Samenvatting zintuigen - stelselmatige weefselleer

Gezichtsorgaan
1 OOGBOL
= bulbus oculi




3 oogrokken:
1) Buitenste oogrok: = tunica fibrosa
 Sclera
 Cornea
 Limbus
2) Middenste oogrok: = tunica uvea
 Chorioidea
 Corpus ciliare
 Processus ciliares
 Iris
3) Binnenste oogrok: = netvlies
 Retina
 Ora serrata
 Pigmentlaag
 N. opticus
 Papilla
 Macula lutea

, 1.1 TUNICA FIBROSA
= buitenste oogrok

1.1.1 Cornea
= hoornvlies
- Voorste 1/6 v/d tunica fibrosa
- Lichtbrekend medium
- Elliptisch, transparant, convex
- Limbus: overgang cornea  sclera
5 lagen:
(1) Epitheel:
 Meerlagig niet verhoornd plaveisel
 Desmosomen
 Microvilli  steken uit in oppervlaktefilm van
glycoproteïnen en lipiden
 ++ sensibele zenuwuiteinden
 Hoog proliferatie- en regeneratie vermogen (stamcellen thv limbus)

(2) Membraan van Bowman:
 Verdichting v/h cornea-stroma
 Kern-en celvrij
 Collageenvezels en grondstof
 Geen papillen
 Fctie: stabiliteit, stevigheid en bescherming tegen infecties

(3) Stroma:
 Transparant
 90% v/d totale dikte
 +- 60 lagen van lange parallelle collageenbundels, kruisen elkaar onder een rechte
hoek
 ++ grondstof: keratansulfaat, chondroïtinesulfaat
 Keratocyten, homogeen verspreid tssn lagen van collageenvezels
 Geen bloed- of lymfevaten
 ++ zenuwvezels
 Fctie: voeding door diffusie vanuit bloedvaten in limbus + opname zuurstof

(4) Membraan van Descemet:
 Echte basale membraan
 PAS+
 Tropocollageen microfibrillen
 M. ciliaris insertie

(5) Mesotheel:
 = achterste epitheel
 Aanmaak membraan van Descemet
 Zonulae occludentes
 Samen met basale membraan: afscherming tegen hypertone oogkamervocht
 Hoge pinocytose activiteit
 ++ Na/K pompen: regelen hydratatietoestand v/h stroma


1.1.2 Sclera
- Achterste 5/6 v/d tunica fibrosa
- Harde, stevige, ondoorzichtige huls