1. Inleiding: De verbintenis
a) Definitie
→ Zie art. 5.1
Een verbintenis = een rechtsband op grond waarvan een schuldeiser
van een schuldenaar, indien nodig in rechte, de uitvoering van een
prestatie mag eisen
→ Zie art. 5.2
Een natuurlijke verbintenis = een verbintenis waarvan de uitvoering
niet kan worden afgedwongen
→ Restitutie = niet mogelijk ALS zonder dwang of vergissing
nagekomen
→ Erkenning doet een verbintenis ontstaan
b) Analyse definitie
SE ----→ SA
= rechtsband tussen 2 of meer personen
= door de wet erkend (art. 5.3)
= ontstaan uit een menselijk handelen (rechtshandeling of ander
menselijk gedrag) OF uit de wet
→ SE kan t.o.v. de SA aanspraken/eisen doen gelden die in geld
waardeerbaar zijn + in rechte afdwingbaar KUNNEN zijn
→ Een verbintenis KAN afgedwongen worden bij de
rechter, maar MOET niet
Redenen:
• Bedoeling is dat schuldenaar vanzelf presteert
• Veel geschillen niet meer beslecht door
rechtbank (bemiddelaar, arbitrage, dading...)
Verbintenissen → ontstaan uit contract
→ Vb: koop- of huurcontract
=> Contractuele verbintenis
→ Verbintenissen voor beide partijen
(nl: verhuurder: genot verschaffen = plaats ter
beschikking stellen, huurder: huur betalen)
=> Tweezijdige rechtshandeling
<->
Eénzijdige rechtshandeling
1
, → Vb: onrechtmatige daad: dader schade
vergoeden & slachtoffer is schuldeiser (art. 1382)
→ Vb: aanbod: ALS acceptatie = tweezijdig
=> Wederkerige verbintenis/contract
→ Beide contractpartijen = zowel schuldeiser als
schuldenaar ALS meerdere verbintenissen ontstaan
tussen hen
→ Koopcontract: verkoper = SE van betalingsverbintenis
verkoper = SA van leveringsverbintenis
→ Wederzijds EN samenhangend
DUS ENAC en ontbinding van toepassing!
c) Kenmerken
o Rechtsband tussen personen
→ vorderingsrechten <-> zakelijke rechten
o Ontstaan uit menselijk handelen OF wet
→ bronnen van verbintenissen (wat brengt het teweeg)
o Voorwerp = een in geld waardeerbare uitspraak
→ tot wat verbindt de SA zich dan + wat kan schuldeiser doen?
o Zo nodig in rechte afdwingbaar
→ afdwingbaarheid
Kenmerk 1: rechtsband tussen personen
→ Verschil tussen vorderingsrechten of persoonlijke rechten of verbintenissen EN
zakelijke rechten: RELATIVEREN
→ Intern bekeken:
• Pers. recht = verhouding tussen personen
→ SE heeft aanspraak op gedraging/prestatie van SA
• Zakelijk recht (art. 3.3 BW) = verhouding tussen persoon en goed (art.
3.8, par. 1 BW)
→ Titularis heeft zeggenschap over een goed/zaak
→ Vb: erfdienstbaarheid
→ RELATIVEREN want vb: huurder (met pers. rechten t.o.v.
verhuurder) heeft ook relatie tot het verhuurde goed, nl. recht op
rustig genot
→ Extern bekeken:
= Probleem van derdenwerking of tegenwerpelijkheid
• Zakelijk recht = geldt erga omnes
2
, → Moet door iedereen gerespecteerd worden
→ DUS derdenwerking van toepassing (derde moet hier ook
rekening mee houden)
• Pers. recht = opsplitsing tussen aanspraken tussen SE & SA en haar
bestaan als rechtsfeit in het rechtsverkeer
→ Aanspraken = relatief (= enkel geldig inter partes)
→ Enkel SE kan afdwingen & enkel SA is verschuldigd
(GEEN derdenwerking)
→ Bestaan = als rechtsfeit tegenwerpelijk aan derden + kan
door derden worden ingeroepen (WEL derdenwerking)
→ Vb: derde kan zich beroepen op een
verzekeringscontract vd schuldenaar om betaling af te
dwingen
→ Vb: belang bij derdemedeplichtigheid;
alleenafnamecontract dat derde moet respecteren
→ Vergelijking: zakelijk recht WANT derden moeten
pers. recht respecteren als feit
→ Ook zo voor contracten!
