Ethiek
Naam:
Studentnummer:
Opleiding:
Datum
, 1. De student beschrijft een eigen moreel dilemma in relatie tot het begrip ‘helpen’ en
SW.
In de beschermde woonvorm waar ik werk wonen cliënten met ernstige
psychiatrische aandoeningen, verslavingsproblematiek en een aantal cliënten met
NAH. Ik ben als begeleider betrokken bij meneer J.. Meneer drinkt graag een biertje
of rookt een jointje. Meneer is bekend met een bipolaire stoornis,
verslavingsproblematiek, NAH en epilepsie. Meneer vraagt regelmatig aan de
begeleiding of we voor hem naar de coffeeshop willen gaan om softdrugs te halen.
Persoonlijk vind ik het geen probleem om dit voor hem te doen, maar tegelijkertijd
houd ik de visie van mijn werkgever in acht. Wij werken namelijk herstel
ondersteunend.
Als meneer gebruikt betekent het aan de ene kant dat er kans is op meer schade aan
zijn lichaam en hersenen, bijvoorbeeld: het verergeren van geheugenproblematiek,
valgevaar en kans op meer insulten. Ook zien we dat meneer de laatste maanden
behoorlijk achteruit gaat. In dit perspectief is het gebruik van middelen niet
bevorderlijk.
Aan de andere kant heeft het gebruik van middelen ook een positief effect, namelijk:
meneer ervaart meer rust waardoor hij de dingen beter overziet en er komt een
hoop creativiteit omhoog waar hij de vruchten van plukt. Het gebruik van middelen is
iets wat meneer graag doet en waar hij waarde aan hecht. Positief is dat meneer het
gebruik voor zichzelf houdt. Hij gebruikt niet in het openbaar, veroorzaakt geen
overlast waardoor andere bewoners hier geen hinder van ondervinden.
Is het verstandig om als begeleider voor meneer naar de coffeeshop te gaan om
softdrugs voor hem te kopen?
Vanwege de herstel ondersteunende visie willen we de zelfredzaamheid zo goed
mogelijk bevorderen en de bewoners hun eigen keuzes laten maken. J. is hier o.a.
wegens zijn verslavingsproblematiek. Als wij voor hem naar de coffeeshop gaan
houden we dit in stand. Aan de andere kant kan J. niet zelf naar de coffeeshop
wegens bovengenoemde factoren. Dan is er een kans dat hij wegloopt zonder dit te
melden en dan kan hij verdwalen.
Pre-conventioneel: Meneer kan gebruik maken van softdrugs, want dit maakt hem
rustig en geeft mogelijkheden en/of inzicht tot creativiteit. Functioneert als beloning.
Conventioneel: Het is verkeerd om hem de softdrugs te ontnemen.
Post-conventioneel: Softdrugs geeft meer kans tot schade, maar als meneer geen
softdrugs gebruikt dreigt er een gedragsverandering te zijn waardoor hij een gevaar is
voor zichzelf en anderen. Dan mag je van de regel afwijken.
Het morele dilemma is in dit geval de schade dat het kan aanbrengen en tegelijkertijd
de rust dat het creëert voor meneer.
Naam:
Studentnummer:
Opleiding:
Datum
, 1. De student beschrijft een eigen moreel dilemma in relatie tot het begrip ‘helpen’ en
SW.
In de beschermde woonvorm waar ik werk wonen cliënten met ernstige
psychiatrische aandoeningen, verslavingsproblematiek en een aantal cliënten met
NAH. Ik ben als begeleider betrokken bij meneer J.. Meneer drinkt graag een biertje
of rookt een jointje. Meneer is bekend met een bipolaire stoornis,
verslavingsproblematiek, NAH en epilepsie. Meneer vraagt regelmatig aan de
begeleiding of we voor hem naar de coffeeshop willen gaan om softdrugs te halen.
Persoonlijk vind ik het geen probleem om dit voor hem te doen, maar tegelijkertijd
houd ik de visie van mijn werkgever in acht. Wij werken namelijk herstel
ondersteunend.
Als meneer gebruikt betekent het aan de ene kant dat er kans is op meer schade aan
zijn lichaam en hersenen, bijvoorbeeld: het verergeren van geheugenproblematiek,
valgevaar en kans op meer insulten. Ook zien we dat meneer de laatste maanden
behoorlijk achteruit gaat. In dit perspectief is het gebruik van middelen niet
bevorderlijk.
Aan de andere kant heeft het gebruik van middelen ook een positief effect, namelijk:
meneer ervaart meer rust waardoor hij de dingen beter overziet en er komt een
hoop creativiteit omhoog waar hij de vruchten van plukt. Het gebruik van middelen is
iets wat meneer graag doet en waar hij waarde aan hecht. Positief is dat meneer het
gebruik voor zichzelf houdt. Hij gebruikt niet in het openbaar, veroorzaakt geen
overlast waardoor andere bewoners hier geen hinder van ondervinden.
Is het verstandig om als begeleider voor meneer naar de coffeeshop te gaan om
softdrugs voor hem te kopen?
Vanwege de herstel ondersteunende visie willen we de zelfredzaamheid zo goed
mogelijk bevorderen en de bewoners hun eigen keuzes laten maken. J. is hier o.a.
wegens zijn verslavingsproblematiek. Als wij voor hem naar de coffeeshop gaan
houden we dit in stand. Aan de andere kant kan J. niet zelf naar de coffeeshop
wegens bovengenoemde factoren. Dan is er een kans dat hij wegloopt zonder dit te
melden en dan kan hij verdwalen.
Pre-conventioneel: Meneer kan gebruik maken van softdrugs, want dit maakt hem
rustig en geeft mogelijkheden en/of inzicht tot creativiteit. Functioneert als beloning.
Conventioneel: Het is verkeerd om hem de softdrugs te ontnemen.
Post-conventioneel: Softdrugs geeft meer kans tot schade, maar als meneer geen
softdrugs gebruikt dreigt er een gedragsverandering te zijn waardoor hij een gevaar is
voor zichzelf en anderen. Dan mag je van de regel afwijken.
Het morele dilemma is in dit geval de schade dat het kan aanbrengen en tegelijkertijd
de rust dat het creëert voor meneer.