Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien 4.2 TrustPilot
logo-home
Resume

Logica en argumentatieleer (C01B6A) - volledige samenvatting (13/20 gehaald)

Note
-
Vendu
5
Pages
111
Publié le
12-02-2025
Écrit en
2023/2024

Volledige samenvatting lesnotities en powerpointslides aangevuld met boek Ben hiermee geslaagd in eerste zit met 13/20 en heb het uitgeleend aan veel vriendinnen die het ook een goede samenvatting vonden


















Oups ! Impossible de charger votre document. Réessayez ou contactez le support.

Infos sur le Document

Publié le
12 février 2025
Nombre de pages
111
Écrit en
2023/2024
Type
Resume

Aperçu du contenu

ondubbel zinnig
lOMoAR cPSD| 25605203




DEEL 1:
LOGICA, REDENEREN EN
ARGUMENTEREN




1

,ondubbel zinnig
lOMoAR cPSD| 25605203




Hoofdstuk 1: Redeneren en argumenteren met
conditionele uitspraken
Redeneren en argumenteren
Modus ponens = redeneervorm (1)
➔ Stelling: p ⊃ q
= p impliceert q = beweringen*
= alleen wanneer q geval is, is p geval = waar redenering is uit opgebouwd
= als p, dan q = premissen & conclusie
p
q


Hypothetisch syllogisme = redeneervorm (2)
➔ Stelling: p ⊃ q (als p, dan q)
q ⊃ r (= als q, dan r) = beweringen*


p⊃r => Conclusie (“dus”, “bijgevolg”)
-> (p V q) ⊃ r
= ‘of’ (disjunctie)


* Kunnen bestaan uit proposities die zelf niet beweerd worden
-> DUS ook: onware deelproposities mogelijk
-> Vb: als paus in Bxl woont, dan woont hij in België
-> Ware proposities MAAR niet deelproposities (want paus woont niet in
Bxl)
=> Ongeldig vanuit deductief perspectief, WEL plausibel (obv premissen)
vanuit abductief perspectief
-> DUS geen deductieve redenering, WEL abductief te redeneren (=
ongeldig)


• Redeneringen = aaneenschakeling van beweringen waarbij een bewering
(conclusie) afgeleid wordt uit één of meerdere andere beweringen (premissen)
< Redeneren = conclusie (stelling) afleiden uit premissen
o Premissen: bedoeld om conclusie te ondersteunen
o Stelling: conclusie van een geldige deductieve, abductieve of
inductieve redenering


• Argumenteren = uitwisselen van argumenten tussen protagonist en antagonist
met oog op het doen accepteren van een stelling


➔ Vb: (P1) Als je Belg bent, dan geniet je burgerrechten

2

,ondubbel zinnig
lOMoAR cPSD| 25605203




(P2) Als je genaturaliseerd bent tot Belg, dan geniet je burgerrechten
-> (c) Dus: als je Belg bent, of genaturaliseerd bent tot Belg, dan geniet je burgerrechten
Geldige redeneringen <-> ongeldige redeneringen
= ware premissen, MAAR onware conclusie
-> Vb: als je geboren bent -> Vb: als je geboren bent in België, dan ben je
in Leuven, dan ben je geboren in Leuven
geboren in België -> Vb: als Biden geboren is in Oostende, dan is hij geboren in België



Hoe goed begrijp je conditionele uitspraken?
Voorwaarden = impliceren
➔ Vb: “ALS a b impliceert, DAN is a een voorwaarde van b”
 Conditionele uitspraken = voorwaardelijke uitspraken
-> Vb. van voorwaardenindicators:
- als … dan … - … behalve wanneer …
- alleen als … - … tenzij …
- … impliceert … - … is een voorwaarde om …
= voegwoorden: nevenschikkende zinsconstructies (= p impliceert q)
-> Verbinden proposities (tot conditionele uitspraak)
-> Vb: je bent geslaagd tenzij je zakt voor logica = als je niet zakt voor logica, dan ben je geslaagd


