Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien 4.2 TrustPilot
logo-home
Resume

volledige samenvatting buitencontractueel aansprakelijkheidsrecht & risicoverzekeringen + REGISTER VAN ARRESTEN OM AF TE DRUKKEN

Note
-
Vendu
6
Pages
96
Publié le
06-02-2025
Écrit en
2024/2025

Dit document is als volgt samengesteld: 1) een inhoudstafel van de samenvatting BCA. 2) de samenvatting van BCA zelf (dit is wat er in de les werd verteld in combinatie met aanvullingen uit het handboek) die dezelfde structuur (titels en ondertitels) heeft als het handboek. 3) een register op p. 73 en 74 van dit document (zowel chronologisch als volgens de pagina's van het handboek), met daarin de arresten die in BCA worden behandeld opgelijst, die je eventueel kan afprinten of overschrijven om in je handboek te plakken voor op het examen (let op! dit zijn enkel de arresten BCA, niet verzekeringen). 4) een samenvatting van verzekeringsrecht. Ik ben met deze samenvatting geslaagd in eerste zit, dus hopelijk lukt dat jou ook! ------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Meer informatie over het register op p.73 en 74: zowel in de samenvatting van BCA als in het register wordt er een kleurencode aan de arresten toegewezen: rood = arrest staat niet in het handboek / blauw = arrest staat niet in de rechtspraakbundel van de prof / paars = arrest wordt in geen van beide vermeld. (hierbij is het belangrijk om te weten dat ik arresten die enkel in de voetnoot staan in het handboek BCA en verder niet benoemd of beschreven worden ook beschouw als arresten die in het HB staan) (Ook zijn er bepaalde hoofdstukken die nog niet in het HB zijn opgenomen, zoals overheidsaansprakelijkheid. Voor deze hoofdstukken heb ik alle behandelde arresten in het register toegewezen aan de pagina waar ik voor het examen de arresten heb beschreven op post-its).

Montrer plus Lire moins

















Oups ! Impossible de charger votre document. Réessayez ou contactez le support.

Infos sur le Document

Livre entier ?
Oui
Publié le
6 février 2025
Nombre de pages
96
Écrit en
2024/2025
Type
Resume

Aperçu du contenu

2024
2025




Buitencontractueel
aansprakelijkheidsrecht
en risicoverzekeringen
SAMENVATTING
TWEEDE BACHELOR

,DEEL V AANSPRAKELIJKHEID VOOR ZAKEN, PRODUCTEN, DIEREN, VOOR HET PUBLIEK TOEGANKELIJKE
INRICHTINGEN EN MOTORRIJTUIGEN.................................................................................................................. 7

HOOFDSTUK V: DE VERGOEDING VOOR SCHADE VEROORZAAKT DOOR MOTORRIJTUIGEN (P.547-601)..........................................7
Afdeling 1: historiek en principes............................................................................................................................7
Afdeling 2: kenmerken schadevergoedingsregeling...............................................................................................7
Afdeling 3: definities & schadevergoedingsvoorwaarden......................................................................................8
§1. Voorwaarden voor artikel 29bis WAM:........................................................................................................................8

MEDISCHE ONGEVALLEN (NIET IN HB)............................................................................................................... 10

DEEL I: HET BELANG EN DE SITUERING VAN HET BUITENCONTRACTUEEL AANSPRAKELIJKHEIDSRECHT...............11

HOOFDSTUK I: SITUERING, DOELSTELLINGEN, KRACHTLIJNEN, KRITIEK EN VOORUITZICHTEN........................................................11
Afdeling 1: functies/doelstelling van het aansprakelijkheidsrecht (p. 5).............................................................11
Afdeling 2: Hoofdelijnen en evolutie van het BCA en sinds 1804.........................................................................11
Afdeling 3: kritiek op het aansprakelijkheidsrecht (p.26).....................................................................................11
HOOFDSTUK II: VERZEKERINGEN EN SCHADEVERGOEDINGSFONDSEN.....................................................................................12
HOOFDSTUK III: UITGANGSPUNTEN BOEK 6......................................................................................................................12

DEEL II: DE SITUERING VAN HET BUITENCONTRACTUEEL AANSPRAKELIJKHEIDSRECHT T.A.V. ANDERE
RECHTSTAKKEN................................................................................................................................................. 13

