Samenvatting theoretische criminologie & victimologie
2024-2025
Inhoudsopgave
Les 1: Denken als een criminoloog? Criminologisch & wetenschappelijk .................................. 2
Les 2: wat is het onderzoeksobject van de criminologie?........................................................... 8
Les 3: Ontwikkeling van het criminologische denken ................................................................ 12
Les 4: Sociologisch criminologisch positivisme........................................................................ 20
Les 5: Ontwikkeling van het sociologisch criminologisch denken ............................................ 27
Les 6a: De radicale “wending” in het criminologische denken .................................................. 33
Les 6b: De New Criminology en de kritische criminologie (De radicale wending) ..................41
Les 6c: Reacties op radicale school ...........................................................................................45
Les 6d: Culturele criminologie....................................................................................................49
Les 7: Vraagstukken die ons dwingen tot “criminologische verbeelding” ................................. 52
De criminologische verbeelding (audio): ...................................................................................58
Les 8: Criminologisch en feministisch denken .......................................................................... 61
Les 9: Van anarchisme, abolitionisme tot culturele criminologie ............................................... 68
Les 10: Naar een postkoloniale criminologie ............................................................................. 73
Les 11: De Klimaatcrisis: een uitdaging voor het criminologisch denken.................................. 80
Les 12: Klimaat crisis en criminologisch denken deel 2 ............................................................ 84
1
,Les 1: Denken als een criminoloog? Criminologisch & wetenschappelijk
Denken over criminaliteit/bestraffing ≠ criminologie
Historiciteit van criminaliteit & bestraffing
• Criminaliteit & bestraffing doorheen de tijd = deel van geschiedenis menselijke
samenleving
• Politieke ontwikkeling (politieke macht!) Û laatste 1000 jaar
• Maatschappelijke (sociaal/economisch) ontwikkelingen
• Culturele ontwikkeling, etc
Criminologisch wetenschappelijk denken is NIET van alle tijden
à het denken over criminaliteit en bestraffing wel
Verschillende soorten kennisproductie
à wetenschap én wetenschappelijk denken kent ook ontstaansgeschiedenis
“Popular” Û “academic” criminologisch denken
à N.Rafter & M. Brown, Criminology goes to the movies
Defending the disciplinary identity of criminology against incursions from “elsewhere”’, (...)
is now as unfeasible as it is undesirable ... Given the centrality, the emotiveness and the
political salience of crime issues today, academic criminology can no longer aspire to
monopolize ‘criminological’ discourse or hope to claim exclusive rights over the
representation and disposition of crime. Garland and Sparks (2000: 2–3)
Is criminologie dan een wetenschap, en welke?
® Wat is wetenschap?
® Hoe werd criminologie een wetenschap?
® Wat bestudeert de criminologie als wetenschap?
1. Wat is wetenschap?
Wetenschap is zoekend waarnemen
• Zoekend = selectieprincipe
• Zoeklicht theorie (Popper) ó wat zit er in de schaduw
• Ook tunnelperspectief = focus op “iets” (afhankelijk van vraag)
• Wil zeggen “isoleren” – afbakenen
Wetenschap heeft dus altijd een selectieve focus
• Dat is een sterkte
• Tegelijkertijd ook een zwakte (cf. popular criminology)
“De vraag” bepaalt waar onderzoeker naar kijkt
Dus: Waarnemen is geen evidentie
Wat is wetenschap? Û het is een praktijk van handelen Û op basis daarvan kennisproductie
2
,Klassieke (positivistische) visie op wetenschap
1. Drie premissen ó model natuurwetenschapper
1) Orde en rationaliteit veronderstellen ó wetmatigheden
2) Mens is enig kennend wezen
3) De scheiding tussen subject en object (waarnemer en waargenomenen)
2. Wetenschapper actief op zoek à waarnemingen doen (feiten)
• Wetenschapper ondervraagt de natuur zoals een rechter een getuige
ondervraagt
• Systematiek en gerichtheid (vraagstelling & methode)
3. Wetenschapper plaats zich buiten gebeuren (subject / object scheiding)
4. Controle & Toetsing
• Procedure en tests
• Intersubjectiviteit
• Falisificatieprincipe (Popper)
• Reproduceerbaarheid = onderzoek opnieuw doen en tot zelfde resultaten komen
Het denken mag zich niet onderwerpen, behalve aan de feiten
• Poincaré = positivist van 19e eeuw
• Positivisme 19de eeuw
• Uitdrukking van klassieke wetenschapsvisie
• Illustratie sociale fysica
• Antwoord op de vraag: wat is wetenschap?
