Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting TNO rapport H5, H6, H8 en H9 €2,99   Ajouter au panier

Resume

Samenvatting TNO rapport H5, H6, H8 en H9

 22 vues  0 fois vendu
  • Cours
  • Établissement

Samenvatting TNO rapport H5, H6, H8 en H9 De samenvatting kon niet korter; er zijn heel veel resultaten die je mogelijk nodig hebt voor de toets en daarom zijn alle afbeeldingen erin verwerkt. De exacte percentages heb ik in de meeste gevallen niet weggelaten; er is kans dat er over percentages...

[Montrer plus]

Aperçu 4 sur 37  pages

  • 23 mai 2020
  • 37
  • 2019/2020
  • Resume
avatar-seller
Samenvatting TNO rapport H5, H6, H8 en H9 - Duurzame inzetbaarheid in Nederland
Hoofdstuk 5 - DUURZAME INZETBAARHEID VOOR JONG EN OUD
Lennart van der Zwaan, Swenneke van den Heuvel, Iris Eekhout, Karen Oude Hengel

Duurzame arbeidsparticipatie is noodzakelijk om stijgende zorgen pensioenkosten in de toekomst
te kunnen betalen > Aandacht steeds meer naar inzetbaarheid van de totale beroepsbevolking.
● Omdat het aannemelijk is dat duurzame inzetbaarheid van jongeren verklaard wordt door
andere factoren dan die van ouderen, kijken we in dit hoofdstuk apart naar deze groepen,
werknemers van 45 jaar en ouder en werknemers jonger dan 45 jaar, waarbij we focussen op
de invloed van chronische aandoeningen en werkfactoren op vroegtijdige uitstroom.
● RESULTATEN: de aanwezigheid van een chronische aandoening verhoogt het risico op
uitstroom naar arbeidsongeschiktheid en/of werkloosheid, maar dat het type aandoening
dat de uitstroom voorspelt verschilt.
● Onder jongeren is diabetes de grootste voorspeller, terwijl het onder ouderen vooral gaat
om psychische problemen, hart-vaatklachten en bewegingsapparaat klachten.
● De impact van werkkenmerken op uitstroom uit werk verschilt sterk tussen de uitstroom
routes en leeftijdsgroepen.

5.1 INLEIDING
Om de zorgkosten en pensioenen in de toekomst betaalbaar te blijven maken > meer mensen - en
tot op een hogere leeftijd - moeten participeren in het arbeidsproces (door bevorderen van
duurzaam inzetbaarheid).
● Er is daarom veel onderzoek gedaan naar duurzame inzetbaarheid van 45-plussers. Zij
ervaren immers als eerste de gevolgen van beleid gericht op langer doorwerken. Duurzame
inzetbaarheid begint echter niet pas bij 45 jaar. > ook jongere leeftijdsgroep moet aan het
werk blijven > keuzes die aan het begin van het werkzame leven gemaakt worden kunnen
van invloed zijn op het kunnen en willen doorwerken aan het eind van de carrière.

De verwachting is ook dat jongeren gebruik maken van andere uitstroom routes, enerzijds omdat
hun gezondheid afwijkt van die van ouderen en anderzijds omdat de blootstelling aan (ongunstige)
werkomstandigheden verschilt.

Factor gezondheid beïnvloedt duurzame inzetbaarheid. Dit blijkt onder meer uit een recente meta-
analyse (Van Rijn et al., 2014): met name werknemers met klachten aan het bewegingsapparaat en
psychische problemen lopen een verhoogd risico op vroegtijdige uitstroom uit het arbeidsproces.
Naast gezondheidsfactoren > werkkenmerken belangrijk: zware fysieke belasting, zware
psychosociale belasting en regelmogelijkheden.
● Specifieke interventies vragen echter specifieke handvatten en daarom zijn de
werkkenmerken uit de DI-profielen in deze analyses verder aangevuld.
● De selectie is uitgebreid op basis van literatuur waaruit bleek dat taakeisen en autonomie
van invloed zijn op vroegtijdige uitstroom (Leijten et al., 2015; Robroek et al., 2015).
● Hiernaast zijn de werkkenmerken aangevuld op basis van eerder onderzoek (integrale
analyses) in opdracht van SZW, waarin het relatieve belang van determinanten (inclusief
werkkenmerken) van duurzame inzetbaarheid van oudere werknemers werd onderzocht
(Van den Heuvel et al., 2016).

