Verwarming en sanitair warm water
Hybride = twee systemen die voor elkaar gemaakt zijn
Bivalente = twee systemen koppelen die niet voor elkaar gemaakt zijn.
bv. Bestaande condenserende ketel, koppelen aan een zonneboiler
Soorten energie:
1. Fossiele brandstoffen
-Gas
-Aardgas (ligt in de straat)
- Petroleumgas (butaangas, propaangas: ligt niet in de straat)
-Stookolie
-Gasolie
-Gasolie extra (zwavelgehalte is lager)
2. Elektriciteit
Elektriciteit omzetten in warmte aan een goed rendement (bijna 100%), maar om
eerst de elektriciteit te maken, moeten we warmte omzetten (40% rendement)
warmte ->(40%) elektriciteit (60% energie gaat verloren)
Elektriciteit -> (100%) warmte
4 stappenplan energetica:
Stap 1: reduceren van de vraag (bv. Isoleren,…)
Stap 2: hergebruik van reststromen (bv. Water douche gebruiken om wc door te
spoelen,…)
Stap 3: duurzame bronnen toepassen (bv. Zonnepanelen,…)
Stap 4: resterende vraag milieuvriendelijk oplossen (bv. Fossiele brandstoffen
efficiënt inzetten)
De individuele centrale verwarming CV
=toestel verwarmd niet elke ruimte waarin deze staat
-warmteopwekker (gas, hout, elektriciteit,…)
-distributiesysteem via warmtegeleider (meestal water)
-afgiftesysteem
-regelsysteem
In de ketel is er een gesloten circuit
-> altijd zelfde water, wat zorgt voor minder corrosie want er is geen zuurstof
Het water dat uit de douche komt is niet hetzelfde water dat uit de ketel komt
Atmosferisch of open toestel
= ketel neemt lucht van de ruimte waarin het toestel staat om verbranding te
voltooien
Niet-atmosferisch of gesloten toestel
= ketel neemt lucht van buiten de ruimte waarin het toestel staat
Sifon
= water blijft er instaan, zodat geuren van de riolering niet binnen in de
,woning komen
De ketel
ketelrendement niet hetzelfde als totaal rendement van installatie
-schoorsteenverliezen
-omgevingsverliezen (stralingsverliezen)
=via de wanden van de buizen komt warmte in de ruimte vrij
-stilstandsverliezen
=oudere ketels worden op een bepaald temperatuur gehouden
nieuwere ketels koelen tussendoor af
Soorten ketels
-condenserende ketel
-gesloten, niet-condenserende ketel
en atmosferische ketels met ventilator
-atmosferische ketels zonder ventilator
Condenserende ketel
-altijd gesloten ketel
-altijd glijdende ketelwatertemperatuur
werking:
1. Warme rookgassen met waterdamp stijgen naar boven en warmen water op
2. Rookgassen koelen af, waardoor de waterdamp in rookgassen condenseert op
retourleidingen
-> het condenseren geeft extra warmte af
Hoe hoger de temperatuur van het retourwater, hoe minder condens er is ->
slechter rendement
-temperatuur condenswater moet lager zijn dan het dauwpunt
-werkt best met afgifte toestellen op lage temperatuur (bv. Vloerverwarming,…)
Verzadegingscurve
=het maximaal aantal water dat in lucht kan zitten, zonder dat deze gaat
condenseren
Warme lucht kan meer water (vocht) bijhouden zonder te
condenseren
Condenserende ketel herkennen:
-afvoer condenswater (zuurwater)
-gas: HR-top label
-stookolie: Optimaz elite label
Atmosferische ketel zonder ventilator
Windvalafleider en trekonderbreker: vangen drukkenverschillen op en zorgt dat
wind niet in de ketel komt (en verbranding verstoort)
herkennen:
-open constructie (vlak zichtbaar,…)
-intern of extern een trekonderbreker (drukverschillen opvangen)
indien je er geen ziet, weet je het niet
Indien je er wel een ziet, is het een atmosferische ketel zonder ventilator
, Ketels met gesloten brandingskamer (niet-atmosferische ketel)
-altijd een ventilator
-parallelle buizen of concentrische buis voor aanvoer en afvoer
voordeel concentrische buis: De verse lucht wordt al deels opgewarmd
Ketels met een ventilator
-kan zowel open als gesloten zijn
-indienbrander buiten omkasting staat, is er altijd een ventilator
-stookolie ketels hebben altijd een ventilator
Rendement van ketels
Hoe kouder het buiten is, hoe harder een ketel moet werken
Klassieke ketel op contant watertemperatuur
Hoe lager buitentemperatuur, hoe beter (80% rendement)
Klassieke ketel met glijdende watertemperatuur
rendement rond 80-90%
Condenserende ketel
Hoe hoger buitentemperatuur, hoe beter (boven 100% rendement Hi)
Hi = calorische onderwaarde
= neemt de warmte die vrijkomt bij het condenseren van waterdamp niet mee
latente verbrandingswarmte:
warmte die we nodig hebben om water, die vrijkomt bij verbranding, te
verdampen
Voor 2015 werd deze niet meegerekend in de rendementen
Hs = calorische bovenwaarde
= neemt de warmte die vrijkomt bij het condenseren van waterdamp mee
Dus indien we een rendement hebben van boven de 100%, wilt dit zeggen dat
deze berekent is op de Hi (calorische onderwaarde) en niet op de Hs (calorische
bovenwaarde)
Direct rendement: gegeven door fabrikant
Jaarrendement: rekening houden met
verliezen
Sg: totaal geleverd debiet
Sv1: lek voor de kraan = 0,01 l/min
=> lek is er altijd, ook al staat kraan niet aan
Sv2: lek na de kraan = 0,03 l/min
=> lek is er enkel wanneer kraan open staat
Sn: nuttig geleverd debiet = 15 l/min
Sg = 0,01 l/min + 0,03 l/min + 15 l/min = 15,04
l/min
Direct rendement = 15 l/min / 15,04 l/min =
99,7%
Sgj: totaal geleverd debiet per jaar
Sv1j: lek voor de kraan op jaarbasis