Taal
Doel beginnende geletterdheid kleuters:
Geletterdheid heeft betrekking op de volgende aspecten:
Boekoriëntatie;
Verhaalbegrip;
Functies van geschreven taal;
Relatie tussen gesproken en geschreven taal;
Taalbewustzijn
Alfabetisch principe
Functioneel schrijven en lezen;
Technisch lezen en schrijven-vervolg;
Begrijpend lezen en schrijven
In de ontwikkeling van de geletterdheid kunnen we drie fasen onderscheiden:
1. Ontluikende geletterdheid heeft betrekking op de ontwikkeling van de
geletterdheid in de voorschoolse periode van nul tot vier jaar. Het leren
omgaan met geschreven taal is een spontaan proces, net als de
mondelinge taalontwikkeling. Interactie met ouders en opvoeders speelt
een belangrijke rol. Door een kind voor te lezen of in contact te brengen
met taalspelletjes wordt de ontwikkeling van geletterdheid op gang
gebracht. De taal waarin de kinderen worden voorgelezen of waarin ze
ervaring opdoen met het schrijven van woorden is in deze fase van de
ontluikende geletterdheid nog niet van belang.
2. Beginnende geletterdheid heeft betrekking op de ontwikkeling van de
geletterdheid in de groepen 1 tot en met 3 van de basisschool. De meeste
kinderen die de basisschool binnenkomen, hebben al kennis opgedaan
over letters en boeken. De fase van de beginnende geletterdheid omvat
ook het aanvankelijk lezen.
3. Gevorderde geletterdheid beslaat de periode na groep 3. Het omvat het
voortgezet lezen, maar ook het stellen. In deze fase leren kinderen steeds
sneller woorden herkennen en richten ze hun aandacht meer op de
betekenis en de bedoeling van een tekst. Ze leren verschillende soorten
teksten kennen en ze leren strategieën om teksten te begrijpen en de
betekenis van woorden te achterhalen. Belangrijkste onderdelen van
gevorderde geletterdheid zijn begrijpend lezen en stellen.
Wat houden de tussendoelen van beginnende geletterdheid in?
De tussendoelen beginnende geletterdheid hebben betrekking op aanvankelijk,
technisch en begrijpend lezen. De doelen zijn niet heel precies omschreven: het
gaat voor een belangrijk deel om ontwikkelingsdoelen die niet goed te toetsen
zijn. Je kunt vaak door middel van observatie vaststellen of een kind een
tussendoel beheerst.
Spontane schrijfontwikkeling vanaf hele jonge leeftijd zijn kinderen met taal
bezig. De meeste kleuters bij binnenkomst op de basisschool kunnen spreken.
Een belangrijke rol bij de taalontwikkeling speelt het metalinguïstisch bewustzijn.
Dat is het vermogen om na te denken over de vorm en het gebruik van taal en
onbewuste kennis over de regels in de taal te verwoorden. Ook bij de
ontwikkeling van de spontane schrijfvaardigheid speelt het metalinguïstisch
bewustzijn een belangrijke rol. Voor het schrijven van de woorden is het
belangrijk dat kinderen kunnen nadenken over de klanken die in woorden zitten.
De spontane schrijfvaardigheid ontwikkelt zich bij kinderen al in de peuterleeftijd.
In Bus et al (1991) worden de volgende vijf fasen in de spontane
schrijfontwikkeling onderscheiden:
1. Het tekenen van woorden
2. Het krabbelen van nog niet herkenbare lettertekens
3. Het schrijven van letterachtige vormen of letters
, 4. Het weergeven van woorden door een of enkele letters
5. Invented spelling besef van de klank-letterkoppleing nog sterker
ontwikkeld. Kinderen schrijven de klanken en woorden zoals ze die horen.
Fonemisch bewustzijn en letterkennis
Fonologisch bewustzijn het vermogen om te kunnen reflecteren op de
klankvorm van de taal. Het is onderdeel van het metalinguïstisch bewustzijn of
het taalbewustzijn. Het fonologisch bewustzijn komt pas laat tot ontwikkeling. Het
fonologisch bewustzijn begint rond het derde levensjaar.
Fonemische bewustzijn een gevorderde fase van het fonologisch bewustzijn.
Dit is het besef dat woorden uit fonemen zijn opgebouwd. Fonemen zijn klanken
die door een letter of een combinatie van letters worden weergegeven. Het
woord huis bestaat uit drie fonemen h/ui/s. met behulp van het fonologisch en
fonemisch bewustzijn is een kind in staat om auditieve vaardigheden toe te
passen, zodat hij met behulp van zijn gehoor klanken in woorden kan
onderscheiden.
