1. BRONNEN EN BEGINSELEN VAN HET RECHT
1.1 ONTSTAAN EN ONTWIKKELING VAN RECHT
Recht is zo oud als de mensheid
Recht is ontstaan sinds de mensen samenleven
o Ze maken afspraken over het samenleven
o Deze moeten bij iedereen bekend zijn + worden nageleefd
Oudste wetboek: ‘Codex Hammurabi” of “de code van Hammurabi” (1750)
In eenvoudige samenlevingen maken ze oorspronkelijke afspraken tussen
individuen, vaak gebaseerd op persoonlijke relaties. In complexere
samenlevingen wordt de wetgevende bevoegdheid overgedragen aan
vertegenwoordigend orgaan (vb. het parlement). Zij vertegenwoordigen
de belangen van het volk en stellen wetten op.
Afdwingen van afspraken gebeurde door geweld door leden van de
groep.
Vb. doodstraf, stenigingen, hand afhakken…
Evolutie naar meer geciviliseerde dwang:
o Afwijkend gedrag wordt beoordeelt door rechtbank
o Er komen humane vormen van bestraffing (geen doodstraf,
lijfstraf meer)
= alternatieve straffen: werkstraf…
zeer maatschappelijk bepaald: vb. in Amerika bestaat de doodstraf nog
steeds
Het Belgisch recht: gebaseerd op Code Napoleon (1804)
Samensmelting van: Romeins, Kerkelijk en Gewoonte recht
Ondertussen modernisering: mensenrechtenverdragen, toenemende
internationale wetgeving (EU), gewijzigde inzichten o.v.v. economie,
ethiek, religie…
1.2 WAT IS RECHT?
Definitie: een geheel van afdwingbare regels die door de samenleving tot
stand komen met als doel de samenleving te ordenen. (heel veel
definities)
Geheel van regels: veelheid van bronnen van recht: wetten, rechtspraak,
gewoonte…
Geheel van ‘afdwingbare’ regels: afdwingen gebeurt via rechtbanken door:
straffen, dwingen iets te betalen/ te doen, verbieden iets te doen…
Recht is op IEDEREEN van toepassing
Men kan altijd beroep doen op de rechter om zijn recht af te
dwingen
Afdwingbaar karakter
Die door de samenleving tot stand komen:
In oorsprong: onderlinge afspraken
1
, Nu: via vertegenwoordiging (parlementaire democratie)
Met als doel de samenleving te ordenen:
Zonder recht = chaos + recht van de sterkste
Vrouwe Justitia:
Blinddoek: rechtspraak zonder aanzien des persoons, de
personen worden niet gehoord en veroordeeld, maar de feiten
en daden!
Weegschaal: afweging van bewijzen en getuigenissen,
spreken in het voordeel of nadeel van verdachte
Zwaard: het vonnis dat wordt uitgesproken
1.3 BRONNEN VAN HET RECHT
Recht is een geheel van regels, regels zijn ontstaan in bronnen. Als regels
elkaar tegenspreken, dan telt de hiërarchie. Bronnen van het recht:
1. Wetgeving
2. Gewoonte
3. Algemene rechtsbeginselen
4. Rechtspraak
5. Rechtsleer
WETGEVING
We onderscheiden: (zie dia 17)
Internationale verdragen
Grondwet
Wetten- decreten – ordonnanties – besluiten
Internationale verdragen:
Verdragen zijn pas van kracht na ratificatie, stappenplan:
1. Onderhandeling
2. Ondertekening
3. Goedkeuring parlement Pas daarna van kracht in
4. Bekrachtiging door uitvoerende macht ‘interne rechtsorde’
5. Publicatie in Staatsblad
6. Inwerkingtreding
Verdragen staan in de hiërarchie helemaal bovenaan indien ze ‘directe
werking’ hebben. Als ze dus volledig en duidelijk genoeg zijn om direct te
kunnen worden toegepast. Het kan dan direct worden opgeroepen voor de
Belgische rechter.
