Samenvatting Nederlandse taal
Hoofdstuk 5. Beginnende geletterdheid
Geletterdheid = het vermogen om schriftelijke taal te begrijpen en te gebruiken.
Ontwikkelingsfases in de geletterdheid
Functionele geletterdheid = de vaardigheid om je in een geletterde samenleving te kunnen redden
Ontluikende geletterdheid: 0 – 4 jaar, ontwikkeling van de geletterdheid voorschoolse periode.
Beginnende geletterdheid: Groep 1 tot en met groep 3
Gevorderde geletterdheid: Groep 4 tot en met groep 8
Tussendoelen beginnende geletterdheid
1. Boekoriëntatie
2. Verhaalbegrip
3. Functies van geschreven taal
4. Relatie gesproken en geschreven taal
5. Taalbewustzijn
6. Alfabetisch principe
7. Functioneel ‘schrijven en lezen’
8. Technisch lezen en schrijven, start
9. Technisch lezen en schrijven, vervolg
10. Begrijpend lezen en schrijven
Meta linguïstisch bewustzijn = het vermogen om na te denken over de vorm en het gebruik van taal en om
onbewuste kennis over de regels in de taal te verwoorden.
Het meta linguïstisch bewustzijn speelt bij de spontane schrijfontwikkeling een belangrijke rol.
Meertalige kinderen beschikken al vroeg over meta linguïstisch bewustzijn omdat zijn 2 of meer verschillende taalsystemen
kennen, hierdoor komt het denken over de taal vroeg op gang.
Ontwikkeling van de spontane schrijfvaardigheid bij kinderen gaat in de volgende fasen;
1. Het tekenen van woorden
2. Het krabbelen van nog niet herkenbare lettertekens
3. Het schrijven van letterachtige vormen of letters
4. Het weergeven van woorden door 1 of enkele letters
Het fonemisch bewustzijn is al zo ver ontwikkeld dat een kind enige notie heeft van de klank-letterkoppeling.
5. Invented spelling
Fonologisch bewustzijn = het vermogen om te kunnen reflecteren op de klank-vorm van de taal = een
onderdeel van meta linguïstisch bewustzijn (taalbewustzijn).
- Begint rond het 3e levensjaar
- Fonemisch bewustzijn is een gevorderde fase van het fonologisch bewustzijn.
Fonemisch bewustzijn = het besef dat woorden uit fonemen bestaat.
Fonemen zijn klanken die door een letter of een combinatie van letters worden weergegeven. We kennen 34 fonemen. Het
woord huis bestaat uit de fonemen: h/ui/s. Fonemen zijn klanken die betekenisverschil tussen woorden veroorzaakt.
Wanneer kinderen in staat zijn om te rijmen, bezitten ze over fonemisch bewustzijn.
Fonemisch bewustzijn Letterkennis
o Isoleren van klanken - Letters aanwijzen
o Synthese van klanken - Letters benoemen
o Analyse van klanken - Letters in woorden
o Manipuleren van klanken - Schrijven
,Auditieve vaardigheden die belangrijk zijn voor het lezen
Auditieve objectivatie letten op de klank en niet op de betekenis,
Voorbeeld: Welk woord klinkt langer: kabouter of reus
Auditieve discriminatie Verschil kunnen horen tussen woorden of klanken
Woorden die op elkaar lijken kunnen onderscheiden
Voorbeeld: Pak en bak, mat en nat
Auditieve analyse Een woord in verschillende fonemen kunnen onderscheiden
Woorden ‘hakken’
Voorbeeld:
Auditieve synthese Losse klanken +klankgroepen kunnen samenvoegen tot een
woord
Voorbeeld: Woorden ‘plakken’ na het ‘hakken’
Temporeel ordenen Klanken of woorden in een bepaalde volgorde kunnen
onthouden
Voorbeeld: Raam ipv maar, drop ipv dorp
Klankpositie bepalen Aan kunnen geven van de plaats van een klank in een woord
Wat hoor je vooraan in ‘vuur’
Voorbeeld Wat hoor je achteraan in ‘huis’
Auditieve analyse is een moeilijkere vaardigheid dan auditieve discriminatie, auditieve discriminatie is een soort voorwaarde
voor auditieve analyse: je kunt woorden pas analyseren in klanken als je ook in staat bent om klanken van elkaar te
onderscheiden.
Bij temporeel ordenen wordt gebruik gemaakt van het auditief geheugen.
Peuters en kleuters worden veel voorgelezen, op een gegeven moment gaan ze zelf een verhaal ‘voorlezen’; het imiteren van
het voorleesgedrag van de ouder en het weergeven van een verhaal aan de hand van de plaatjes = pseudolezen.
Spontaan lezen; het proberen te decoderen van een tekst, bestaat uit 3 fasen
1. Globaal lezen van bekende woorden
2. Lezen door analyse van bekende woorden
3. Zelfstandig lezen van nieuwe woorden
, Visuele vaardigheden die belangrijk zijn voor het lezen
Visuele discriminatie Kunnen zien van verschillen en overeenkomsten tussen afbeeldingen, letters of
woorden
Voorbeeld: Verschil zien tussen de b en d, of de u en n
Visuele analyse Afzonderlijke grafemen kunnen onderscheiden in een woord, letters in woorden
herkennen.