HOOFDSTUK I: VERHOUDING BCA EN STRAF(PROCES)RECHT...............................................................................................13
Afdeling 1: inleiding..............................................................................................................................................13
Afdeling 2: verschilpunten....................................................................................................................................13
Afdeling 3: raakvlakken tussen het strafprecht en aansprakelijkheidsrecht........................................................13
HOOFDSTUK II: VERHOUDING BCA EN VERBINTENISSENRECHT.............................................................................................14
Afdeling 1: het verbintenissenrecht als het algemene regime.............................................................................14
Afdeling 2: de verschilpunten tussen de contractuele en de buitencontractuele aansprakelijkheid...................14
Afdeling 3: de samenloop van de contractuele en de buitencontractuele aansprakelijkheid..............................15
§1. afbakening tussen de contractuele en de buitencontractuele aansprakelijkheid.......................................................16
§2. historiek van de samenloop.......................................................................................................................................17
§3. samenloop in boek 6 BW............................................................................................................................................18
A. Ratio legis................................................................................................................................................................. 18
B. uitgangspunt: keuzevrijheid......................................................................................................................................18
Afdeling 4: co-existentie in boek 6 BW.................................................................................................................19
§1. actieve co-existentie (p.122)......................................................................................................................................19
§2. passieve co-existentie................................................................................................................................................19

DEEL III: AANSPRAKELIJKHEID VOOR EIGEN GEDRAG.........................................................................................20

HOOFDSTUK I: HET BUITENCONTRACTUELE FOUTBEGRIP.....................................................................................................20
Afdeling 1: het foutbegrip.....................................................................................................................................20
§1. de definitie van de buitencontractuele fout...............................................................................................................20
§2. de irrelevantie van de theorie van de relatieve onrechtmatigheid.............................................................................20
§3. de onaantastbare beoordeling door de feitenrechter................................................................................................21
Afdeling 2: het schappen van het subjectieve element........................................................................................21
§1. stand van zaken voor de invoering van Boek 6...........................................................................................................21
§2. boek 6......................................................................................................................................................................... 21
Afdeling 3: de schending van de algemene zorgvuldigheidsnorm.......................................................................21
§1. het criterium van de voorzichtige en redelijke persoon.............................................................................................21
§2. de wettelijke beoordelingscriteria..............................................................................................................................21
§3. Andere objectieve criteria..........................................................................................................................................22
§4. Irrelevante (?) subjectieve criteria..............................................................................................................................24
Afdeling 4: De schending van een wettelijke regel die een bepaald gedrag oplegt.............................................24
Afdeling 5: minderjarigen.....................................................................................................................................24
Afdeling 6: geestesgestoorden.............................................................................................................................24
1

, Afdeling 7: risicoaanvaarding...............................................................................................................................25
Afdeling 8: misbruik van recht..............................................................................................................................26
HOOFDSTUK II: OVERHEIDSAANSPRAKELIJKHEID.................................................................................................................27
Afdeling 1: historiek..............................................................................................................................................27
Afdeling 2: aansprakelijkheid van de uitvoerende macht....................................................................................27
Afdeling 3: aansprakelijkheid van de rechterlijke macht.....................................................................................28
Afdeling 4: aansprakelijkheid voor de wetgevende macht..................................................................................28
HOOFDSTUK III: SOORTEN FOUTEN.................................................................................................................................29
Afdeling 1: de lichtste fout als principe................................................................................................................29
Afdeling 2: gekwalificeerde fouten in het aansprakelijkheidsrecht: relevantie en draagwijdte..........................29
§1. relevantie................................................................................................................................................................... 29
§2. draagwijdte................................................................................................................................................................ 30
A. de gewoonlijk voorkomende lichte fout...................................................................................................................30
B. de zware (of grove) fout...........................................................................................................................................30
C. kennelijk grove fout..................................................................................................................................................30
D. opzettelijke fout....................................................................................................................................................... 31
E. vrijwillige fout........................................................................................................................................................... 31
HOOFDSTUK IV: AANSPRAKELIJKHEIDS UITSLUITINGSGRONDEN (NIET IN HB)...........................................................................32
Afdeling 1: Soorten aansprakelijkheid uitsluitingsgronden..................................................................................32

DEEL IV: AANSPRAKELIJKHEID VOOR ANDERMANS DAAD..................................................................................34

