BEGRIPPENLIJST STATISTIEK 1
Bachelor 1, semester 2
📊🗣️😆🚨📚📄🧠🤓📉
HOOFDSTUK 1 & 2
statistische inferentie het generaliseren van een waarneming/kenmerk/eigenschap uit
een steekproef naar de gehele populatie
steekproef proportie de verhouding, het deel
(het gevonden aantal DELEN DOOR de steekproefgrootte)
variabele de eigenschap die op elk individu wordt onderzocht
populatie verzameling van alle individuen die in aanmerking komen tot het
onderzoek
steekproef een deel van de populatie dat onderzocht wordt
populatie parameter waarde die de populatie beschrijft
(voorgesteld door GRIEKSE letters)
steekproef parameter waarde die de steekproef beschrijft
(voorgesteld door ALFABETISCHE letters)
onderzoekshypothese het verwachte antwoord op een onderzoeksvraag
(bij vermelding schrijven of je het wel/niet gaat verwerpen en
welk betrouwbaarheidsniveau van toepassing is)
kwantitatief onderzoek over getallen dus hiermee kan je rekenen
(onderverdeling tussen discreet en continu)
discreet kunnen GEEN tussenwaarden aannemen, gehele getallen
continu kunnen WEL tussenwaarden aannemen, dus kommagetallen
zoals gewicht/afstand/etc.
kwalitatief categorisch dus je kan er niet mee rekenen, onderzoek over
woorden, betekenissen, …
nominaal meetniveau heeft een kwalitatieve aard en de volgorde maakt NIET uit
bv. 1=man, 2=vrouw
bv. welke bloedgroep je hebt (O,A,B,AB)
bv. rugnummer van een voetbalspeler
bv. merk van een bedrijfswagen
ordinaal meetniveau heeft een kwalitatieve aard en de volgorde maakt WEL uit
bv. 1=slecht, 2=gemiddeld, 3=goed
bv. het hoogst behaalde diploma van een persoon
bv. uitslag in een loopwedstrijd
bv. militaire rang in het leger
interval meetniveau heeft GEEN absoluut nulpunt en de verhouding tussen twee
, uitkomsten kan NIET geïnterpreteerd worden
bv. temperatuur in celcius (0° is nog altijd een warmte)
bv. in welk jaar je bent geboren
bv. het uur op een digitale klok
ratio meetniveau heeft WEL een absoluut nulpunt en de verhouding tussen twee
uitkomsten kan WEL geïnterpreteerd worden
bv. temperatuur in kelvin
bv. je leeftijd uitgedrukt in jaren
bv. aantal verkeersongevallen per jaar op een bepaald kruispunt
bv. aantal bladzijden in een boek
statistische methoden opdeling van beschrijvende en verklarende statistiek
primaire databron zoals observatie, experimenten, enquêtes, …
secundaire databron zoals boeken, elektronisch, …
convenience sampling keuze van respons wordt overgelaten aan ondervrager
voordeel = geschikt voor verkennend onderzoek
nadeel = goedkoop en snel
gerichte steekproef of selectie van respons is gebaseerd op het oordeel van de
judgemental sampling onderzoeker
quota stappen
steekproeftrekking - eerst relevante controle kenmerken bepalen van de populatie
- dan op basis daarvan steekproeven samenstellen
steekproeftrekkingen stappen
met sneeuwbaleffect - maak contact met 1 iemand uit de populatie
- vraag die om nog andere personen te noemen en zo verder
- vraag dan die nieuwe personen of zij er nog andere kennen
- stop als er geen nieuwe personen worden gevonden of stop als
nieuwe personen niet langer tot nieuwe inzichten leiden
aselecte steekproef elk individu heeft gelijke kans om in de steekproef te komen
systematische er is een selectie op basis van intervallen
steekproef
disproportioneel als je uitspraken wilt doen over deelpopulaties
gestratificeerde
steekproef
gestratificeerde populaties in deelpopulaties verdelen (strata) en daaruit
steekproef steekproeven trekken
cluster sampling verdeling in clusters, elke groep is een representatieve
afspiegeling van de populatie