Binnen EU: supranationale wetgeving
Grondwet
De grondwet staan in de hiërarchie van rechtsbronnen boven gewone
wetten.
De Belgische grondwet omvat:
Bepalingen met betrekking tot Belgische staatsinrichting
Fundamentele rechten en vrijheden voor burgers – grondrechten
2
,Sommige hebben directe werking, kunnen zonder nadere
uitvoeringsmaatregelen worden toegepast. Andere hebben geen directe
werking: moeten geconcretiseerd worden in wetten, decreten, KB… Zijn
anders te onduidelijk om te kunnen worden toegepast.
Wetten, decreten, ordonnanties, besluiten
Diverse niveaus:
Federaal: wetten
Regionaal (gemeenschappen en gewesten): decreten en
ordonnanties (Bhg)
De wetgeving van federaal en regionaal niveau staan gelijk, ze zijn ‘even
belangrijk’, het gaat om nevengeschikte besturen.
Bevoegdheidsconflict: Grondwettelijk Hof
Wetgeving:
Formele betekenis: wetgevende macht, wet decreet, ordonnantie
Materiële betekenis: KB, MB, besluiten van gemeenschap en
gewestregering, provincie, gemeenten, internationale verdragen. Een
algemeen verbindende rechtsregel die uitgaat van een bevoegde
overheid. Zie dia 25.
DE hiërarchie
1. Internationale verdragen (met directe werking)
2. Grondwet
3. Wetten – decreten – ordonnanties
4. Koninklijke besluiten – besluiten van de gemeenschaps- of
gewestregering
5. Ministeriële besluiten - besluiten van de gemeenschaps- of
gewestregering
6. /
7. /
8.
GEWOONTE
staat hierarchisch onder de wet
Materiele elementen van een gewoonte:
Algemeenheid: de gewoonte moet gebaseerd zijn op rechtshandelingen
die gesteld worden door de meerderheid van de gemeenschap of door de
heersende groep in die gemeenschap.
Bestendigheid: de rechtsonderhorigen moeten zonder te veel afwisseling
de gewoonte volgen
Duurzaamheid: het gebruik moet over een voldoende lange periode
onafgebroken voortbestaan
Openbaarheid: de gewoonte moet vrij algemeen bekend zijn, indien niet
door iedereen, dan toch door een groot aantal mensen.
Moreel element
3
, De gewoonte moet door de burgers als rechtsregel aanvaard worden als
billijk en rechtvaardig. Dat maakt het verschil met een louter
maatschappelijk gebruik.
ALGEMENE RECHTSBEGINSELEN
Algemene principes die maatschappelijk aanvaard zijn, maar die niet in
geschreven teksten (wetten) zijn neergelegd.
Vb. scheiding der machten, 1 persoon mag niet tweemaal vervolgd worden voor
dezelfde feiten
! Bilijkheid wordt ook als bron van recht vernoemd
RECHTSPRAAK
Rechtbanken passen recht toe op individuele gevallen
Is niet bindend voor andere rechters
Interpretatie van rechtsregels door rechtbanken kan bron van recht
zijn voor toekomstige uitspraken. (zie dia 33)
RECHTSLEER
Geheel van boeken, artikels, teksten van rechtsgeleerden
Kan rechtelijke uitspraken en wetgeving beïnvloeden
Is niet bindend voor rechter
Bepaalde rechtsleer (een meederheidsstrekking in de rechtsleer) kan leiden tot
aanpassing van de wetgeving of tot het totstandkomen van wetgeving. Dat
gebeurt impliciet en expliciet:
• Impliciet: de wetgever leest de artikels van rechtsgeleerden
• Expliciet: soms worden specialisten gevraagd om advies bij het
totstandkomen van wetgeving
(zie dia 36)
1.4 INDELING VAN HET RECHT
Publiek vs. Privaat
Nationaal vs internationaalrecht
4
1.1 ONTSTAAN EN ONTWIKKELING VAN RECHT
Recht is zo oud als de mensheid
Recht is ontstaan sinds de mensen samenleven
o Ze maken afspraken over het samenleven
o Deze moeten bij iedereen bekend zijn + worden nageleefd
Oudste wetboek: ‘Codex Hammurabi” of “de code van Hammurabi” (1750)
In eenvoudige samenlevingen maken ze oorspronkelijke afspraken tussen
individuen, vaak gebaseerd op persoonlijke relaties. In complexere
samenlevingen wordt de wetgevende bevoegdheid overgedragen aan
vertegenwoordigend orgaan (vb. het parlement). Zij vertegenwoordigen
de belangen van het volk en stellen wetten op.