Kenmerk 2: bronnen
→ Verbintenissen ontstaan uit een rechtshandeling, uit een oneigenlijk contract
(=quasicontract), uit de buitencontractuele aansprakelijkheid of uit de wet (art. 5.3)
→ Lid 1: somt bronnen op
• Rechtshandeling = menselijk gedrag dat rechtsgevolgen beoogt
→ Twee- of meerzijdig (art. 5.69)
→ Eénzijdig (art. 5.125, lid 2)
→ MET bedoeling zich te verbinden
Vb: aanbod met éénzijdige belofte
→ ZONDER bedoeling zich te verbinden
Vb: afstand doen van recht (= abdicatiehandeling)
Vb: verwerven nalatenschap
• De wet = in het bijzonder als de wet rechtsgevolgen verbindt aan een
menselijk gedrag dat die gevolgen NIET beoogt
- onrechtmatige daad of nalaten (art. 1382)
- oneigenlijke contracten (art. 5.127)
=> Zaakwaarneming & ongerechtvaardigde verrijking &
onverschuldigde betaling
3
, → Vergissing begaan DUS verbintenis ten laste van degene die
moet terugbetalen
→ Is bronnenlijst open ?
→ Zakelijke rechten = gesloten systeem (= numerus clausus)
→ Toevoeging “verwekking en beschaming van rechtmatig vertrouwen” als
bron?
→ Bij schijnmandaat (= 3-partijenrelatie): JA
Vb: Argenta
→ Bij 2-partijenrelati : NEEN, eerder geval of bijzonder criterium van
rechtsmisbruik (art. 5.3)
→ NIET als bron in boek 5, wel toepassingen
(vb: art. 1.8, par. 5 & art. 5.17)
DUS eerder open systeem
→ Oefening!
Kenmerk 3: voorwerp vd verbintenis
=> Een prestatie vd schuldenaar; iets te doen, iets niet te doen, iets te geven of iets te
garanderen (art. 5.46)
• Klassieke opdeling:
1-3 :
- Iets doen (vb: aanneming, diensten)
- Iets niet doen (vb: niet concurreren, niet openbaren)
- Iets geven => eigendomsrecht vestigen van specifieke zaak
(vb: koop)
OPGELET! species <-> generieke zaken: nuttig voor:
- Eigendomsovergang
—> Bij species:
overgang bij
consensus
—> Bij genus:
overgang bij
afzondering of
specificatie
(art. 3.14, par. 2 &
5.79)
- Risico-overgang
→ gelijk met
eigendomsovergang
(art. 5.80)
4
, OPGELET !
Bij handelsrecht :
eigendomsoverdracht bij levering WANT risico-overgang
ook bij levering
Vb : Vaas gekocht, maar bij levering kapot gegaan →
schadevergoeding vorderen bij leveraar, NIET verkoper
4: aanvulling
- Iets garanderen (vb: verzekeraar, bank)
• Moderne opdeling:
Rechtspraak & rechtsleer maken onderscheid tussen:
• Resultaatsverbintenis
= SA moet bepaald resultaat bereiken
• Inspanningsverbintenis
= SA moet nodige inspanningen leveren
(art. 5.72)
→ Nadruk ligt op draagwijdte van verplichting om resultaat te
bereiken
→ Onderscheid van belang voor bewijslast vd SE
• Resultaatsverbintenis
= Als resultaat niet is bereikt: SE moet NIET de fout vd
SA bewijzen → Fout wordt vermoed
→ Bewijslast ligt op SA: bewijs van overmacht bevrijd
hem van aansprakelijkheid
→ Vb: Advocaat moet op tijd hoger beroep indienen
→ Vb: Notaris moet hypoticaire inschrijving doen
→ Vb: Tandarts moet dagdagelijkse ingreep correct
doen
• Inspanningsverbintenis
= Als resultaat niet is bereikt: SE moet WEL fout vd SA
bewijzen
→ Bonus pater familias-criterium = vergelijking met
voorzichtige en redelijke persoon in dezelfde
omstandigheden
→ Bewijslas op SE: onvoldoende inspanningen geleverd
door SA
5
, → Vb: Advocaat die moeilijke cliënt krijgt dus kan
verliezen ondanks inspanningen
→ Vb: Arts doet operatie met hoge risico’s dus kan
mislukken ondanks inspanningen
→ Vb: Veiligheid in attractie
Let wel!
o Moderne opdeling doorkruist klassieke
→ Verbintenis iets niet te doen, garanderen, geven
= resultaatsverbintenis
→ Verbintenis iets te doen
= resultaats- of inspanningsverbintenis (niet zeker)
→ Moderne opdeling is hiervoor nuttig
o Uit 1 contract vloeien vaak de 2 soorten vbt. voort
→ Vb: Advocaat heeft zowel inspannings- als
resultaatsvbt.
→ Vb: AstraZeneca → Levering = inspanningsvbt.
Vaccin maken = resultaatsvbt.