• p = premissen. hieruit afgeleid
• c = conclusie
-> ALS p waar is, is c waar (= stelling, afgeleide)
-> Vb: meneer x is onschuldig
-> Conditionele uitspraken als premissen of conclusies (in redeneringen) = beweringen
-> Vb: iemand straffen – het bestaan van een wet => als iemand gestrafd wordt, dan is dat door
het bestaan van een wet (negaties mogelijk!)
-> Vb: groen zijn – niet gekleurd zijn -> als iets niet gekleurd is, dan is het niet groen

Conditionele uitspraken = bewering bestaande uit 2 proposities:
- Antecedens = voldoende voorwaarde (p) -> geven logische relaties weer
- Consequens = noodzakelijke voorwaarde (q)
-> Verbonden door conditionele functor (= implicatie)
-> Proposities = waar of onwaar MAAR zelf niet beweerd
-> Vb:
(1) Als paus in Bxl woont, dan woont hij in België = ware bewering
MAAR onware antecedens (als-zin) & consequens (dan-zin)

(2) Alleen als hij in België woont, dan woont Joe Biden in Bxl = idem

-> Vb: als het regent, dan wordt alles nat
= antecedens = consequens

➔ DUS mogelijkheid: zin = waar MAAR cons. en ant. = onwaar (vb: paus)
3

,ondubbel zinnig
lOMoAR cPSD| 25605203




Conditionele uitspraken leggen verbanden tussen relevante eigenschappen

➔ Zie experiment: cardtest < Wason (4 kaarten)
Achterkant kaarten: blauw of groen




• Als even getal aan voorkant, dan is achterkant blauw
=> Positief bekijken => Negatief bekijken
E ⊃ B
-> Welke kaart omdraaien om te weten of dit klopt? Kaart 8, niet kaart 5 WANT = oneven
-> ALS achterkant van kaart 8 groen is, geldt regel niet (dus juiste controle)

o Ander vb: als je in Oostende geboren bent, dan ook in België
-> Als je geboren bent in Moskou, geldt regel niet (zoals niet-toepasselijkheid van kaart 5)
-> WEL van toepassing op mensen geboren in Oostende (zoals toepasselijkheid van kaart 8)

o Moeten we blauwe kaart omdraaien? NEEN, want hieruit volgt niets WANT E impliceert B (aan
B hebben we dus niets)

o Moeten we groene kaart omdraaien? JA, want als het even getal is, is regel fout & als getal
oneven is, is regel juist




• Iemand drinkt bier
• Iemand drinkt cola
• Iemand is 16
• Iemand is 23
➔ Aan wie vragen wat die drinkt of welke leeftijd die is? 16-jarige en bierdrinker WANT vallen onder regel

Contrapositie = redeneervorm (3)
= geldig
➔ Stelling: ¬q ⊃ ¬p (= als niet q, dan niet p)
-> Vb: als niet in België geboren, dan ook niet in Oostende
-> In 2 richtingen lezen: ¬p ⊃ ¬q (= als niet p, dan niet q) ≠ geldig

4

,ondubbel zinnig
lOMoAR cPSD| 25605203




-> Vb: als niet in Oostende geboren, dan ook niet in België


➔ Volgt uit: p ⊃ q ---> ¬q ⊃ ¬p
= ¬(p ⊃ q)
---> p & ¬q
=> Antecedens wel geval, consequens niet (= negatie)
-> Vb: als je in België geboren bent, dan ben je niet in Nederland geboren
-> Consequens = niet het geval & antecedens = wel het geval
MAAR: q ⊃ p ≠ geldig!!!
= gewoon andere bewering (volgt niet uit p ⊃ q)
= converse bewering


Een eerste aanzet tot formalisering
“Als p dan q” -> p ⊃ q
▪ Alternatieve formalisering: ¬q ⊃ ¬p OF ¬(p & ¬q)
▪ p = antecedens (= voldoende vwde)
▪ q = consequens (= noodzakelijke vwde)