Afdwingen van afspraken gebeurde door geweld door leden van de
groep.
Vb. doodstraf, stenigingen, hand afhakken…
Evolutie naar meer geciviliseerde dwang:
o Afwijkend gedrag wordt beoordeelt door rechtbank
o Er komen humane vormen van bestraffing (geen doodstraf,
lijfstraf meer)
= alternatieve straffen: werkstraf…
zeer maatschappelijk bepaald: vb. in Amerika bestaat de doodstraf nog
steeds
Het Belgisch recht: gebaseerd op Code Napoleon (1804)
Samensmelting van: Romeins, Kerkelijk en Gewoonte recht
Ondertussen modernisering: mensenrechtenverdragen, toenemende
internationale wetgeving (EU), gewijzigde inzichten o.v.v. economie,
ethiek, religie…
1.2 WAT IS RECHT?
Definitie: een geheel van afdwingbare regels die door de samenleving tot
stand komen met als doel de samenleving te ordenen. (heel veel
definities)
Geheel van regels: veelheid van bronnen van recht: wetten, rechtspraak,
gewoonte…
Geheel van ‘afdwingbare’ regels: afdwingen gebeurt via rechtbanken door:
straffen, dwingen iets te betalen/ te doen, verbieden iets te doen…
Recht is op IEDEREEN van toepassing
Men kan altijd beroep doen op de rechter om zijn recht af te
dwingen
Afdwingbaar karakter
Die door de samenleving tot stand komen:
In oorsprong: onderlinge afspraken
1
, Nu: via vertegenwoordiging (parlementaire democratie)
Met als doel de samenleving te ordenen:
Zonder recht = chaos + recht van de sterkste
Vrouwe Justitia:
Blinddoek: rechtspraak zonder aanzien des persoons, de
personen worden niet gehoord en veroordeeld, maar de feiten
en daden!
Weegschaal: afweging van bewijzen en getuigenissen,
spreken in het voordeel of nadeel van verdachte
Zwaard: het vonnis dat wordt uitgesproken
1.3 BRONNEN VAN HET RECHT
Recht is een geheel van regels, regels zijn ontstaan in bronnen. Als regels
elkaar tegenspreken, dan telt de hiërarchie. Bronnen van het recht:
1. Wetgeving
2. Gewoonte
3. Algemene rechtsbeginselen
4. Rechtspraak
5. Rechtsleer
WETGEVING
We onderscheiden: (zie dia 17)
Internationale verdragen
Grondwet
Wetten- decreten – ordonnanties – besluiten
Internationale verdragen:
Verdragen zijn pas van kracht na ratificatie, stappenplan:
1. Onderhandeling
2. Ondertekening
3. Goedkeuring parlement Pas daarna van kracht in
4. Bekrachtiging door uitvoerende macht ‘interne rechtsorde’
5. Publicatie in Staatsblad
6. Inwerkingtreding
Verdragen staan in de hiërarchie helemaal bovenaan indien ze ‘directe
werking’ hebben. Als ze dus volledig en duidelijk genoeg zijn om direct te
kunnen worden toegepast. Het kan dan direct worden opgeroepen voor de
Belgische rechter.