HOOFDSTUK I: DE AANSPRAKELIJKHEID VOOR ANDERMANS GEDRAG......................................................................................34
Afdeling 1: achtergrond........................................................................................................................................34
Afdeling 2: 6.13 & voorbeelden............................................................................................................................34
HOOFDSTUK II: DE AANSPRAKELIJKHEID VAN ONDERWIJZERS (NIET IN HB)..............................................................................35
Afdeling 1: hoedanigheid van onderwijzer...........................................................................................................35
HOOFDSTUK III: DE AANSPRAKELIJKHEID VAN OUDERS (NIET IN HB)......................................................................................36
Afdeling 1: de objectief onrechtmatige daad.......................................................................................................36
Afdeling 2: de aangesprokene is een ouder..........................................................................................................36
Afdeling 3: Boek 6: 6.12........................................................................................................................................37
HOOFDSTUK IV: DE AANSPRAKELIJKHEID VOOR AANSTELLERS..............................................................................................38
Afdeling 1: Aansprakelijkheidsvoorwaarden........................................................................................................38
§1. de aangesprokene is aansteller..................................................................................................................................38
driepartijenrelaties.......................................................................................................................................................39
§2. de aansteller begaat een fout die schade veroorzaakt aan een derde.......................................................................39
§3. het schadeverwekkend feit gebeurt tijdens en naar aanleiding van de uitoefening van de functie van de
aangestelde....................................................................................................................................................................... 39
Afdeling 2: De persoonlijke aansprakelijkheid van de aangestelde.....................................................................40
Afdeling 3: de persoonlijke aansprakelijkheid van de werknemer.......................................................................40
HOOFDSTUK V: DE AANSPRAKELIJKHEID VAN EN VOOR OVERHEIDSPERSONEEL.........................................................................40
Afdeling 1: statuut van het overheidspersoneel...................................................................................................40
Afdeling 2: statutair en ondergeschikt overheidspersoneel: de wet van 10 februari 2003 en boek 6 BW..........40
Afdeling 3: werknemers in dienst van de overheid...............................................................................................40
Afdeling 4: aansprakelijkheid voor en van niet-personeelsleden: organen en leden van de organen.................40
HOOFDSTUK VI: DE AANSPRAKELIJKHEID VAN PRIVAATRECHTELIJKE RECHTSPERSONEN VOOR HUN BESTUURSORGANEN EN DE LEDEN
ERVAN......................................................................................................................................................................41
HOOFDSTUK VII: DE AANSPRAKELIJKHEID VAN EN VOOR VRIJWILLIGERS.................................................................................41

DEEL V: AANSPRAKELIJKHEID VOOR ZAKEN, PRODUCTEN, DIEREN, VOOR HET PUBLIEK TOEGANKELIJKE
INRICHTINGEN EN MOTORRIJTUIGEN................................................................................................................ 43

HOOFDSTUK I: AANSPRAKELIJKHEID VOOR SCHADE VEROORZAAKT DOOR GEBREKKIGE ZAKEN......................................................43
Afdeling 1: een zaak..............................................................................................................................................43
Afdeling 2: gebrekkig............................................................................................................................................44

2

, §1. bewijs van de gebrekkige zaak...................................................................................................................................45
Afdeling 3: schade aan een derde........................................................................................................................45
Afdeling 4: een causaal verband..........................................................................................................................45
Afdeling 5: de aangesprokene is de bewaarder van de zaak...............................................................................45
HOOFDSTUK II: AANSPRAKELIJKHEID VOOR GEBREKKIGE PRODUCTEN.....................................................................................46
Afdeling 1: algemene principes............................................................................................................................46
§1. nieuwe richtlijn........................................................................................................................................................... 46
§2. dwingend karakter van de richtlijn.............................................................................................................................46
§3. aard van de productenaansprakelijkheid...................................................................................................................46
Afdeling 2: toepassingsvoorwaarden...................................................................................................................46
§1. een product................................................................................................................................................................ 46
§2. een gebrek in het product..........................................................................................................................................47
§3. het bewijs van het gebrek..........................................................................................................................................48
§4. de producent.............................................................................................................................................................. 49
Afdeling 3: mogelijke verweermiddelen van de producent..................................................................................49
Afdeling 4: contractuele aansprakelijkheidsregelingen.......................................................................................49
Afdeling 5: verjarings- en vervaltermijn...............................................................................................................49
HOOFDSTUK III: AANSPRAKELIJKHEID VEROORZAAKT DOOR DIEREN.......................................................................................50
Afdeling 1: aansprakelijkheidsvoorwaarden........................................................................................................50
§1. een dier...................................................................................................................................................................... 50
§2. schade aan een derde................................................................................................................................................50
§3. het causaal verband tussen het gedrag van het dier en de schade............................................................................50
§4. De bewaarder van het dier.........................................................................................................................................51
HOOFDSTUK IV: AANSPRAKELIJKHEID VOOR BRAND EN ONTPLOFFING IN PUBLIEK TOEGANKELIJKE INRICHTINGEN............................52
Afdeling 1: toepassingsgebied..............................................................................................................................52
Afdeling 2: een objectieve aansprakelijkheid.......................................................................................................53
Afdeling 3: een verplichte aansprakelijkheidsverzekering...................................................................................53
§1. de verjaring................................................................................................................................................................ 53
HOOFDSTUK V: DE VERGOEDING VOOR SCHADE VEROORZAAKT DOOR MOTORRIJTUIGEN...........................................................53

