Samenvatting Thermisch comfort

Thermisch comfort voor woongebouwen 2023
Inleiding
1. Kwalitatieve eisen voor gebouw
- Gezondheidsnoden v/d gebruiker: gezondheid
 Psychologisch bv. daglicht, luchtkwaliteit (ventilatie), lawaaihinder
 Lichamelijk bv. geen astma, aangenaam zitten
 Parameters zorgen voor thermisch comfort
- Comfort v/d gebruiker: wanneer aan gezondheidsnoden wordt voldaan
- Duurzaamheid van de bouwconstructies: woord duurzaam in vraag stellen, kritisch
50 criteria bewijzen, om goed klassement/eindbeoordeling te krijgen
 Economisch karakter: hoeveel kost het?, Is het een rendabele optie?, kost het onderhoud
meer dan de bouw?
 Ecologisch: Welke materialen? In de buurt of importeren? Milieubelasting? Natuurlijke
materialen en belastend of niet? Duurzame manier ontgonnen?
 Sociologisch: Wat brengt het bij tot de buurt? Vereniging of scheiding van de buurt?

Extra:
 akoestiek isolatie : zwaar, in de structuur, skelet
bv. beton, baksteen
 hoe zwaarder materiaal, hoe hoger de dichtheid, hoe beter akoestische isolatie
 thermisch isolatie: licht, extra laagje
bv. minerale wol -> brandwerend , akoestische absorptie
purr -> droge stilstaande lucht
 hoe lichter, hoe lager dichtheid, hoe beter thermische isolatie

Tien geboden thermisch en akoestisch comfort
1) Als je een licht dubbelwandig systeem hebt, gebruikt men altijd minerale wol in de spouw
2) Gebruik nooit de beglazing 4-12-4/4-15-4/4-16-4/, symmetrische beglazing
 Minimaal asymmetrische beglazing gebruiken 4-15-8
 Nog slechter 4-12-4-12-4
3) Altijd een naad van 2 à 3 mm bij gipsplaten, opgevuld met soepele kit bv. waterkerende silicone
 Vloer: vezelversterkende gipsplaten
 Gipsplaten mogen structuur nooit raken
4) U-waarde moet altijd klaar zijn dan 1,1 W/m 2K

2. Integraal bouwfysisch
- Stabiliteit
- Akoestisch: isolatie
 Structuur is de akoestische isolatie: moet voldoende zwaar zijn
- Winddichting: windscherm
 Langs de buitenkant folie
- Waterdichtheid: Waterscherm
 Langs de buitenkant
 Water tegengehouden buiten structuur
- Thermisch: isolatie:
 Tussen de structuur
 Continu opgedeeld bouwknopen (goed/middelmatig/slecht (koudebrug))

, - Luchtdichtheid: luchtscherm en dampscherm
 Langs de binnenkant
 Dampscherm
o Dampen die wij produceren buitenhouden uit structuur
o Dampscherm hoeft niet altijd, hangt af van vochtproductie en type materiaal
 Luchtscherm: zorgt ervoor dat lucht in de structuur niet naar binnen kan
o Lokaal
o Bij vensters, stopcontacten, …
 Bij nieuwe woning luchtdichtheidsklasse moet hoog zijn
- Brandweerstand

3. Integrale aanpak: de gevel
3.1. Waterdichting
- Buitenkant
 Verhinderen vochtig worden constructie door regen en sijpelwater en opstijgend vocht
 Dichte constructieschil (gevelmuur, dakbedekking-onderdak
 Polymeerfolies
 Zwakke plekken:
o Verbindingen vloer-muur
o Uitzettingsvoegen
o Kieren/naden
o Kelders
 Cementeren+ bestrijken
 Aanvullen
 Geen conflict met winddichting/akoestiek/stabiliteit/ brandweerstand

3.2. Winddichting
- Verhinderen vochtig worden en afkoeling van thermische isolatie van buitenaf
- Dichte constructieschil
- Zwakke plekken

- Dampopen: ademend
- Geen conflict met akoestiek/stabiliteit/ brandweerstand

- Zadeldak
 Onderdak in Korafleece
o Hoge dampdoorlatenheid
o Windicht
o Waterafstand
o Folie
o Gemicroperforeerd: mocht er toch vocht zijn ingeraakt kan vocht naar buiten
o Dampopen aan buitenkant, dampdicht binnenkant
 Onderdak in Celit 4D
o Dampdoorlatend
o Windicht
o Waterafstotend