Gezondheid
1. De student kan een definitie van gezondheid geven aan de hand van de
dimensies van Blaxter
Er bestaan verschillende opvattingen van gezondheid in het onderzoek van Blaxter (health
and lifestyles):
Gezondheid als niet ziek
Geen symptomen, geen bezoek aan artsen, daarom ben ik gezond.
Gezondheid als bezit
Uit een sterke familie komen, snel herstellen na operaties.
Gezondheid als gedrag
Meestal van toepassing op anderen.
‘Zij zijn gezond omdat ze goed voor zichzelf zorgen, sporten enz.’.
Gezondheid als lichamelijke fitheid en vitaliteit
Vooral genoemd door jongeren respondenten.
Bij mannen is gezondheid vaker gekoppeld aan ‘zich fit voelen’ en bij vrouwen vaker
aan ‘zich energiek voelen’.
Gezondheid als psychosociaal welzijn
Gezondheid in mentaal opzicht.
Bijvoorbeeld zich trots voelen of van het gezelschap van anderen genieten.
Gezondheid als functie
Het vermogen om taken te verrichten, om te doen wat je wilt wanneer je dat wilt,
zonder belemmeringen van een slechte gezondheid of lichamelijke beperkingen.
2. De student kan een definitie van gezondheid geven aan de hand van het model
van Huber
Gezondheid is niet de afwezigheid van ziekte, maar het vermogen van mensen om met de
fysieke, emotionele en sociale uitdagingen van het leven om te gaan en zo veel mogelijk
eigen regie te voeren. Voor het meten van gezondheid onderscheidt Machteld Huber
lichaamsfuncties, mentale functies/beleving, spirituele/existentiële dimensie, kwaliteit van
leven, sociaal-maatschappelijke participatie en dagelijks functioneren (zie afbeelding).
De score is deels subjectief en deels feitelijk. Volgens Machteld Huber kan een uitermate
ziek iemand als gezond worden gezien als hij zich constructief gedraagt en een gezond
iemand die piekert als ongezond.
(Zie figuur 1.1 voor de zes dimensies van gezondheid in het concept Positieve Gezondheid
van Machteld Huber).
1
, 3. De student kan de verschillende factoren van het biopsychosociale model
ontdekken in een casus
Zie onderstaande leeruitkomst voor uitleg over het biopsychosociale model.
4. De student kan aangeven wat het onderscheid is tussen het biomedische en
biopsychosociale model
1.1.2
Biomedisch ziektemodel (diagnose receptmodel)
Opvatting dat ziekten en symptomen een achterliggende fysiologische verklaring
hebben en dat daarmee ook genezing mechanistisch en rechtlijnig werkt.
Hierin wordt gezondheid gedefinieerd als afwezigheid van ziekte.
Volgens dit model heeft een ziekte een oorzaak die via medische interventie kan
worden genezen. Aangenomen wordt dat het wegnemen van de oorzaak zal leiden
tot herstel van de gezondheid.
Het model is reductionistisch en negeert daarmee dat mensen verschillend kunnen
reageren op ziektes.
Biopsychosociaal ziektemodel
Standpunt dat ziekten en symptomen door een combinatie van lichamelijke, sociale,
culturele en psychologische factoren kunnen worden verklaard.
Dit model neemt nadrukkelijk de subjectiviteit of beleving mee. Het verrijkt het
biomedisch model met de interactie tussen biologische processen en psychologische
en sociale invloeden.
! Het grootste verschil tussen beide modellen is dus dat het biomedisch ziektemodel
het feit negeert dat verschillende mensen verschillend reageren op dezelfde ziekte in
tegenstelling tot het biopsychosociaal ziektemodel die de beleving meeneemt.
5. De student kan aangeven wat gedragsmatige pathogenen en immunogenen zijn
Gezondheidsgedrag
Gedrag, ongeacht de gezondheidstoestand waarin men zich bevindt, dat is bedoeld
om de gezondheid te beschermen, bevorderen of in stand te houden.