Bachelor 1, semester 2
📊🗣️😆🚨📚📄🧠🤓📉
HOOFDSTUK 1 & 2
statistische inferentie het generaliseren van een waarneming/kenmerk/eigenschap uit
een steekproef naar de gehele populatie
steekproef proportie de verhouding, het deel
(het gevonden aantal DELEN DOOR de steekproefgrootte)
variabele de eigenschap die op elk individu wordt onderzocht
populatie verzameling van alle individuen die in aanmerking komen tot het
onderzoek
steekproef een deel van de populatie dat onderzocht wordt
populatie parameter waarde die de populatie beschrijft
(voorgesteld door GRIEKSE letters)
steekproef parameter waarde die de steekproef beschrijft
(voorgesteld door ALFABETISCHE letters)
onderzoekshypothese het verwachte antwoord op een onderzoeksvraag
(bij vermelding schrijven of je het wel/niet gaat verwerpen en
welk betrouwbaarheidsniveau van toepassing is)
kwantitatief onderzoek over getallen dus hiermee kan je rekenen
(onderverdeling tussen discreet en continu)
discreet kunnen GEEN tussenwaarden aannemen, gehele getallen
continu kunnen WEL tussenwaarden aannemen, dus kommagetallen
zoals gewicht/afstand/etc.
kwalitatief categorisch dus je kan er niet mee rekenen, onderzoek over
woorden, betekenissen, …
nominaal meetniveau heeft een kwalitatieve aard en de volgorde maakt NIET uit
bv. 1=man, 2=vrouw
bv. welke bloedgroep je hebt (O,A,B,AB)
bv. rugnummer van een voetbalspeler
bv. merk van een bedrijfswagen
ordinaal meetniveau heeft een kwalitatieve aard en de volgorde maakt WEL uit
bv. 1=slecht, 2=gemiddeld, 3=goed
bv. het hoogst behaalde diploma van een persoon
bv. uitslag in een loopwedstrijd
bv. militaire rang in het leger
interval meetniveau heeft GEEN absoluut nulpunt en de verhouding tussen twee
, uitkomsten kan NIET geïnterpreteerd worden
bv. temperatuur in celcius (0° is nog altijd een warmte)
bv. in welk jaar je bent geboren
bv. het uur op een digitale klok
ratio meetniveau heeft WEL een absoluut nulpunt en de verhouding tussen twee
uitkomsten kan WEL geïnterpreteerd worden
bv. temperatuur in kelvin
bv. je leeftijd uitgedrukt in jaren
bv. aantal verkeersongevallen per jaar op een bepaald kruispunt
bv. aantal bladzijden in een boek
statistische methoden opdeling van beschrijvende en verklarende statistiek
primaire databron zoals observatie, experimenten, enquêtes, …
secundaire databron zoals boeken, elektronisch, …
convenience sampling keuze van respons wordt overgelaten aan ondervrager
voordeel = geschikt voor verkennend onderzoek
nadeel = goedkoop en snel
gerichte steekproef of selectie van respons is gebaseerd op het oordeel van de
judgemental sampling onderzoeker
quota stappen
steekproeftrekking - eerst relevante controle kenmerken bepalen van de populatie
- dan op basis daarvan steekproeven samenstellen
steekproeftrekkingen stappen
met sneeuwbaleffect - maak contact met 1 iemand uit de populatie
- vraag die om nog andere personen te noemen en zo verder
- vraag dan die nieuwe personen of zij er nog andere kennen
- stop als er geen nieuwe personen worden gevonden of stop als
nieuwe personen niet langer tot nieuwe inzichten leiden
aselecte steekproef elk individu heeft gelijke kans om in de steekproef te komen
systematische er is een selectie op basis van intervallen
steekproef
disproportioneel als je uitspraken wilt doen over deelpopulaties
gestratificeerde
steekproef
gestratificeerde populaties in deelpopulaties verdelen (strata) en daaruit
steekproef steekproeven trekken
cluster sampling verdeling in clusters, elke groep is een representatieve
afspiegeling van de populatie