• Werk van de wetenschapper is categoriseren
Wetenschap (kennisproductie) = praktijk van handelen (ontdekken van de feiten)
gekenmerkt door:
1. Alle waarnemingen onvoorwaardelijk meenemen (niet selecteren)
2. Logica = ordening
3. Classificatie = labelling ó Kwalificatie (zoals in gerechtelijke context) ó gedragingen
worden misdrijven
4. Ordening van classificaties ó begrippen (patronen in classificaties)
5. Van het particuliere naar het algemene én terug ...
• Veralgemening ó vereenvoudiging
• De criminologische verbeelding (C.Wright Mills)
• Niet geintereseerd in het individuele verhaal, enkel het algemeen verhaal (of als
het individuele past in het algemeen verhaal)
6. Beweringen controleerbaar voor/door anderen = toetsbaar
Wetenschappelijke kennis (de ingredienten)
= abstracte kennis die op een systematische, objectieve en logische wijze verkregen en
getoetst werd of toetsbaar is (transparantie), en die een zo precies mogelijk omschreven
deel van de werkelijkheid verklaart of tracht te verklaren.
3
, Kenmerken van wetenschappelijk handelen
1. Voortbouwen op bestaande kennis
2. Vragende problematiserende houding ten aanzien van het onderzoeksobject =
systematisch stellen van (juiste) vragen
• Verklaren ó Begrijpen (bedoeling van de vraag?)
3. Systematisch stellen van handelingen als oplossingsprocedure voor de gestelde
vragen (hoe/methode)
4. Twijfel, consensus, controverse : falsificatie ó stand van de kennis ?
De criminologische verbeelding (aparte audio!)
• “The need to see the individual in the context of the social structure and place this in
historical period; he demands an analysis which moves from the macro to the micro
and back again”
• De criminologische verbeelding (Jock Young, 2011)
• De sociologische verbeelding (C.Wright Mills, 1959)
• Kritiek op doorgedreven en dominant positivisme
• Probleem van afstand tot werkelijkheid
• (Feminisme) “The personal is the political”
Robert Merton: 4 normatieve principes voor wetenschappelijk handelen
à bedoeling van wetenschap is getoetste (robuuste/harde) kennis
à ethische/deantologische principes van de wetenschap
1. Communalisme = common good (van belang voor de gemeenschap)
2. Universalisme = kennis dat we produceren is universeel toepasbaar
3. Belangenloosheid = wetenschappelijke kennis is deel van de gemeenschap, mogen
geen patenten op (gebeurt wel)
4. Georganiseerde scepsis = het toetsbaar maken, op georganiseerde manier
sceptische vragen stellen
Wetenschap is constant in beweging, door toetsing/falsificatie/op de proefstelling
à Historiciteit van wetenschappelijke kennis en ontwikkeling
Wetenschappelijke kennis is nooit definitief bewezen & daarom nooit voor eens & altijd waar!
• Wetenschappelijk geen probleem à twijfel moet er zijn
• Maatschappelijk wel een probleem à verwachting dat het harde kennis is
• Discussie pandemie:
® Critici van vaccins worden afgeschilderd als gekken, maar in feite is de twijfel
wetenschappelijk gezien belangrijk. Dat kan in het maatschappelijke niet leven, want
men wilt iedereen vaccineren
MAAR kritische bedenkingen bij klassieke visie
® diversiteit en pluraliteit aan wetenschappelijke praktijken
® In criminologie hebben we geen theorien van echte harde bewijzen, wij hebben geen
labo settings. Bewijzen zijn beperkt qua kracht.