Foneem een klank die betekenisverschil tussen woorden veroorzaakt. We
spreken van twee verschillende fonemen als twee spraakklanken ook verschil in
betekenis teweegbrengen. In vis en vies zijn de fonemen /i/ en /ie betekenis
onderscheidend: ze zorgen in deze woorden voor het verschil in betekenis.
Auditieve vaardigheden
Auditieve objectivatie Letten op de klank en niet op de
betekenis: wat is langer kabouter of
reus?
Auditieve discriminatie Verschil horen tussen woorden of
klanken: In welke woorden hoor je
de/aa/: man, vaas, maan,bal,kaal
Auditieve analyse Een woord in klanken splitsen: Hak het
woord in stukjes:m/aa/n
Auditieve synthese Losse klanken samenvoegen tot een
woord: Welk woord zeg ik?v/i/s
Temporeel ordenen De volgorde van klanken onthouden:
zeg de woorden in dezelfde volgorde
na: vis/maan/kip/banaan
Klankpositie bepalen Aangeven waar je een klank in een
woord hoort: Waar hoor je de
m//in/mandarijn
Visuele vaardigheden
, Grafeem hieronder verstaan we een letter of lettercombinatie die naar een
foneem verwijst. Om een woord te kunnen analyseren in grafemen moet je
bijvoorbeeld goed in staat zijn om verschillen tussen letters te zien.
Visuele discriminatie Verschil zien tussen letters of
woorden: Kijk naar de d. welke letters
zien er ook zo uit?
Visuele analyse Letters en woorden herkennen: zet
streepjes tussen de letters p/oe/s
Visuele synthese Losse letters samenvoegen tot een
woord:
Welke letters vormen samen de
klank /eeuw/
Spatieel ordenen Volgorde van letters onthouden: Hoe
schrijf je de/ui
Letterpositie bepalen Aangeven wat de plaats van een letter
in een woord is: Waar staat de/aa/in
man
Deelvaardigheden aanvankelijk lezen en spellen:
Oefening in groep 2 Oefening in groep 3
Auditieve objectivatie Alle vaardigheden in de linke kolom
Auditieve discriminatie Visuele synthese
Auditieve synthese Spatieel ordenen
Temporeel ordenen Letterpositie bepalen
Klankpositie bepalen
Visueel discriminatie
Visuele analyse
Kennis van begrip
Een goede leesstart- techniek
Voorlezen:
- Interactief voorlezen Bij interactief voorlezen wordt een kind actief betrokken
bij het verhaal. De voorlezer stelt vragen, moedigt het kind aan om mee te
Doel beginnende geletterdheid kleuters:
Geletterdheid heeft betrekking op de volgende aspecten:
Boekoriëntatie;
Verhaalbegrip;
Functies van geschreven taal;
Relatie tussen gesproken en geschreven taal;
Taalbewustzijn
Alfabetisch principe
Functioneel schrijven en lezen;
Technisch lezen en schrijven-vervolg;
Begrijpend lezen en schrijven
In de ontwikkeling van de geletterdheid kunnen we drie fasen onderscheiden:
1. Ontluikende geletterdheid heeft betrekking op de ontwikkeling van de
geletterdheid in de voorschoolse periode van nul tot vier jaar. Het leren
omgaan met geschreven taal is een spontaan proces, net als de
mondelinge taalontwikkeling. Interactie met ouders en opvoeders speelt
een belangrijke rol. Door een kind voor te lezen of in contact te brengen
met taalspelletjes wordt de ontwikkeling van geletterdheid op gang
gebracht. De taal waarin de kinderen worden voorgelezen of waarin ze
ervaring opdoen met het schrijven van woorden is in deze fase van de
ontluikende geletterdheid nog niet van belang.
2. Beginnende geletterdheid heeft betrekking op de ontwikkeling van de
geletterdheid in de groepen 1 tot en met 3 van de basisschool. De meeste
kinderen die de basisschool binnenkomen, hebben al kennis opgedaan
over letters en boeken. De fase van de beginnende geletterdheid omvat
ook het aanvankelijk lezen.
3. Gevorderde geletterdheid beslaat de periode na groep 3. Het omvat het
voortgezet lezen, maar ook het stellen. In deze fase leren kinderen steeds
sneller woorden herkennen en richten ze hun aandacht meer op de
betekenis en de bedoeling van een tekst. Ze leren verschillende soorten
teksten kennen en ze leren strategieën om teksten te begrijpen en de
betekenis van woorden te achterhalen. Belangrijkste onderdelen van
gevorderde geletterdheid zijn begrijpend lezen en stellen.
Wat houden de tussendoelen van beginnende geletterdheid in?
De tussendoelen beginnende geletterdheid hebben betrekking op aanvankelijk,
technisch en begrijpend lezen. De doelen zijn niet heel precies omschreven: het
gaat voor een belangrijk deel om ontwikkelingsdoelen die niet goed te toetsen
zijn. Je kunt vaak door middel van observatie vaststellen of een kind een
tussendoel beheerst.
