop moeilijk
 90% aangeleerd gedrag – 10% nicotine verslaving
o Verslaving = voelen nood aan sigaretten
 Nicotine addictie
o 54% rookt opnieuw 6M na CVA
o 40% rookt opnieuw na laryngectomie
o 54% rookt opnieuw na pneumectomie
o 70% rookt opnieuw na zwangerschap
o Nicotine= toxische substantie
 Vroeger gebruikt als insecticide
 Zelfde structuur als acetylcholine – bindt op nicotine
acetylcholine in brein