4
2024-2025
Inhoudsopgave
Les 1: Denken als een criminoloog? Criminologisch & wetenschappelijk .................................. 2
Les 2: wat is het onderzoeksobject van de criminologie?........................................................... 8
Les 3: Ontwikkeling van het criminologische denken ................................................................ 12
Les 4: Sociologisch criminologisch positivisme........................................................................ 20
Les 5: Ontwikkeling van het sociologisch criminologisch denken ............................................ 27
Les 6a: De radicale “wending” in het criminologische denken .................................................. 33
Les 6b: De New Criminology en de kritische criminologie (De radicale wending) ..................41
Les 6c: Reacties op radicale school ...........................................................................................45
Les 6d: Culturele criminologie....................................................................................................49
Les 7: Vraagstukken die ons dwingen tot “criminologische verbeelding” ................................. 52
De criminologische verbeelding (audio): ...................................................................................58
Les 8: Criminologisch en feministisch denken .......................................................................... 61
Les 9: Van anarchisme, abolitionisme tot culturele criminologie ............................................... 68
Les 10: Naar een postkoloniale criminologie ............................................................................. 73
Les 11: De Klimaatcrisis: een uitdaging voor het criminologisch denken.................................. 80
Les 12: Klimaat crisis en criminologisch denken deel 2 ............................................................ 84
1
,Les 1: Denken als een criminoloog? Criminologisch & wetenschappelijk
Denken over criminaliteit/bestraffing ≠ criminologie
Historiciteit van criminaliteit & bestraffing
• Criminaliteit & bestraffing doorheen de tijd = deel van geschiedenis menselijke
samenleving
• Politieke ontwikkeling (politieke macht!) Û laatste 1000 jaar
• Maatschappelijke (sociaal/economisch) ontwikkelingen
• Culturele ontwikkeling, etc
Criminologisch wetenschappelijk denken is NIET van alle tijden
à het denken over criminaliteit en bestraffing wel
Verschillende soorten kennisproductie
à wetenschap én wetenschappelijk denken kent ook ontstaansgeschiedenis
“Popular” Û “academic” criminologisch denken
à N.Rafter & M. Brown, Criminology goes to the movies
Defending the disciplinary identity of criminology against incursions from “elsewhere”’, (...)
is now as unfeasible as it is undesirable ... Given the centrality, the emotiveness and the
political salience of crime issues today, academic criminology can no longer aspire to
monopolize ‘criminological’ discourse or hope to claim exclusive rights over the
representation and disposition of crime. Garland and Sparks (2000: 2–3)
Is criminologie dan een wetenschap, en welke?
® Wat is wetenschap?
® Hoe werd criminologie een wetenschap?
® Wat bestudeert de criminologie als wetenschap?
1. Wat is wetenschap?
Wetenschap is zoekend waarnemen
• Zoekend = selectieprincipe
• Zoeklicht theorie (Popper) ó wat zit er in de schaduw
• Ook tunnelperspectief = focus op “iets” (afhankelijk van vraag)
• Wil zeggen “isoleren” – afbakenen
Wetenschap heeft dus altijd een selectieve focus
• Dat is een sterkte
• Tegelijkertijd ook een zwakte (cf. popular criminology)
“De vraag” bepaalt waar onderzoeker naar kijkt
Dus: Waarnemen is geen evidentie
Wat is wetenschap? Û het is een praktijk van handelen Û op basis daarvan kennisproductie
2
,Klassieke (positivistische) visie op wetenschap
1. Drie premissen ó model natuurwetenschapper
1) Orde en rationaliteit veronderstellen ó wetmatigheden
2) Mens is enig kennend wezen
3) De scheiding tussen subject en object (waarnemer en waargenomenen)
2. Wetenschapper actief op zoek à waarnemingen doen (feiten)
• Wetenschapper ondervraagt de natuur zoals een rechter een getuige
ondervraagt
• Systematiek en gerichtheid (vraagstelling & methode)
3. Wetenschapper plaats zich buiten gebeuren (subject / object scheiding)
4. Controle & Toetsing
• Procedure en tests
• Intersubjectiviteit
• Falisificatieprincipe (Popper)
• Reproduceerbaarheid = onderzoek opnieuw doen en tot zelfde resultaten komen
Het denken mag zich niet onderwerpen, behalve aan de feiten
• Poincaré = positivist van 19e eeuw
• Positivisme 19de eeuw
• Uitdrukking van klassieke wetenschapsvisie
• Illustratie sociale fysica
• Antwoord op de vraag: wat is wetenschap?