Spontane schrijfontwikkeling vanaf hele jonge leeftijd zijn kinderen met taal
bezig. De meeste kleuters bij binnenkomst op de basisschool kunnen spreken.
Een belangrijke rol bij de taalontwikkeling speelt het metalinguïstisch bewustzijn.
Dat is het vermogen om na te denken over de vorm en het gebruik van taal en
onbewuste kennis over de regels in de taal te verwoorden. Ook bij de
ontwikkeling van de spontane schrijfvaardigheid speelt het metalinguïstisch
bewustzijn een belangrijke rol. Voor het schrijven van de woorden is het
belangrijk dat kinderen kunnen nadenken over de klanken die in woorden zitten.
De spontane schrijfvaardigheid ontwikkelt zich bij kinderen al in de peuterleeftijd.
In Bus et al (1991) worden de volgende vijf fasen in de spontane
schrijfontwikkeling onderscheiden:
1. Het tekenen van woorden
2. Het krabbelen van nog niet herkenbare lettertekens
3. Het schrijven van letterachtige vormen of letters
, 4. Het weergeven van woorden door een of enkele letters
5. Invented spelling besef van de klank-letterkoppleing nog sterker
ontwikkeld. Kinderen schrijven de klanken en woorden zoals ze die horen.
Fonemisch bewustzijn en letterkennis
Fonologisch bewustzijn het vermogen om te kunnen reflecteren op de
klankvorm van de taal. Het is onderdeel van het metalinguïstisch bewustzijn of
het taalbewustzijn. Het fonologisch bewustzijn komt pas laat tot ontwikkeling. Het
fonologisch bewustzijn begint rond het derde levensjaar.
Fonemische bewustzijn een gevorderde fase van het fonologisch bewustzijn.
Dit is het besef dat woorden uit fonemen zijn opgebouwd. Fonemen zijn klanken
die door een letter of een combinatie van letters worden weergegeven. Het
woord huis bestaat uit drie fonemen h/ui/s. met behulp van het fonologisch en
fonemisch bewustzijn is een kind in staat om auditieve vaardigheden toe te
passen, zodat hij met behulp van zijn gehoor klanken in woorden kan
onderscheiden.
Foneem een klank die betekenisverschil tussen woorden veroorzaakt. We
spreken van twee verschillende fonemen als twee spraakklanken ook verschil in
betekenis teweegbrengen. In vis en vies zijn de fonemen /i/ en /ie betekenis
onderscheidend: ze zorgen in deze woorden voor het verschil in betekenis.
Auditieve vaardigheden
Auditieve objectivatie Letten op de klank en niet op de
betekenis: wat is langer kabouter of
reus?
Auditieve discriminatie Verschil horen tussen woorden of
klanken: In welke woorden hoor je
de/aa/: man, vaas, maan,bal,kaal
Auditieve analyse Een woord in klanken splitsen: Hak het
woord in stukjes:m/aa/n
Auditieve synthese Losse klanken samenvoegen tot een
woord: Welk woord zeg ik?v/i/s
Temporeel ordenen De volgorde van klanken onthouden:
zeg de woorden in dezelfde volgorde
na: vis/maan/kip/banaan
Klankpositie bepalen Aangeven waar je een klank in een
woord hoort: Waar hoor je de
m//in/mandarijn
Visuele vaardigheden
, Grafeem hieronder verstaan we een letter of lettercombinatie die naar een
foneem verwijst. Om een woord te kunnen analyseren in grafemen moet je
bijvoorbeeld goed in staat zijn om verschillen tussen letters te zien.
Visuele discriminatie Verschil zien tussen letters of
woorden: Kijk naar de d. welke letters
zien er ook zo uit?
Visuele analyse Letters en woorden herkennen: zet
streepjes tussen de letters p/oe/s
Visuele synthese Losse letters samenvoegen tot een
woord:
Welke letters vormen samen de
klank /eeuw/
Spatieel ordenen Volgorde van letters onthouden: Hoe
schrijf je de/ui
Letterpositie bepalen Aangeven wat de plaats van een letter
in een woord is: Waar staat de/aa/in
man
Deelvaardigheden aanvankelijk lezen en spellen:
Oefening in groep 2 Oefening in groep 3
Auditieve objectivatie Alle vaardigheden in de linke kolom
Auditieve discriminatie Visuele synthese
Auditieve synthese Spatieel ordenen
Temporeel ordenen Letterpositie bepalen
Klankpositie bepalen
Visueel discriminatie
Visuele analyse
Kennis van begrip
Een goede leesstart- techniek
Voorlezen:
- Interactief voorlezen Bij interactief voorlezen wordt een kind actief betrokken
bij het verhaal. De voorlezer stelt vragen, moedigt het kind aan om mee te