,Samenvatting microbiologie thomas more college aantekeningen oefentoets
,Samenvatting microbiologie thomas more college aantekeningen oefentoets
, Samenvatting microbiologie thomas more college aantekeningen oefentoets
Hoofdstuk 1 - Algemene microbiologie inleiding
Microbiologie = de studie van micro-organismen.
Micro-organismen kennen!
We kunnen micro-organismen indelen in drie categorieën:
1. Eukaryoten - organismen waarvan elke cel een kern bevat. Ze bevatten meestal ook
andere organellen, zoals mitochondriën (= de energieomzetter in een cel) en
een golgi-apparaat (= de bewerker, opslagplaats en distributeur van eiwitten).
a. Protozoa (eencelligen)
b. Fungi
2. Prokaryoten - eencellige organismen zonder de compartimentering van de cel.
Het bevat geen celkern en geen organellen. Twee taxonomische domeinen:
a. Bacteriën
Bacteriën vermenigvuldigen zich door binaire deling. De bacterie deelt zich
in twee, zodanig dat de celinhoud van de dochtercel dezelfde is als de
moedercel.
b. Archaea.
3. Virussen - klein stukje organisch materiaal dat zich uitsluitend kan vermenigvuldigen
in cellen van levende wezens (gastheer). Virussen kunnen alle vormen van leven
infecteren: dieren, planten en micro-organismen zoals bacteriën en Archaea. Een
virus is het sterkst bij overlijden van de gastheer. Het zoekt op dat moment
namelijk naar een nieuw levend wezen. Een virus vermenigvuldigt zich via
assemblage. Zodra het DNA/RNA in de gastheercel terecht komt, worden kopieën
gemaakt van het genetisch materiaal. Eiwitten worden geassembleerd tot nieuwe
duizenden virions.
, 2
De meeste bacteriën kunnen op een niet-levende voedingsbodem overleven.
Uitzonderingen zijn Chlamidiae en Rickettsae (veroorzaakt onder andere vlektyfus en
Afrikaanse tekenkoorts). Deze zijn, net als virussen obligaat intracellulaire micro-
organismen en hebben een levende voedingsbodem nodig.
Pathogene micro-organismen tentamen!!
Een pathogeen is een biologische ziekteverwekker, bijvoorbeeld een bacterie, virus of
schimmel. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen obligate pathogenen, die altijd
een ziekte veroorzaken, en facultatieve pathogenen, die soms onschadelijk blijven.
Transmissieroutes van een micro-organisme