“niet p” -> ¬p
▪ p = onwaar

“p als en slechts als q” -> p <-> q
= equivalentie


Converse bewering van “als p dan q”: “als q dan p”
-> Andere betekenis


Contrapositie van “als p dan q”: “als niet-q, dan niet-p”
= uitspraken betekenen hetzelfde
-> Vb: als het regent, dan is het nat & als het niet regent, dan is het niet
nat


Negatie of ontkenning van “als p dan q”: “p en niet-q”
-> p en toch kan niet-q het geval zijn
-> Ontkenning van conditionele uitspraak: bevestigt dat voldoende
vwde vervuld is & noodz. vwde niet




5

, lOMoAR cPSD| 25605203




ondubbel zinnig




Voldoende en noodzakelijke voorwaarden

Als p dan q DUS als niet-p dan niet-q = ONGELDIGE REDENERING
→ Vb: ALS je in Oostende geboren bent, ben je in België geboren DUS niet uit afleiden: als je niet in Oostende
bent geboren, dan ben je niet in België geboren
→ Psychologische neiging om uitspraken te lezen als “p is equivalent met q” = p impl. q & q impl. p
→ Bij equivalentie WEL het geval!
 A contrario redenering*


Analyse noodzakelijke voorwaarden:
Om na te gaan of Y een noodzakelijke voorwaarde is voor X
➔ Vraag: als Y niet vervuld is, moet het dan ook zo zijn dat X niet vervuld is?


Analyse voldoende voorwaarden:
Om na te gaan of X een voldoende voorwaarde is voor Y
➔ Vraag: als X vervuld is, moet dan ook Y vervuld zijn?

➔ Vb: als iets in België ligt (B), dan ligt het ook in Europa (E).
⟶ B = voldoende voorwaarde voor E
⟶ E = noodzakelijke voorwaarde voor B

“Als”-gedeelte vd zin = antecedens
“Dan”-gedeelte vd zin = consequens

➔ Als p een voldoende voorwaarde is voor q, dan is q een noodzakelijke voorwaarde voor p

q = noodzakelijke voorwaarde (consequens) voor p:
➔ Als q niet het geval is, kan je afleiden dat p ook niet het geval zal zijn

Noodzakelijke verband tussen p en q: onmogelijk dat p voorkomt zonder dat q voorkomt



Conditionele relaties uitgedrukt in natuurlijke taal:
kwesties van interpretatie
p ⊃ q kan je ontkennen
➔ Vb: Belg zijn is geen voldoende voorwaarde om stemrecht te genieten
-> Interpretatie:
▪ Het is niet zo dat als je Belg bent, je van stemrecht kunt genieten
-> Ontkenning conditionele verband tussen p en q: niet (p ⊃ q)
=> ¬(p ⊃ q)
▪ Als je Belg bent, dan kun je niet van stemrecht genieten
-> Ontkenning noodz. vwde: p ⊃ niet q
-> ¬ (niet) = onderdeel vd consequens

6

, lOMoAR cPSD| 25605203




ondubbel zinnig




=> p ⊃ ¬q


Voorwaarden kan je ontkennen
➔ p ≠ noodzakelijke vwde voor q
=> ‘Het is niet zo dat (uit q volgt dat p)’
<-> p is noodzakelijk voor niet-q
➔ p volgt niet uit q
-> Vb: niet noodzakelijk in Oostende geboren zijn om in België geboren te zijn
➔ p⊃q -> ¬(q ⊃ p)
¬q ⊃ ¬p q & ¬p


“Als … dan …” = “… of …” (om conditionele uitspraak uit te drukken)
-> Vb: als je blijft praten, dan vlieg je buiten”
= je stopt met praten, of je vliegt buiten
-> p ⊃ q = logisch equivalent van ¬p ⋁ q (V = “of”)
-> Andere logische equivalent van p ⊃ q:
¬(p & ¬q)
-> Vb: Het is onwaar dat iemand in Oostende kan wonen en toch niet in België woont (= als
iemand in Oostende woont, woont ze ook in België)
-> DUS ook: equivalent van: ¬p ⋁ q
-> Symbolen: (p ⊃ q) <-> ¬(p & ¬q) (als en slechts als)