DEEL VI: SCHADE EN SCHADEHERSTEL................................................................................................................ 54

HOOFDSTUK I: SCHADE.: DEFINITIE EN VOORWAARDEN......................................................................................................54
Afdeling 1: definitie...............................................................................................................................................54
§1. aantasting van een juridisch beschermd belang.........................................................................................................54
§2. rechtmatigheid van de schade...................................................................................................................................54
§3. schade als feitelijk, maar ook wettig begrip...............................................................................................................54
§4. morele en materiële schade.......................................................................................................................................56
Afdeling 2: zekere schade.....................................................................................................................................56
§1. huidige en toekomstige schade..................................................................................................................................56
§2. verminderde of afwezige bewustzijn..........................................................................................................................56
§3. voorbehoud................................................................................................................................................................ 56
Afdeling 3: persoonlijke schade............................................................................................................................57
§1. schade geleden bij weerslag (= terugkaatsing)...........................................................................................................57
Afdeling 4: preventie van schade..........................................................................................................................57
Afdeling 5: voorbeschiktheid en vooraf bestaande schade..................................................................................58
HOOFDSTUK II: SCHADEHERSTEL....................................................................................................................................58
Afdeling 1: integrale schadeloosstelling...............................................................................................................58
§1. principe en draagwijdte..............................................................................................................................................58
Afdeling 2: doelstellingen van schadeloosstelling................................................................................................58
Afdeling 3: de grenzen van het begrip vergoedbare schade................................................................................59
§1. probleemstelling, loondoorbetalingsarresten en boek 6............................................................................................59
§2. orde- en veiligheidshandhavingskosten.....................................................................................................................59
Afdeling 4: de wijzen van schadeloosstelling.......................................................................................................60
§1. wetgegend kader........................................................................................................................................................60
§2. herstel in natura......................................................................................................................................................... 60
3

, §3. herstel door schadevergoeding..................................................................................................................................60
§4. raming van de schade bij benadering.........................................................................................................................60
Afdeling 5: ogenblik van het bepalen van de omvang van de schade..................................................................60
Afdeling 6: nood aan een abstracte schadebegroting?........................................................................................61
HOOFDSTUK III: SCHADEPOSTEN EN HUN VERGOEDING......................................................................................................61
Afdeling 1: personenschade..................................................................................................................................62
§1. inveliditeit en arbeidsongeschktheid..........................................................................................................................62
§2. tijdelijke schade.......................................................................................................................................................... 62
§3. blijvende schade.........................................................................................................................................................62
Afdeling 2: zaakschade.........................................................................................................................................64

DEEL VII: HET CAUSAAL VERBAND..................................................................................................................... 65

HOOFDSTUK I: ENKELE CAUSALITEITSTHEORIEËN...............................................................................................................65
Afdeling 1: enkele causaliteitstheorieën...............................................................................................................65
§1. de equivalentieleer.....................................................................................................................................................65
§2. de adequatietheorie...................................................................................................................................................65
§3. theorie van de efficiënte oorzaak...............................................................................................................................65
§4. theorie van de rechtstreekse en onmiddelijke gevolgen............................................................................................65
§5. theorie van de toerekening naar redelijkheid............................................................................................................65
HOOFDSTUK II: DE EQUIVALENTIELEER............................................................................................................................66
Afdeling 1: principe in boek 6: de equivalentietheorie.........................................................................................66
Afdeling 2: de theorie van het rechtmatig alternatief..........................................................................................66
Afdeling 3: het CSQN-verband tussen de concrete fout en de concrete schade..................................................66
HOOFDSTUK III: UITZONDERINGEN EN TEMPERING EN OP DE EQUIVALENTIELEER.....................................................................68
HOOFDSTUK IV: HET BEWIJS VAN HET CAUSAAL VERBAND EN VAN DE CAUSALE ONZEKERHEID....................................................70
Afdeling 1: de bewijslast en de redelijke mate van zekerheid..............................................................................70
Afdeling 2: de oorzakelijkheid van een nalaten....................................................................................................70
§1. de Oorzakelijkheid van gebrekkige informatie...........................................................................................................70
Afdeling 3: de niet-geïdentificeerde schadeverwekker binnen een groep...........................................................71
Afdeling 4: de alternatieve causaliteit..................................................................................................................71
Afdeling 5: proportionele aansprakelijkheid: verlies van een kans (niet in hb)....................................................72
§1. kritiek op 6.22............................................................................................................................................................ 72
HOOFDSTUK V: PLURALITEIT VAN OORZAKEN...................................................................................................................73
Afdeling 1: in solidum aansprakelijkheid..............................................................................................................73
Afdeling 2: opzettelijke fout..................................................................................................................................73