→ Moeten “best reasonable efforts” leveren
voor beide takenDUS beiden gekwalificeerd als
inspanningsvbt.
o Partijen bepalen zelf wat voorwerp is
→ Vb: van resultaatsvbt. een inspanningsvbt. maken
→ Arts doet dagdagelijkse ingreep op risico-
patiënt (normaal resultaatsvbt., hier
inspanningsvbt.
→ Vb: van inspanningsvbt. een versterkte
inspanningsvbt. Maken
→ AstraZeneca: normaal enkel “best” of enkel
“reasonable” MAAR hier beieden DUS om
levering zekerder te maken een versterkte
inspanningsvbt.
o Bij interpretatie (als onduidelijkheid welke vbt.) kijkt rechter naar
bedoeling vd partijen EN naar zeker of onzeker (aleatoir) karakter
van beoogde resultaat
→ Vb: Arts zegt dat sterilisatie een dagdagelijkse
ingreep is en resultaat zeker bereikt zal worden
6
, = resultaatsvbt. (normaal is complexe ingreep
inspanningsvbt.)
o Nuancering vh onderscheid in de praktijk
→ Versterkte resultaatsvbt. = garantievbt.
= SA is ook aansprakelijk in geval van overmacht
→ Vb: AstraZenecacontract art. 5.1
→ Vrijwaringsplicht = derde staat in voor
finaciële gevolgen vd aansprakelijkgeid van 1 vd
contracten
→ EU staat in voor AstraZeneca bij schadeclaims
→ Oefening!
Kenmerk 4: afdwingbaarheid vd verbintenis
=> Als de SA zijn verbintenis niet vrijwillig naleeft, kan de SE hem daartoe, zo nodig,
in rechte dwingen via gedwongen uitvoering & dwanguitvoering
→ 3 stappen (als vorige stap niet werkt):
• Ingebrekestelling vd SA, tenzij uitz. (art. 5.231-233)
• Vonnis met rechterlijk bevel om vbt. na te komen (in natura
door SA of 3de) = gedwongen uitvoering
→ KAN versterkt worden door dwangsom!
• Vonnis (of andere uitvoerbare titel vb: notariële akte) doen
uitvoeren met middelen van tenuitvoerlegging (vb: beslag,
uithuiszetting) = dwanguitvoering
→ Door gerechtsdeurwaarder
→ 1 principe:
SE heeft recht om uitvoering in natura te vorderen!
= nakoming vd prestatie zelf (voorkeur)
→ 2 beperkingen: geen voorkeur ALS
o Dwang op persoon van SA (art. 5.234, lid 2)
→ NIET manu militari, WEL financiële dwang (dwangsom)
o Onmogelijk of abusief
→ NIET uitvoering in natura, WEL schadeherstel (=
uitvoering bij equivalent) => meestal pecuniaire vergoeding
→ Meestal uitvoering in natura mogelijk: hangt af van voorwerp vd vbt.
▪ Geven van species: zaak opeisen of beslag laten leggen
▪ Iets doen of niet doen: afdwingen zonder fysieke dwang
o Via dwangsom (art. 1385bis Ger.Wb.)
7
, o Als geen persoonlijke vbt.: via gerechtelijke
vervanging vd SA (art.5.235 en 5.85)
=> Uitvoering in natura door 3de ipv SA
o Als SA in gebreke blijft: via rechter die zijn
beslissing laat gelden als akte
o Via schadeherstel (= meestal pecuniaire
vergoeding, herstel in natura kan ook)
Vb herstel in natura: Vogue foute foto van
vice-president gepubliceerd
→ Uitvoering in natura: onmogelijk en
abusief (te duur om alle magazines te
vernietigen en opnieuw te publicerenà
→ Herstel in natura: juiste foto later
gepubliceerd
→ Helpt juridische vbt. te onderscheiden van niet-juridische vbt.
o Partijen bepalen zelf of ze afdwingbare vbt. beogen → Soms niet het
geval → Vb: gentlemen’s agreement
o Morele vbt. → Vb: letter of intent, letter of comfort (=
geruststellingsbrief)
o Natuurlijke vbt. = niet afdwingbaar (art. 5.2)
→ ALS vrijwillig nageleefd: geen restitutievordering mogelijk
→ ALS SA vbt. erkent: omzetting in afdwingbare vbt.