Eén van de belangrijkste uitkomsten van duurzame inzetbaarheid is langer doorwerken, wat vaak
geoperationaliseerd wordt met de leeftijd waarop men wil doorwerken. In het onderzoek zoals
beschreven in dit hoofdstuk zijn we echter in staat om naar de werkelijke uitstroom te kijken, door
data uit de NEA (zie appendix) te koppelen aan geregistreerde gegevens van het CBS over het
inkomen in de jaren na deze NEA-meting.

, ● In kaart brengen > uitstroom uit werk. Op basis van eerder onderzoek verwachten we dat de
invloed van deze factoren verschilt per uitstroomroute. Onderscheid uitstroom naar
arbeidsongeschiktheid, werkloosheid, vroegpensioen en economische inactiviteit.

In dit hoofdstuk staan de volgende twee onderzoeksvragen centraal:
1. In hoeverre zijn chronische aandoeningen en werkkenmerken van invloed op vroegtijdige
uitstroom uit werk?
2. Verschillen deze factoren tussen werknemers van 45 jaar en ouder en werknemers jonger
dan 45 jaar?

5.2 DATA EN METHODE
In dit hoofdstuk maken we gebruik van individuele data van de Nationale Enquête
Arbeidsomstandigheden (NEA; zie appendix), gekoppeld aan registerdata afkomstig uit het stelsel
van Sociaal-Statistische Bestanden (SSB).

Het stelsel van SSB bevat geanonimiseerde microdata over sociaaleconomische en ruimtelijke
statistieken. In dit onderzoek maken we gebruik van inkomensdata (afkomstig uit de
polisadministratie).
● Lange follow-up periode: onderzoeken in hoeverre de aanwezigheid van chronische
aandoeningen en werkkenmerken van invloed zijn op uitstroom uit werk, en of er verschillen
bestaan tussen jongere (25-45 jaar) en oudere (≥45 jaar) werknemers.
● 22.759 participanten (meting van de NEA in 2007).
● Voor de analyses uit dit hoofdstuk hebben we gegevens van 14.967 werknemers tussen de
25 en 64 jaar gebruikt.

5.2.1 Arbeidsparticipatie en uitstroom uit werk
De primaire uitkomstmaat in dit hoofdstuk is werkstatus. Werkstatus zien we als een indicator van
duurzame inzetbaarheid. Werkstatus is onderverdeeld in vijf categorieën: werkzaam,
arbeidsongeschiktheid, werkloosheid, vroegpensioen of economische inactiviteit.
● Deelnemers waren tijdens de meting in 2007 allen werkzaam.
● Wanneer mensen werkzaam zijn gebleven gedurende de gehele follow-up periode van 2007
tot 2014, dan vallen ze in de categorie werkzaam. Indien deelnemers voor meer dan drie
maanden zijn uitgestroomd naar arbeidsongeschiktheid, werkloosheid, vroegpensioen of
economische inactiviteit, dan zijn ze ingedeeld in deze specifieke uitstroomroute.

5.2.2 Chronische aandoeningen
In hoeverre hebben verschillende chronische aandoeningen invloed op uitstroom uit het werk?
● Hierbij nemen we alleen de aandoeningen mee die bij meer dan 1% van de werknemers
voorkomt. Dit resulteert in negen chronische aandoeningen: klachten aan het
bewegingsapparaat, hoofdpijn/migraine, hart-vaatklachten, luchtwegproblemen, maag-
darmklachten, diabetes, huidziekten, psychische problemen, en gehoorproblemen.

5.2.3 Werkkenmerken
Behandelde werkkenmerken: werk-privébalans, contracttype, werkuren, onregelmatig werk, fysieke
werkbelasting (overmatige krachtinspanning, gebruik van vibrerende gereedschappen,
ongemakkelijke houdingen, herhalende bewegingen), psychosociale werkbelasting (psychosociale
taakeisen, emotionele belasting, autonomie en taakvariatie) en sociale steun van zowel collega’s als
leidinggevende(n).

5.2.4 Analyses
Aan de hand van beschrijvende analyses maken we allereerst inzichtelijk welk deel van de groep
deelnemers in de periode 2007-2014 uitstroomt uit werk via één van de vier uitstroomroutes.

, ● Hierbij maken we onderscheid tussen de twee leeftijdsgroepen.