DEEL VIII: SPECIFIEKE VERWEERMIDDELEN........................................................................................................ 74

HOOFDSTUK I: DE BEVRIJDENDE VERJARING......................................................................................................................74
HOOFDSTUK II: BUITENCONTRACTUELE AANSPRAKELIJKHEIDSREGELINGEN...............................................................................74
Afdeling 1: begrip en soorten aansprakelijkheidsregelingen...............................................................................74
Afdeling 2: toepassingsgebied van buitenconttactuele regelingen......................................................................74
Afdeling 3: geldigheidsvoorwaarden....................................................................................................................74
§1. de kennisneming en de toestemming........................................................................................................................74
§2. stilzwijgende of uitdrukkelijke aanvaarding...............................................................................................................74
§3. exoneratiebedingen op borden en panelen...............................................................................................................74
§4. waarschuwingen........................................................................................................................................................ 75
A. voorwaarden tot het ontstaan van een waarschuwingsplicht..................................................................................75
B. kenmerken van een werkzame waarschuwingsplicht...............................................................................................75
C. invloed van de waarschuwing op de aansprakelijkheid............................................................................................75
Afdeling 4: de geoorloofdheid..............................................................................................................................76
§1. aansprakelijkheidsbeperkingen..................................................................................................................................76
§1. vrijwaringsbedingen...................................................................................................................................................76

BEGINNEN MET DE CASUS VAN DE ZWIEPENDE TAK..........................................................................................79


4

,DEEL I: REGELS TOEPASSELIJK OP ALLE VERZEKERINGSOVEREENKOMSTEN (P. 251)............................................80

HOOFDSTUK 1: ESSENTIËLE BESTANDDELEN VAN DE VERZEKERINGSOVEREENKOMST (P.253).....................................................80
Afdeling 1: de betrokken partijen.........................................................................................................................80
Afdeling 2: verzekerbaar risico.............................................................................................................................80
Afdeling 1: premie................................................................................................................................................80
HOOFDSTUK 2: DE TOTSTANDKOMING VAN DE VERZEKERINGSOVEREENKOMST........................................................................81
Afdeling 1: totstandkoming..................................................................................................................................81
§1. voorwerp.................................................................................................................................................................... 81

DEEL I: HET BELANG, DE KENWERMKEN EN DE SITUERING VAN HET VERZEKERINGSRECHT.................................82

HOOFDSTUK 1: BETEKENIS, TOEPASSELIJKE WETGEVING EN KENMERKEN................................................................................82
Afdeling 1: toepasselijke wetgeving.....................................................................................................................82
HOOFDSTUK 2: SOORTEN EN INDELINGEN VAN VERZEKERINGEN...........................................................................................82
Afdeling 1: verplichte en niet-verplichte verekeringen.........................................................................................82
deel IV, H3, afd. 2: interpretatieregels van een verzekeringscontract.................................................................82
Afdeling 2: De verzekeringswet bevat een aantal definities:...............................................................................83
HOOFDSTUK 3: VERZEKERINGSTECHNIEK..........................................................................................................................83
Afdeling 1: segmentatie........................................................................................................................................83

DEEL II: VERZEKERINGSDISTRIBUTIE................................................................................................................... 83

DEEL I: REGELS TOEPASSELIJK OP ALLE VERZEKERINGSOVEREENKOMSTEN.........................................................84