Voorbeeld:
Visuele synthese Samen kunnen voegen van grafemen, herkennen van combinaties van letters.
Samenvoegen van letters tot een woord.
Spatieel ordenen/ruimtelijk ordenen De letters op de juiste volgorde kunnen plaatsen in een woord.
Leesrichting, huis en hius
Voorbeeld:
Letterpositie bepalen Aan kunnen geven op welke plaats een letter in een woord te vinden is.
Kennis van begrip Instructiebegrippen begrijpen
Voorbeeld: Klank, letter, woord, zin en regel. Kennis van relatiewoorden: vooraan,
achteraan, middelste, links, rechts, langer, korter.
Visuele discriminatie is de meest basale visuele vaardigheid. Visuele discriminatie heeft 1 valkuil: deze is niet te vergelijken met
het waarnemen van verschillen tussen concrete voorwerpen:
Voorbeeld: bij een theekopje maakt het niet uit aan welke kant het oortje zit of dat die op de kop staat, het blijft een kopje. Bij
letters zijn de richting en positie wel cruciaal.
Voor visuele analyse is letterkennis voorwaardelijk.
Letterpositie bepalen is een veelvoorkomende vaardigheid bij het leren lezen en is een samengestelde vaardigheid: combinatie
van visuele analyse, spatieel ordenen en kennis van begrippen als voor, midden en achter.
Kennis van begrip = aparte deelvaardigheid van leren lezen
Elementaire leeshandeling
De eerste leesstrategie die kinderen op de basisschool leren is het letter voor letter lezen van een woord; hakken en plakken. Dit
gebeurt in groep 3. De officiële term voor deze manier is de elementaire leeshandeling, het is de basistechniek binnen het leren
lezen en word daarom elementair genoemd. De elementaire leeshandeling bestaat uit 3 stappen;
1. Het van links naar rechts koppelen van fonemen aan grafemen
2. Auditieve synthese
3. Betekenis geven
Stap 1. Het van links naar rechts koppelen van fonemen aan grafemen bestaat weer uit 4 deelstappen.
1. Werken volgens de leesrichting
2. Visuele analyse in grafemen
3. Koppelen van foneem aan grafemen
4. Fonemen op volgorde onthouden
De elementaire leeshandeling wordt vooral gebruikt voor het lezen van klankzuivere woorden, woorden waarin de spelling
overeenkomt met de uitspraak; kat, raam.
Hoofdstuk 5. Beginnende geletterdheid
Geletterdheid = het vermogen om schriftelijke taal te begrijpen en te gebruiken.
Ontwikkelingsfases in de geletterdheid
Functionele geletterdheid = de vaardigheid om je in een geletterde samenleving te kunnen redden
Ontluikende geletterdheid: 0 – 4 jaar, ontwikkeling van de geletterdheid voorschoolse periode.
Beginnende geletterdheid: Groep 1 tot en met groep 3
Gevorderde geletterdheid: Groep 4 tot en met groep 8
Tussendoelen beginnende geletterdheid
1. Boekoriëntatie
2. Verhaalbegrip
3. Functies van geschreven taal
4. Relatie gesproken en geschreven taal
5. Taalbewustzijn
6. Alfabetisch principe
7. Functioneel ‘schrijven en lezen’
8. Technisch lezen en schrijven, start
9. Technisch lezen en schrijven, vervolg
10. Begrijpend lezen en schrijven
Meta linguïstisch bewustzijn = het vermogen om na te denken over de vorm en het gebruik van taal en om
onbewuste kennis over de regels in de taal te verwoorden.
Het meta linguïstisch bewustzijn speelt bij de spontane schrijfontwikkeling een belangrijke rol.
Meertalige kinderen beschikken al vroeg over meta linguïstisch bewustzijn omdat zijn 2 of meer verschillende taalsystemen
kennen, hierdoor komt het denken over de taal vroeg op gang.
Ontwikkeling van de spontane schrijfvaardigheid bij kinderen gaat in de volgende fasen;
1. Het tekenen van woorden
2. Het krabbelen van nog niet herkenbare lettertekens
3. Het schrijven van letterachtige vormen of letters
4. Het weergeven van woorden door 1 of enkele letters
Het fonemisch bewustzijn is al zo ver ontwikkeld dat een kind enige notie heeft van de klank-letterkoppeling.
5. Invented spelling
Fonologisch bewustzijn = het vermogen om te kunnen reflecteren op de klank-vorm van de taal = een
onderdeel van meta linguïstisch bewustzijn (taalbewustzijn).
- Begint rond het 3e levensjaar
- Fonemisch bewustzijn is een gevorderde fase van het fonologisch bewustzijn.
Fonemisch bewustzijn = het besef dat woorden uit fonemen bestaat.
Fonemen zijn klanken die door een letter of een combinatie van letters worden weergegeven. We kennen 34 fonemen. Het
woord huis bestaat uit de fonemen: h/ui/s. Fonemen zijn klanken die betekenisverschil tussen woorden veroorzaakt.