5.3 RESULTATEN
Om meer inzicht te krijgen in de duurzame inzetbaarheid van jongere en oudere werknemers gaan
we eerst kort in op de uitstroomroutes van werknemers:
● In totaal is 33,6% van de oudere werknemers in de periode 2007-2014 uitgestroomd uit werk
tegenover 17,5% van de werknemers jonger dan 45 jaar (figuur 5.1).
● Als we naar de groep jonge werkenden in 2007 (N=8256) kijken, zien we dat 185 personen
(2.2%) arbeidsongeschikt zijn geraakt in de periode 2007-2014.
● In diezelfde periode raakten nog eens 827 personen (10,0%) werkloos en werden 435
mensen (5,3%) economisch inactief.
● Op basis van de data is niet vast te stellen of zij bijvoorbeeld besloten een opleiding te gaan
volgen of werkloos werden maar geen recht hadden op een uitkering.
● Onder personen van 45 jaar en ouder (N=6711) gingen 1.136 mensen (16,9%) vervroegd met
pensioen, terwijl 596 mensen (8,9%) werkloos raakten. Nog eens 198 personen (3,0%)
raakten arbeidsongeschikt en 323 mensen (4,8%) werden economisch inactief.




Figuur 5.2 toont hoe vaak chronische aandoeningen en verschillende werkkenmerken voorkomen bij
jongere en oudere werknemers binnen de onderzochte groep. In 2007 gaf 36% van de totale groep
aan een chronische aandoening te hebben. In beide groepen is de prevalentie van klachten aan het
bewegingsapparaat het grootst (20% en 12% voor oudere en jongere werknemers, respectievelijk),
gevolgd door hoofdpijn/migraine en luchtwegproblemen.

Chronische aandoening komt vaker voor bij oudere werknemers. Wat betreft de werkkenmerken
zien we dat een ruime meerderheid een voltijds dienstverband heeft in zowel de jongere als oudere
leeftijdsgroep (56%). Jongeren hebben wel meer een flexcontract.
● Onder een flexibel contracttype verstaan we werknemers met een tijdelijk dienstverband
met uitzicht op vast, werknemers met een tijdelijk dienstverband voor bepaalde tijd,
uitzendkrachten en oproep/invalkrachten.
● Verder valt op dat in beide groepen relatief veel mensen aangeven hoge fysieke
werkbelasting te ervaren (42% bij de werknemers onder de 45 jaar en 39% bij werknemers
van 45 jaar en ouder).
● Overige werkkenmerken zoals lage autonomie, hoge psychosociale taakeisen, hoge
emotionele belasting en lage sociale steun van de leidinggevenden liggen in beide groepen
rond de 20% en relatief dicht bij elkaar. De werk-privébalans is in een relatief kleine groep
verstoord (10-11%).

, 5.3.1 Uitstroom naar arbeidsongeschiktheid
Werknemers met een chronische aandoening > hoger risico op uitstroom naar arbeidsongeschiktheid
dan werknemers zonder. Het risico op arbeidsongeschiktheid onder jonge werknemers met diabetes
is ruim 3,5 keer zo groot is als onder jonge werknemers zonder diabetes, maar dat voor ouderen met
en zonder diabetes het risico op arbeidsongeschiktheid is gelijk.
o Mogelijke verklaring: In de analyses wordt geen onderscheid gemaakt tussen
diabetes type 1 en 2, die beiden een andere prevalentie hebben bij de twee
verschillende leeftijdsgroepen.

Ook zien we dat het risico op uitstroom naar arbeidsongeschiktheid bijna 3 keer zo groot is onder
ouderen met psychische problemen of hart- en vaatziekten als onder ouderen zonder deze
aandoeningen, terwijl dit type aandoening bij jongeren geen verhoogd risico geeft.
● Klachten aan het bewegingsapparaat spelen in beide groepen een rol.
● Oudere werknemers met klachten aan het bewegingsapparaat hebben 2,5 keer zoveel kans
om arbeidsongeschikt te worden dan werknemers zonder deze klachten, terwijl de
verhoogde kans bij jongeren nog geen 1,5 is.

Belangrijke risicofactoren zijn verder hoofdpijn/migraine bij jongeren en maag- en darmklachten
bij ouderen. De belangrijkste werkfactor die de kans op arbeidsongeschiktheid vergroot is een
flexibel contract. Het effect is in beide leeftijdsgroepen groot en nagenoeg gelijk. Dit kan verklaard
worden doordat werkgevers mensen met een verslechterde gezondheid minder snel een vaste
aanstelling geven. Weinig sociale steun van collega’s > vergroting risico van arbeidsongeschiktheid
bij jongeren meer dan ouderen. Overige werkkenmerken die het risico op arbeidsongeschiktheid
vergroten onder ouderen, zijn hoge fysieke belasting en hoge psychosociale belasting. Werknemers
met een voltijds dienstverband stromen minder vaak uit naar arbeidsongeschiktheid. REDEN: lijkt
dat werknemers die voltijds werken minder vaak gezondheidsbeperkingen ervaren dan werknemers
die in deeltijd werken.

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur hhsgebruiker. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €2,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

85443 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!

Récemment vu par vous


€2,99
  • (0)
  Ajouter