HOOFDSTUK 1: VERPLICHTINGEN VAN DE VERZEKERINGNEMER (P.373)................................................................................84
Afdeling 1: mededelingsplicht van de verzekeringnemer.....................................................................................84
§1. medische informatie..................................................................................................................................................85
Afdeling 2: de betaling van de premie (p.437).....................................................................................................85
Afdeling 3: aangifte van de wijziging van het risico (P.449).................................................................................86
Afdeling 4: maatregelen ter Voorkoming en beperking van de schade...............................................................86
Afdeling 5: melding van het schadegeval (p.478)................................................................................................87
HOOFDSTUK 2: VERPLICHTINGEN VAN DE VERZEKERAAR.....................................................................................................87
Afdeling 1: informatieplicht van de verzekeraar..................................................................................................87
Afdeling 2: verzekeringsprestatie bij schadegeval...............................................................................................87
§1. opzet en grove schuld................................................................................................................................................88
DEEL V, H3, AFD. 4 (P. 727) LEIDING VAN HET GESCHIL....................................................................................................89
DEEL V, H3, AFD. 5 (P. 749): DE RECHTSTREEKSE VORDERING...........................................................................................89
DEEL V, H3, AFD. 9 (P.791) DE DOOR DE VERZEKERAAR VERSCHULDIGDE SV.......................................................................90
DEEL IV, H6, AFD. 1 (P.604) VERTREKTPUNT EN DE LOOPTIJD VAN DE VERZEKERINGSOVEREENKOMST........................................90
DEEL V, H3 AANSPRAKELIJKHEIDSVERZEKERING (P. 697)....................................................................................................91
Afdeling 3: Wat bij voortdurende fouten?............................................................................................................92
Afdeling 4: Identiteit van de (potentieel) aansprakelijke partij............................................................................92
Afdeling 5: absolute verjaringstermijn.................................................................................................................92
Afdeling 6: stuitings- en schorsingsgronden.........................................................................................................93
§1. stuiting....................................................................................................................................................................... 93
§2. schorsing.................................................................................................................................................................... 93
DEEL VII, H1, AFD. 2 (P.923) VERJARING IN HET VERZEKERINGSRECHT.................................................................................93
Afdeling 7: stuitingsgronden................................................................................................................................93
DEKKING IN DE TIJD.....................................................................................................................................................94
Afdeling 1: Fact-occurence of act-commited systeem..........................................................................................94
Afdeling 2: Loss-occurence systeem.....................................................................................................................94
Afdeling 3: Claim is made systeem.......................................................................................................................94
Afdeling 4: combinatie van deze systemen..........................................................................................................94
DEEL V, H4 (P.805) RECHTSBIJSTANDSVERZEKERING.........................................................................................................95
Afdeling 5: functie van de rechtsbijstandsverzekeraar.........................................................................................95
5

,6

,BUITENCONTRACTUEEL
AANSPRAKELIJKHEIDSRECHT
DEEL V AANSPRAKELIJKHEID VOOR ZAKEN, PRODUCTEN, DIEREN, VOOR HET PUBLIEK
TOEGANKELIJKE INRICHTINGEN EN MOTORRIJTUIGEN

HOOFDSTUK V: DE VERGOEDING VOOR SCHADE VEROORZAAKT DOOR MOTORRIJTUIGEN
(P.547-601)


AFDELING 1: HISTORIEK EN PRINCIPES

Vroeger vielen verkeersongevallen gewoon onder 1382 oud BW. Dit impliceerde een zware bewijslast voor de
slachtoffers (foutbewijs). Verkeersongevallen worden nu gezien als een maatschappelijk risico. In 1994 werd art.
29bis in de WAM ingevoerd. Het doel was om zwakke weggebruikers (fietsers en voetgangers) beter te
beschermen. Het doel was drievoudig: deze weggebruikers beter beschermen, sneller schadeherstel en de
kostprijs voor het RIZIV te verminderen en daar de private WAM-verzekeraars voor doen opdraaien.

Art. 29bis is in 4 fasen opgesteld:
1. Eerste fase: voorstel voor art. 1385bis: objectieve (= foutloze) aansprakelijkheid van de bestuurder,
gekoppeld aan de verplichte WAM-verzekering. Hier is men van afgestapt omdat het moeilijk
verdedigbaar was dat een autobestuurder die geen fout heeft begaan schadevergoeding moet betalen. In
1994 werd art. 29bis in de WAM ingevoerd waardoor personen die slachtoffer werden van een
verkeersongeval waarbij een motorrijtuig betrokken was recht hadden op schadevergoeding los van enige
fout. De bestuurder en de passagier van het motorrijtuig kwamen niet voor vergoeding in aanmerking.
2. Tweede fase: toepassingsgebied werd uitgebreid tot de passagiers van het motorrijtuig
3. Derde fase: het toepassingsgebied werd uitgebreid tot treinen en trams
4. Vierde fase: motorrijtuigen die minder dan 25/U rijden vallen niet meer onder art. 29bis WAM


AFDELING 2: KENMERKEN SCHADEVERGOEDINGSREGELING

Sommige auteurs zien in art. 29bis een objectieve of foutloze aansprakelijkheid van de verzekerde. De kritiek
daarop is dat de autobestuurder zelf niet aansprakelijk is. De WAM-verzekeraar is verplicht tot schadevergoeding.