Wanneer kinderen in staat zijn om te rijmen, bezitten ze over fonemisch bewustzijn.
Fonemisch bewustzijn Letterkennis
o Isoleren van klanken - Letters aanwijzen
o Synthese van klanken - Letters benoemen
o Analyse van klanken - Letters in woorden
o Manipuleren van klanken - Schrijven
,Auditieve vaardigheden die belangrijk zijn voor het lezen
Auditieve objectivatie letten op de klank en niet op de betekenis,
Voorbeeld: Welk woord klinkt langer: kabouter of reus
Auditieve discriminatie Verschil kunnen horen tussen woorden of klanken
Woorden die op elkaar lijken kunnen onderscheiden
Voorbeeld: Pak en bak, mat en nat
Auditieve analyse Een woord in verschillende fonemen kunnen onderscheiden
Woorden ‘hakken’
Voorbeeld:
Auditieve synthese Losse klanken +klankgroepen kunnen samenvoegen tot een
woord
Voorbeeld: Woorden ‘plakken’ na het ‘hakken’
Temporeel ordenen Klanken of woorden in een bepaalde volgorde kunnen
onthouden
Voorbeeld: Raam ipv maar, drop ipv dorp
Klankpositie bepalen Aan kunnen geven van de plaats van een klank in een woord
Wat hoor je vooraan in ‘vuur’
Voorbeeld Wat hoor je achteraan in ‘huis’
Auditieve analyse is een moeilijkere vaardigheid dan auditieve discriminatie, auditieve discriminatie is een soort voorwaarde
voor auditieve analyse: je kunt woorden pas analyseren in klanken als je ook in staat bent om klanken van elkaar te
onderscheiden.
Bij temporeel ordenen wordt gebruik gemaakt van het auditief geheugen.
Peuters en kleuters worden veel voorgelezen, op een gegeven moment gaan ze zelf een verhaal ‘voorlezen’; het imiteren van
het voorleesgedrag van de ouder en het weergeven van een verhaal aan de hand van de plaatjes = pseudolezen.
Spontaan lezen; het proberen te decoderen van een tekst, bestaat uit 3 fasen
1. Globaal lezen van bekende woorden
2. Lezen door analyse van bekende woorden
3. Zelfstandig lezen van nieuwe woorden
, Visuele vaardigheden die belangrijk zijn voor het lezen
Visuele discriminatie Kunnen zien van verschillen en overeenkomsten tussen afbeeldingen, letters of
woorden
Voorbeeld: Verschil zien tussen de b en d, of de u en n
Visuele analyse Afzonderlijke grafemen kunnen onderscheiden in een woord, letters in woorden
herkennen.
Voorbeeld:
Visuele synthese Samen kunnen voegen van grafemen, herkennen van combinaties van letters.
Samenvoegen van letters tot een woord.
Spatieel ordenen/ruimtelijk ordenen De letters op de juiste volgorde kunnen plaatsen in een woord.
Leesrichting, huis en hius
Voorbeeld:
Letterpositie bepalen Aan kunnen geven op welke plaats een letter in een woord te vinden is.
Kennis van begrip Instructiebegrippen begrijpen
Voorbeeld: Klank, letter, woord, zin en regel. Kennis van relatiewoorden: vooraan,
achteraan, middelste, links, rechts, langer, korter.
Visuele discriminatie is de meest basale visuele vaardigheid. Visuele discriminatie heeft 1 valkuil: deze is niet te vergelijken met
het waarnemen van verschillen tussen concrete voorwerpen:
Voorbeeld: bij een theekopje maakt het niet uit aan welke kant het oortje zit of dat die op de kop staat, het blijft een kopje. Bij
letters zijn de richting en positie wel cruciaal.
Voor visuele analyse is letterkennis voorwaardelijk.
Letterpositie bepalen is een veelvoorkomende vaardigheid bij het leren lezen en is een samengestelde vaardigheid: combinatie
van visuele analyse, spatieel ordenen en kennis van begrippen als voor, midden en achter.
Kennis van begrip = aparte deelvaardigheid van leren lezen
Elementaire leeshandeling
De eerste leesstrategie die kinderen op de basisschool leren is het letter voor letter lezen van een woord; hakken en plakken. Dit
gebeurt in groep 3. De officiële term voor deze manier is de elementaire leeshandeling, het is de basistechniek binnen het leren
lezen en word daarom elementair genoemd. De elementaire leeshandeling bestaat uit 3 stappen;
1. Het van links naar rechts koppelen van fonemen aan grafemen
2. Auditieve synthese
3. Betekenis geven
Stap 1. Het van links naar rechts koppelen van fonemen aan grafemen bestaat weer uit 4 deelstappen.
1. Werken volgens de leesrichting
2. Visuele analyse in grafemen
3. Koppelen van foneem aan grafemen
4. Fonemen op volgorde onthouden
De elementaire leeshandeling wordt vooral gebruikt voor het lezen van klankzuivere woorden, woorden waarin de spelling
overeenkomt met de uitspraak; kat, raam.