Bijvoorbeeld het eten van gezonde voeding.
Gedragsmatige pathogenen
Gedragingen die schadelijk zijn voor de gezondheid oftewel ziekteverwekkers.
Bijvoorbeeld roken, regelmatig alcohol drinken, overgewicht.
Gedragsmatige immunogenen
Gedragingen die de gezondheid bevorderen oftewel gezondheidsbevorderaars.
Bijvoorbeeld het consumeren van groente, fruit, voldoende bewegen.
**********
1.2.1
Sociale representatie van gezondheid
Datgene wat bepaalde groepen mensen onder gezondheid verstaan.
1.2.3
2
,Wat wordt beschouwd als een ‘normale’ gezondheid verschilt per cultuur. Het is ook
afhankelijk van het economische en politieke klimaat waarin iemand leeft.
**********
Dualisme
Idee dat lichaam en geest afzonderlijke eenheden zijn.
3
, Gezondheidsvaardigheden
1. De student kan informatieve, interactieve en kritische
gezondheidsvaardigheden ontdekken in een casus
Gezondheidsvaardigheden
Vaardigheden van mensen om informatie over gezondheid te verkrijgen, te begrijpen,
te beoordelen en te gebruiken bij het nemen van gezondheidsgerelateerde
beslissingen.
Oude mensen of laaggeletterde hebben vaak beperkte gezondheidsvaardigheden.
Bijvoorbeeld medicijnen juist innemen, de weg vinden in het ziekenhuis, digitale
vaardigheden, brieven & mails begrijpen, bijsluiters begrijpen, gesprekken met
zorgverleners voeren en uitleg en adviezen begrijpen en in de praktijk brengen.
- Informatieve gezondheidsvaardigheden/ functionele gezondheidsvaardigheden
Verwijst naar de basisvaardigheden (lezen, schrijven, rekenen) die individuen in staat
stellen effectief te functioneren in de gezondheidszorg.
- Interactieve gezondheidsvaardigheden
Verwijst naar de ontwikkeling van persoonlijke vaardigheden om het persoonlijk
vermogen te verbeteren om onafhankelijk te handelen op basis van kennis.
Het richt zich op het verbeteren van de motivatie en het zelfvertrouwen om te
handelen naar het ontvangen advies, oftewel zelfredzaamheid.
Heeft betrekking op het vermogen om schriftelijke of mondelinge informatie te
verkrijgen over ziekte en gezondheidszorg en om deze informatie toe te passen op
de eigen situatie.
Bijvoorbeeld gezondheidscommunicatie, zelfhulp voor de gemeenschap en sociale
steungroepen.
- Kritische gezondheidsvaardigheden
Verwijst naar het vermogen om informatie kritisch te evalueren en te gebruiken om
actief deel te nemen aan de gezondheidszorg.
Bijvoorbeeld de ontwikkeling van cognitieve en sociale vaardigheden en
capaciteitsopbouw om de bredere sociale gezondheidsdeterminanten te beïnvloeden.
2. De student kan aangeven wat therapietrouw, concordantie en compliantie is
4.1.1
Compliantie
Bedoeld dat de patiënt de aanwijzingen van de arts opvolgt.
Niet nakomen kan als eigenzinnig of zelfs incompetent worden geïnterpreteerd.
Adherentie
Term die betekent dat iemand zich houdt aan, of samenwerkt met adviezen omtrent
medicatie in een meer gelijkwaardige relatie tussen arts en patiënt.
Concordantie
Gezamenlijk bereikte overeenkomst tussen arts en patiënt omtrent de juiste
behandeling, nadat de patiënt volledig is geïnformeerd omtrent de voor- en nadelen
van deze specifieke behandeling.
Therapietrouw
Alle handelingen vanaf het verkrijgen van een recept, het afhalen van de
geneesmiddelen tot aan het innemen ervan op de juiste wijze.
Therapietrouw omvat ook alle zelfstandig uitgevoerde therapeutische gedragingen
zoals revalidatieoefeningen in overeenstemming met medische adviezen.
4