2. Contracten
2.1 Begrip en soorten contracten
2.1.1 Begrip
Contract (art. 5.4) = overeenkomst
=> Meerzijdige rechtshandeling (art. 1.3, lid 1 BW) berustend op
consensus/wilsovereenstemming (art. 5.27, 1°) gericht op aangaan van juridisch bindende
vbt. of op andere rechtsgevolgen (vb: vbt. overdragen, wijzigen of tenietdoen van bestaand
contract)
→ 2 wilsuitingen (minstens)
→ 1 vbt. uit contract volstaat = éénzijdig contract (art. 5.6)
a-b → alleen a verbintenis (vb: schenking)
<->
Wederkerig contract
a-b → beiden verbintenis
8
,Meerpartijencontract = meer dan twee contractanten (art. 5.12)
<-> Tweepartijencontract = 2 contractanten → Elke partij richt wilsuiting tot
contractant, consensus volgt uit aanbod en aanvaarding
→ Elke partij geeft wilsuiting gericht tot alle anderen, ALS de anderen zich ook verbinden
→ Voordeel: partijen kunnen makkelijker verweer inroepen OOK i.v.m. een vbt. van een
andere partij als de vbt. niet wordt nageleefd
→ ENAC: stel a heeft vbt. met b en b met c → ALS b niet presteert tov c, kan a
prestatie aan b opschorten
→ Vb: huur = contract waarbij verhuurder zich jegens huurder verbindt om genot van goed
te verschaffen en de andere partij een bepaalde prijs te betalen (medehuur; art. 51-52
VWHD)
→ Ook al is huurder groep van personen (zoals echtgenoten) = 1 partij
WANT gelijk gerichte belangen => tweepartijencontract
→ ALS partijen willen in 1 contract andersgerichte belangen vastleggen
=> meerpartijencontract
Contract → Bedoeling om rechtsgevolgen te doen ontstaan:
o Partijen bepalen zelf of ze afdwingbare vbt. beogen
→ ALS geldig aangegaan, bindend zoals een wet (art. 5.69)
→ Rechtens vrijblijvende afspraak = geldig, niet afdwingbaar
→ Vb: gentlemen’s agreement
→ Aard vd afspraak belangrijk: mondaine, sociale, politieke afspraken
= niet bindend
o Morele vbt. => gradaties in afdwingbaarheid
→ Vaak in zakenleven
→ Vb: letter of intent, letter of comfort (= geruststellingsbrief)
o Natuurlijke vbt. = niet afdwingbaar (art. 5.2)
→ ALS vrijwillig nageleefd: geen restitutievordering mogelijk (art. 2.5)
→ ALS SA vbt. erkent: omzetting in afdwingbare vbt.
2.1.2 Soorten contracten
→ Vermogenrechtelijke contracten (uit privaatrecht)
= contract gesloten tussen partculieren (burgers of ondernemingen) die
vermogenrechtelijke verbintenissen of zakelijke rechten vestigt, vaststelt,
overdraagt, wijzigt of teniet doet (art. 5.13)
→ Andere contracten (ook uit privaatrecht):
• Familierechtelijke
9
, • Bewijsrechtelijke of procesrechtelijke
• Vennootschapsrechtelijke
→ Boek 5 aanvullend voor deze contracten!
Boek 5 hoofdstuk ‘Contract’ => gemeen recht voor alle contracten (ook bedingen en
meerpartijencontracten)!
→ Toepassingsgebied en verwijzingen (art. 5.13)
→ Afwijkingen zijn mogelijk in bijzondere wetgeving, zoals wet op overheidsopdrachten
Soorten contracten: NIET IN BOEK 5 (= gemeen recht)
• Consensuele, vormelijke en zakelijke contracten (art. 5.5)
o Consensueel: wilsovereenstemming vereist
o Vormelijk/plechtig: geldigheid onderworpen aan vormvereiste
→ Vb: schenking (art. 4.158) → Vormvereiste: notariële akte
→ Vb: kosteloze borgtocht (art. 2043qq OBW) → Vormvereiste:
geschrift
o Zakelijk: overhandiging voorwerp (letterlijk afgegeven, anders
consensueel)
→ Onderscheid door geldigheidsvoorwaarden bij totstandkoming
→ De regel: consensualisme (art. 5.28) → uitzondering: vorm. en zak.
contracten (art. 5.29))
→ Contract kan dus louter mondeling zijn!
→ BEHALVE: vormelijk contract (notariële akte vereist)
→ Voorbeelden:
o Inpandgeving roerend goed = vroeger: zakelijk
→ Sinds nieuwe Pandwet: consensueel
→ MAAR vormelijk met consument (geschrift vereist)
o Koop van onroerend goed = consensueel of plechtig?
▪ Geldigheid vd koop (totstandkoming)
▪ Bewijs vd koop → geschrift
▪ Tegenwerpbaarheid aan derden → geeft
derdenwerking aan verkoop, dus derden moeten
hiermee rekening houden
=> plechtig contract
• Wederkerige en eenzijdige contracten (art. 5.6)
→ Contract = twee- of meerzijdige rechtshandeling + vereist 2 wilsuitingen
o Eenzijdig contract = contract met 1 verbintenis
→ Vb: bruiklening, onbezoldigde bewaargeving (geen betaling)
o Wederkerig contract = contract met minstens 2 verbintenissen, 1 per
partij
10