Tenzij = of (p tenzij q = p of q)
➔ Vb: hij is schuldig, tenzij hij onschuldig is = hij is schuldig of hij is onschuldig
➔ p tenzij q = als q, dan niet p (= opschortende vwde)
= logische equivalent met “p of q”
➔ Logische interpretatie (1): primeert!
<->
Pragmatische interpretatie (2)
Eerste interpretatie “tenzij” Tweede interpretatie “tenzij”
“p tenzij q” ⟶ ¬q ⊃ p “p tenzij q” ⟶ q ⊃ ¬p
⟶ logisch equivalent aan ¬p ⊃ q en p ⋁ q ⟶ q = voldoende voorwaarde voor niet-p
⟶ niet-q = voldoende voorwaarde voor p ⟶ door veel juristen als juiste interpretatie
⟶ door veel logische als de juiste interpretatie gezien
gezien

➔ Juiste interpretatie hangt af vd concrete situatie




7

,ondubbel zinnig
lOMoAR cPSD| 25605203




-> Redeneertechniek/interpretatietechniek: a contrario redenering*
=> Geeft juiste interpretatie van wat er staat MAAR er niet logisch uitvloeit
→ Vb: je hebt restaurant en wil niet dat honden binnenkomen: “honden zijn niet toegelaten” (=
cond. uitspraak)
→ ALS je hond bijhebt dan ben je niet toegelaten → DUS interpr.: ALS je geen hond
bijhebt, dan ben je wel toegelaten
→ STEL je neemt kameel mee, dan val je niet onder interpretatie
→ Logisch gezien dus: ongeledige interpretatie (ookal is het wel normaal gezien
juist begrepen)
= ongeldige redenering/interpretatie MAAR gezien bedoeling vd regelgever is het wel duidelijk wat
bedoeld was

Complexe uitspraken = conditionele uitspraak die conditionele uitspraak bevat
➔ Vb: Als je achttien bent, dan moet je, als je over je burgerrechten beschikt, gaan stemmen
-> A ⊃ (B ⊃ S)
▪ A = als je 18 bent
▪ B ⊃ S = burgerrechten impliceert stemmen
➔ Vb: Als je achttien bent én over je burgerrechten beschikt, moet je gaan stemmen
-> (A & B) ⊃ S
➔ Vb: Als je over je burgerrechten beschikt, dan moet je, als je achttien bent, gaan stemmen
-> B ⊃ (A ⊃ S)

Meerdere noodzakelijke vwden
➔ Vb:
P ⊃ (1 & 2 & 3 & 4)
-> Voorwaarden = cum.
-> STEL: niet aan vwde 3 voldaan: ook niet voldaan
aan de voldoende vwde (p)




-> Modus tollens-redenering (4)




Redeneren met conditionele uitspraken

Wat maakt conditionele uitspraak waar?
• Geografische feiten
-> Vb: wie in België woont, woont in Europa
• Afspraak, contract
-> Vb: als je 18 bent, dan mag je alcohol drinken
• Wet

8

,ondubbel zinnig
lOMoAR cPSD| 25605203




• Empirische vaststelling
-> Vb: als je water kookt, dan gaat het verdampen
• Betekenis van woorden
-> Vb: als je vrijgezel bent, dan ben je ongehuwd

➔ Waar ≠ beweerbaar
-> Vb: je moet stelling geven waarom kerncentrales open moeten blijven: “2 + 2 = 4”
-> Stelling = waar MAAR niet relevent of passend in de context
-> Waarheid ≠ enige norm voor bewering (≠ voldoende)
-> Conditionele uitspraken: altijd informatieve context (relevant)
= beweerbaar

Redeneringen:




Tautologie = zelfde betekenis




Samenvatting vd geldige redeneervormen:

p = voldoende voor q
q = noodzakelijk voor p
➔ Alleen als q, dan p
➔ Als p, dan q



