Samenvatting - diagostiek, interventies en outcomes

Diagnostiek, interventies en outcomes in de
verpleegkunde/vroedkunde/GGZ


Hoofdstuk 1
Verpleegkundige diagnoses
- Dingen apart categoriseren, dingen weten en kunnen onderscheiden
van elkaar op basis van tekens en symptomen
- Teken = objectief
- Symptoom = wat de patiënt aangeeft

Waarom diagnostiek?
- Medisch model: verpleegkundige herstelt wat mis is
- Duidelijk vaststellen wat er precies mis is, en wat de oorzaak
daarvan is
- Kritische noot
o Arts is degene die diagnosticeert
o Verpleegkundige voert handelingen uit
o Hedendaags verandert dit! Minder afscheiding tussen
medische diagnoses en verpleegkundige diagnoses

Waarom precies & eenduidig benoemen?
- Onderlinge communicatie vergemakkelijken en uniformiteit
bevorderen
- Wetenschappelijk onderzoek:
o Incidentie
o Prevalentie
o Beïnvloedende factoren
- Maatschappelijk relevant  rol van de vpk aantonen
- Helaas: heel relatief en moeilijk te realiseren in een vaag domein
zoals vpk
- Soms is het heel moeilijk om te onderscheiden wat het gevolg is van
verpleegkundige interventies ivgm met gewone omstandigheden
o Bv. Verpleegkundige start vocht op, vochtniveau herstelt,
maar dit kan ook komen doordat deze persoon opgenomen is
en dat familie hem meer te drinken geeft …

Voorbeelden
- ICD  International Classification of Diseases
- DSM  Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders
- Gebaseerd op consensus over wetenschappelijke stand van zaken

, - Relatie tussen empirie en consensus is in diagnostische classificatie
een ingewikkelde zaak
Gordon en NANDA
- Marjory Gordon
o Grondlegger verpleegkundige diagnostische processen
o Bekend voor classificatie van verpleegkundige diagnoses
(functionele gezondheidspatronen)
- NANDA-I
o North American Nursing Diagnosis Association
o Nanda heeft zich vooral bezig gehouden met het formuleren
en valideren van verpleegkundige diagnoses
o Later samengesmolten met het apart ontstane werk van




Gordon