Anderen beschouwen de schadevergoedingsregeling als een persoonsverzekering met een indemnitair karakter.
De kritiek hierop is dat verschillende instanties (zoals overheidsorganen) niet verplicht zijn om een verzekering te
sluiten maar wel schadevergoedingsplichtig zijn o.g.v. 29bis.

De wetgever en ook het HvC laat het bij “een systeem van automatische shadeloosstelling”. Het zou niet in te
passen zijn in de door ons reeds gekende concepten.

De politierechtbank is bevoegd voor vorderingen op grond van art. 29bis.

De schadevergoedingsregeling o.b.v. art. 29bis raakt de OO. Als je deelneemt aan een autorally en je tekent vooraf
een exoneratiebeding kan je nog steeds schadevergoeding vragen omdat men geen afstand kan doen van het recht
op schadevergoeding.




7

,AFDELING 3: DEFINITIES & SCHADEVERGOEDINGSVOORWAARDEN

Slachtoffer: Als slachtoffer komt in beginsel iedereen in aanmerking (voetgangers, fietsers, ruiters, rolschaatsers,
…). Er zijn 3 uitzonderingen:
 de bestuurder zelf komt NIET in aanmerking. Als er een verkeersongeval is tussen 2 auto’s zal gewoon
1382 gelden.
 het slachtoffer dat ouder is dan 14 jaar en een vrijwillige fout heeft begaan
 wanneer er sprake is van diefstal, geweldpleging of heling door het slachtoffer moet het
gemeenschappelijk waarborgfonds niet tussenkomen

Het gemeenschappelijk waarborgfonds wordt gefinancierd door een deel van de verzekeringspremie van de
autoverzekering. Het fonds komt tussen als er sprake is van geen of onvoldoende verzekering van de dader, bij
vluchtmisdrijf, bij faillissement van de verzekeraar, bij overmacht, ongeveer elke situatie waarin het slachtoffer
niet vergoed zou geraken zonder gerechtelijke procedures. Het fonds vergoedt het slachtoffer en gaat zich nadien
verhalen op de dader.

Bestuurder: wanneer iemand het voertuig bestuurt op het ogenblik van het ongeval. Als men het rijtuig verlaat kan
men deze dus niet meer besturen. Wat als een passagier aan het stuur trekt? Dan zegt de rechtspraak vaak dat de
passagier de besturing heeft overgenomen.

Bepaalde grote bedrijven en overheidsorganen zijn vrijgesteld van de verplichting om deze verzekering te sluiten
voor hun voertuigen omdat ze kapitaalkrachtig genoeg zijn om te kunnen instaan voor hun eigen schade.

Als een auto tegen een fietser rijdt en de fout ligt bij de fietser, dan zal de fietser verzekerd worden maar zal da
auto de schade aan z’n motorkap moeten verhalen op de fietser o.b.v. 1382 omdat de auto hier bestuurder van
het motorrijtuig is.


§1. VOORWAARDEN VOOR ARTIKEL 29BIS WAM:

Verzekeringsplichtig motorrijtuig (art. 1 WAM): voertuig, bestemd om zich over de grond voort te bewegen en
door een mechanische kracht gedreven wordt. De mechanische kracht moet het voertuig autonoom kunnen doen
rijden. Niet alle motorrijtuigen zijn verzekeringsplichtig: als ze niet sneller kunnen rijden dan 25/U zijn ze niet
verzekeringsplichtig. Spoorrijtuigen vielen in beginsel niet onder 29bis WAM maar GwH is tussengekomen in een
arrest i.v.m. discriminatie, en nu dus wel.

Een “betrokken” motorrijtuig
De wetgever heeft doelbewust voor het begrip “betrokken” gekozen om het zo ruim mogelijk te interpreteren en
zo het slachtoffer zo ruim mogelijk te beschermen. Er moet een verband bestaan tussen het motorrijtuig en de
totstandkoming van het verkeersongeval. Het is niet verijst dat het motorrijtuig in beweging was. Het volstaat dat
het motorrijtuig enige rol heeft gespeeld in het verkeersongeval.

Er moet geen contact zijn geweest tussen het motorrijtuig en de zwakke weggebruiker: als een vrachtwagen door
de luchtverplaatsing dat die creëert een fietser ten val brengt, is die betrokken bij het verkeersongeval.

Prutsers gooien van op een brug over de E19 stenen naar beneden. Deze stenen komen op de passagier terecht en
is voor de rest van z’n leven verlamd. Heeft de passagier recht op schadevergoeding? Ja, hij kan zich verhalen op
de WAM-verzekering van de bestuurder. Het voertuig was betrokken in het ongeval.




