Tijd van Burgers en Stoommachines 1800-1900
Kenmerkend Aspect: De moderne vorm van imperialisme die verband hield met de
industrialisatie.
Economische motieven als meer winst maken speelden een belangrijke rol voor het modern
imperialisme. In de koloniën groeiden gewassen als katoen, jute en rubberbomen, die er in
Europa niet waren. Daarnaast waren de grondstoffen in de koloniën een stuk goedkoper te
krijgen dan in Europa. Door de goedkope prijs die je moest betalen voor je grondstoffen kon
je meer winst maken. Ook waren de koloniën een tweede afzetmarkt voor producten (naast
de ‘gewone’ Europese markt). Dat kwam omdat steeds meer landen ook zelf makkelijk
konden produceren waardoor je aan die landen moeilijker je producten kwijt kon.
Het modern imperialisme was niet alleen belangrijk voor de economie. Ook om te laten zien
hoeveel macht je wel niet had werd dit ingezet. Hoe meer land/grond je bezat in een
koloniaal gebied, hoe machtiger je jezelf kon noemen in Europa. Dit ging zelfs zo ver dat er
zelfs gebieden veroverd werden waar je economisch helemaal niks aan had, maar gewoon
puur diende voor gebieds vergroting.
Toen de vraag naar Rubber in Europa steeg door de uitvinding van de rubberband (1888)
werd er een enorm beroep gedaan op Congo. Er waren alleen nog geen plantages dus
moest de rubber uit het wild gehaald worden. De bestuurder bepaalde de productie en
sommige soldaten kregen een wapen om de bevolking te kunnen dwingen belasting te
betalen. Helaas moest er een manier komen om te controleren of de wapens niet stiekem
voor jacht gebruikt werden en daarom moest je bewijzen dat je dat niet deed. Dit gebeurde
vaak door een hand af te hakken waar de kogel dan nog in zat.
Kernbegrippen:
Imperialisme: Streven van landen om hun macht te vergroten door andere gebieden te
veroveren of er op andere wijze invloed op uit te oefenen.
Kolonisatie: in de negentiende eeuw het in bezit namen van grote gebieden in Azië en Afrika
door Europese landen, met het doel er economisch beter van te worden. modern
Imperialisme: vanaf 1850 het streven van West-Europese landen naar het bezit van koloniën
in Afrika en Azië als leveranciers van grondstoffen, als afzetmarkten of als strategische
steunpunten.
Nationalisme: voorliefde voor de eigen natie, ook wel: het streven om alle mensen van
hetzelfde volk in een eigen soevereine staat samen te brengen.
VOGGP:
Verschijnsel: (Modern) imperialisme, kolonisatie
Ontwikkeling: De moderne vorm van imperialisme die verband hield met de industrialisatie
Gebeurtenis: 1859 de publicatie van ‘The origin of species
Gedachte: nationalisme
Persoon: Charles Darwin, Leopold II,
Kenmerkend Aspect: De moderne vorm van imperialisme die verband hield met de
industrialisatie.
Economische motieven als meer winst maken speelden een belangrijke rol voor het modern
imperialisme. In de koloniën groeiden gewassen als katoen, jute en rubberbomen, die er in
Europa niet waren. Daarnaast waren de grondstoffen in de koloniën een stuk goedkoper te
krijgen dan in Europa. Door de goedkope prijs die je moest betalen voor je grondstoffen kon
je meer winst maken. Ook waren de koloniën een tweede afzetmarkt voor producten (naast
de ‘gewone’ Europese markt). Dat kwam omdat steeds meer landen ook zelf makkelijk
konden produceren waardoor je aan die landen moeilijker je producten kwijt kon.
Het modern imperialisme was niet alleen belangrijk voor de economie. Ook om te laten zien
hoeveel macht je wel niet had werd dit ingezet. Hoe meer land/grond je bezat in een
koloniaal gebied, hoe machtiger je jezelf kon noemen in Europa. Dit ging zelfs zo ver dat er
zelfs gebieden veroverd werden waar je economisch helemaal niks aan had, maar gewoon
puur diende voor gebieds vergroting.
Toen de vraag naar Rubber in Europa steeg door de uitvinding van de rubberband (1888)
werd er een enorm beroep gedaan op Congo. Er waren alleen nog geen plantages dus
moest de rubber uit het wild gehaald worden. De bestuurder bepaalde de productie en
sommige soldaten kregen een wapen om de bevolking te kunnen dwingen belasting te
betalen. Helaas moest er een manier komen om te controleren of de wapens niet stiekem
voor jacht gebruikt werden en daarom moest je bewijzen dat je dat niet deed. Dit gebeurde
vaak door een hand af te hakken waar de kogel dan nog in zat.
Kernbegrippen:
Imperialisme: Streven van landen om hun macht te vergroten door andere gebieden te
veroveren of er op andere wijze invloed op uit te oefenen.
Kolonisatie: in de negentiende eeuw het in bezit namen van grote gebieden in Azië en Afrika
door Europese landen, met het doel er economisch beter van te worden. modern
Imperialisme: vanaf 1850 het streven van West-Europese landen naar het bezit van koloniën
in Afrika en Azië als leveranciers van grondstoffen, als afzetmarkten of als strategische
steunpunten.
Nationalisme: voorliefde voor de eigen natie, ook wel: het streven om alle mensen van
hetzelfde volk in een eigen soevereine staat samen te brengen.
VOGGP:
Verschijnsel: (Modern) imperialisme, kolonisatie
Ontwikkeling: De moderne vorm van imperialisme die verband hield met de industrialisatie
Gebeurtenis: 1859 de publicatie van ‘The origin of species
Gedachte: nationalisme
Persoon: Charles Darwin, Leopold II,