Binnen EU: supranationale wetgeving
Grondwet
De grondwet staan in de hiërarchie van rechtsbronnen boven gewone
wetten.
De Belgische grondwet omvat:
Bepalingen met betrekking tot Belgische staatsinrichting
Fundamentele rechten en vrijheden voor burgers – grondrechten
2
,Sommige hebben directe werking, kunnen zonder nadere
uitvoeringsmaatregelen worden toegepast. Andere hebben geen directe
werking: moeten geconcretiseerd worden in wetten, decreten, KB… Zijn
anders te onduidelijk om te kunnen worden toegepast.
Wetten, decreten, ordonnanties, besluiten
Diverse niveaus:
Federaal: wetten
Regionaal (gemeenschappen en gewesten): decreten en
ordonnanties (Bhg)
De wetgeving van federaal en regionaal niveau staan gelijk, ze zijn ‘even
belangrijk’, het gaat om nevengeschikte besturen.
Bevoegdheidsconflict: Grondwettelijk Hof
Wetgeving:
Formele betekenis: wetgevende macht, wet decreet, ordonnantie
Materiële betekenis: KB, MB, besluiten van gemeenschap en
gewestregering, provincie, gemeenten, internationale verdragen. Een
algemeen verbindende rechtsregel die uitgaat van een bevoegde
overheid. Zie dia 25.
DE hiërarchie
1. Internationale verdragen (met directe werking)
2. Grondwet
3. Wetten – decreten – ordonnanties
4. Koninklijke besluiten – besluiten van de gemeenschaps- of
gewestregering
5. Ministeriële besluiten - besluiten van de gemeenschaps- of
gewestregering
6. /
7. /
8.
GEWOONTE
staat hierarchisch onder de wet
Materiele elementen van een gewoonte:
Algemeenheid: de gewoonte moet gebaseerd zijn op rechtshandelingen
die gesteld worden door de meerderheid van de gemeenschap of door de
heersende groep in die gemeenschap.
Bestendigheid: de rechtsonderhorigen moeten zonder te veel afwisseling
de gewoonte volgen
Duurzaamheid: het gebruik moet over een voldoende lange periode
onafgebroken voortbestaan
Openbaarheid: de gewoonte moet vrij algemeen bekend zijn, indien niet
door iedereen, dan toch door een groot aantal mensen.
Moreel element
3
, De gewoonte moet door de burgers als rechtsregel aanvaard worden als
billijk en rechtvaardig. Dat maakt het verschil met een louter
maatschappelijk gebruik.
ALGEMENE RECHTSBEGINSELEN
Algemene principes die maatschappelijk aanvaard zijn, maar die niet in
geschreven teksten (wetten) zijn neergelegd.
Vb. scheiding der machten, 1 persoon mag niet tweemaal vervolgd worden voor
dezelfde feiten
! Bilijkheid wordt ook als bron van recht vernoemd
RECHTSPRAAK
Rechtbanken passen recht toe op individuele gevallen
Is niet bindend voor andere rechters
Interpretatie van rechtsregels door rechtbanken kan bron van recht
zijn voor toekomstige uitspraken. (zie dia 33)
RECHTSLEER
Geheel van boeken, artikels, teksten van rechtsgeleerden
Kan rechtelijke uitspraken en wetgeving beïnvloeden
Is niet bindend voor rechter
Bepaalde rechtsleer (een meederheidsstrekking in de rechtsleer) kan leiden tot
aanpassing van de wetgeving of tot het totstandkomen van wetgeving. Dat
gebeurt impliciet en expliciet:
• Impliciet: de wetgever leest de artikels van rechtsgeleerden
• Expliciet: soms worden specialisten gevraagd om advies bij het
totstandkomen van wetgeving
(zie dia 36)
1.4 INDELING VAN HET RECHT
Publiek vs. Privaat
Nationaal vs internationaalrecht
4