8

, Het verkeersongeval moet plaatsvinden in een voor het publiek toegankelijke plaats
Interpretatie van het begrip verkeersongeval: een ongeval dat verband houdt met de risico’s van het wegverkeer.

Het meest extreme voorbeeld dat door de rechtspraak is aanvaard: Er doet zich een gewapende overval voor op
een geldtransport op de E19. De politie geraakt in een schietgevecht met de overvallers. Een van de kogels boort
zich in een auto die 300 meter verder rijdt en doorboort een kind dat verlamd is. Dit werd ook als een
verkeersongeval gezien omdat het verband houdt met de risico’s van het wegverkeer.

Op een voor het publiek toegankelijke plaats:
Enkel op een strikt privéterrein is 29bis niet van toepassing. Een ongeval tijdens een autorally valt ook onder 29bis.
GwH: als een trein rijdt op een spoorweg die volledig is afgezonderd van het verkeer valt dit niet onder 29bis.

Pol. Brussel 22 mei 2015
Bij het stelen van een handtas rukt de dief de handtas van haar schouder waardoor ze haar evenwicht verliest, op
het metrospoor terecht komt, wordt aangereden door de metro en talrijke fracturen oploopt.

Pol.: NMBS is aansprakelijk, het begrip verkeersongeval en voor het publiek toegankelijke plaats moeten breed
worden geïnterpreteerd. Ook iemand die van een treinstel afstap en daardoor z’n enkel verzwikt is slachtoffer van
een verkeersongeval. Er is geen twijfel over of de metro hier “betrokken” was. De persoon was een zwakke
weggebruiker. Het ging hier duidelijk over een voor het publiek toegankelijke plaats. => Art. 29bis kan worden
toegepast. En ondanks dat het metroterrein beschouwd zou kunnen worden als privéterrein omdat het eigendom
is van de NMBS, wordt het door de rechtbank toch als publiek terrein beschouwd omdat het toegankelijk is voor
verschillende personen. NMBS is zo’n kapitaalkrachtig bedrijf die z’n eigen verzekeraar is en zal zelf de schade
moeten vergoeden.

Geen vrijwillige fout van een minstens 14-jarige
Als er sprake is van een vrijwillige fout en een slachtoffer ouder dan 14 jaar zal er geen schadevergoedingsregeling
zijn o.b.v. 29bis. Er is sprake van een vrijwillige fout als het slachtoffer de fout en de gevolgen heeft gewild. De
wetgever heeft hiermee voornamelijk zelfmoord en zelfverminking bedoeld. De nabestaanden van iemand die zich
voor een trein heeft geworpen, hebben geen recht op schadevergoeding

Er is controverse in de rechtspraak over of een mislukte zelfmoordpoging wel of niet onder de WAM valt
aangezien dat geen pure vrijwillige fout is omdat de gevolgen die plaatsvonden niet die zijn die men op het oog
had met de zelfmoordpoging.

Vergoeding van lichamelijke schade
De regeling van art. 29bis vergoedt alle schade voortvloeiend uit lichamelijke letsels en overlijden. Zaakschade
valt buiten het toepassingsgebied. Een fietser heeft recht op lichamelijke schadevergoeding maar niet voor z’n
fiets. Een prothese wordt als lichamelijke schade beschouwd.




9
€11,69
Accéder à l'intégralité du document:

Garantie de satisfaction à 100%
Disponible immédiatement après paiement
En ligne et en PDF
Tu n'es attaché à rien

Faites connaissance avec le vendeur
Seller avatar
jaconevelsteen

Faites connaissance avec le vendeur

Seller avatar
jaconevelsteen Universiteit Antwerpen
Voir profil
S'abonner Vous devez être connecté afin de suivre les étudiants ou les cours
Vendu
8
Membre depuis
10 mois
Nombre de followers
0
Documents
2
Dernière vente
6 jours de cela

0,0

0 revues

5
0
4
0
3
0
2
0
1
0

Récemment consulté par vous

Pourquoi les étudiants choisissent Stuvia

Créé par d'autres étudiants, vérifié par les avis

Une qualité sur laquelle compter : rédigé par des étudiants qui ont réussi et évalué par d'autres qui ont utilisé ce document.

Le document ne convient pas ? Choisis un autre document

Aucun souci ! Tu peux sélectionner directement un autre document qui correspond mieux à ce que tu cherches.

Paye comme tu veux, apprends aussitôt

Aucun abonnement, aucun engagement. Paye selon tes habitudes par carte de crédit et télécharge ton document PDF instantanément.

Student with book image

“Acheté, téléchargé et réussi. C'est aussi simple que ça.”

Alisha Student

Foire aux questions