Als p q impliceert -> Uit niet-q volgt niet-p




9

, ondubbel zinnig
lOMoAR cPSD| 25605203




Kenmerk van geldige redeneervormen: ALS je ze
interpreteert door ware premissen in te vullen, krijg je
altijd ware conclusie (zie hoofdstuk 3)




Epistemologie: hoe ga je na of een conditionele uitspraak geloofwaardig is (als p, dan q)
= kenleer (hoe geloofbaar iets is)
➔ Vb:
o ‘Als je een diefstal pleegt, dan zul je gestraft worden’ (≠ volledig juist)
-> Je moet veroordeeld & bestrafd worden
-> Het is waarschijnlijk dat er straf zal zijn MAAR niet zeker

o ‘Als je moet niezen, dan heb je corona’
-> De kans bestaat MAAR kan ook door iets anders komen
-> Achtergrond: er is zeker iets mis als je niest
-> Voldoende vwde: je moet niezen
-> Schatting vd probabiliteit (= waarschijnlijkheid)
-> Prob (p ⊃ q)
-> Conditionele uitspraak = waar WANT prob van q verhoogt
gegeven dat je p hebt (vb: kans dat je corona hebt is hoger als je
niest)
-> ALS we p verhogen, verhoogt probabiliteit van q?
ALS we feit dat je positief test op corona aan overtuigingen toevoegt, stijgt kans
dat je corona hebt
-> DUS prob van q gegeven p > prob van q
=> Ramsey’s test: p toevoegen (aan bestaande overtuigingen) & zo
probabiliteit van q vinden gegeven p
-> Probabiliteit hoger dan gewone probabiliteit q




o ‘Als je in ijskoud water springt, dan verdrink je meteen’
-> De kans bestaat MAAR ijsberen bv. overleven dit wel

➔ Regel < Frank Ramsey:
o Welke achtergrondovertuigingen heb je (juridische kennis, common sense, …)
o Voeg de voldoende voorwaarde toe aan die overtuigingen
o Volgt dan de noodzakelijke voorwaarde?

➔ ‘Wie een diefstal pleegt, wordt gestraft met ten hoogste 4 jaar gevangenisstraf’
= onwaar, want niet ied die diefstal pleegt wordt gestrafd (lage probabiliteit)
-> Juiste interpretatie = deontische interpretatie (zodat probabiliteit sijgt)
=> “Dient gestrafd te worden”, “zal volgens de wet gestrafd worden”

10

Faites connaissance avec le vendeur

Seller avatar
Les scores de réputation sont basés sur le nombre de documents qu'un vendeur a vendus contre paiement ainsi que sur les avis qu'il a reçu pour ces documents. Il y a trois niveaux: Bronze, Argent et Or. Plus la réputation est bonne, plus vous pouvez faire confiance sur la qualité du travail des vendeurs.
louisebeerts Katholieke Universiteit Leuven
Voir profil
S'abonner Vous devez être connecté afin de suivre les étudiants ou les cours
Vendu
41
Membre depuis
2 année
Nombre de followers
3
Documents
23
Dernière vente
8 heures de cela

0,0

0 revues

5
0
4
0
3
0
2
0
1
0

Récemment consulté par vous

Pourquoi les étudiants choisissent Stuvia

Créé par d'autres étudiants, vérifié par les avis

Une qualité sur laquelle compter : rédigé par des étudiants qui ont réussi et évalué par d'autres qui ont utilisé ce document.

Le document ne convient pas ? Choisis un autre document

Aucun souci ! Tu peux sélectionner directement un autre document qui correspond mieux à ce que tu cherches.

Paye comme tu veux, apprends aussitôt

Aucun abonnement, aucun engagement. Paye selon tes habitudes par carte de crédit et télécharge ton document PDF instantanément.

Student with book image

“Acheté, téléchargé et réussi. C'est aussi simple que ça.”

Alisha Student

Foire aux questions