• Werk van de wetenschapper is categoriseren
Wetenschap (kennisproductie) = praktijk van handelen (ontdekken van de feiten)
gekenmerkt door:
1. Alle waarnemingen onvoorwaardelijk meenemen (niet selecteren)
2. Logica = ordening
3. Classificatie = labelling ó Kwalificatie (zoals in gerechtelijke context) ó gedragingen
worden misdrijven
4. Ordening van classificaties ó begrippen (patronen in classificaties)
5. Van het particuliere naar het algemene én terug ...
• Veralgemening ó vereenvoudiging
• De criminologische verbeelding (C.Wright Mills)
• Niet geintereseerd in het individuele verhaal, enkel het algemeen verhaal (of als
het individuele past in het algemeen verhaal)
6. Beweringen controleerbaar voor/door anderen = toetsbaar
Wetenschappelijke kennis (de ingredienten)
= abstracte kennis die op een systematische, objectieve en logische wijze verkregen en
getoetst werd of toetsbaar is (transparantie), en die een zo precies mogelijk omschreven
deel van de werkelijkheid verklaart of tracht te verklaren.
3
, Kenmerken van wetenschappelijk handelen
1. Voortbouwen op bestaande kennis
2. Vragende problematiserende houding ten aanzien van het onderzoeksobject =
systematisch stellen van (juiste) vragen
• Verklaren ó Begrijpen (bedoeling van de vraag?)
3. Systematisch stellen van handelingen als oplossingsprocedure voor de gestelde
vragen (hoe/methode)
4. Twijfel, consensus, controverse : falsificatie ó stand van de kennis ?
De criminologische verbeelding (aparte audio!)
• “The need to see the individual in the context of the social structure and place this in
historical period; he demands an analysis which moves from the macro to the micro
and back again”
• De criminologische verbeelding (Jock Young, 2011)
• De sociologische verbeelding (C.Wright Mills, 1959)
• Kritiek op doorgedreven en dominant positivisme
• Probleem van afstand tot werkelijkheid
• (Feminisme) “The personal is the political”
Robert Merton: 4 normatieve principes voor wetenschappelijk handelen
à bedoeling van wetenschap is getoetste (robuuste/harde) kennis
à ethische/deantologische principes van de wetenschap
1. Communalisme = common good (van belang voor de gemeenschap)
2. Universalisme = kennis dat we produceren is universeel toepasbaar
3. Belangenloosheid = wetenschappelijke kennis is deel van de gemeenschap, mogen
geen patenten op (gebeurt wel)
4. Georganiseerde scepsis = het toetsbaar maken, op georganiseerde manier
sceptische vragen stellen
Wetenschap is constant in beweging, door toetsing/falsificatie/op de proefstelling
à Historiciteit van wetenschappelijke kennis en ontwikkeling
Wetenschappelijke kennis is nooit definitief bewezen & daarom nooit voor eens & altijd waar!
• Wetenschappelijk geen probleem à twijfel moet er zijn
• Maatschappelijk wel een probleem à verwachting dat het harde kennis is
• Discussie pandemie:
® Critici van vaccins worden afgeschilderd als gekken, maar in feite is de twijfel
wetenschappelijk gezien belangrijk. Dat kan in het maatschappelijke niet leven, want
men wilt iedereen vaccineren
MAAR kritische bedenkingen bij klassieke visie
® diversiteit en pluraliteit aan wetenschappelijke praktijken
® In criminologie hebben we geen theorien van echte harde bewijzen, wij hebben geen
labo settings. Bewijzen zijn beperkt qua kracht.
4