Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien 4.2 TrustPilot
logo-home
Resume

Samenvatting - Toxicologie en farmacokinetiek

Note
-
Vendu
1
Pages
65
Publié le
26-01-2025
Écrit en
2024/2025

Dit is een gedetailleerde samenvatting van alle behandelde hoofdstukken en slidesets die aanbod kwamen in het vak toxicologie en farmacokinetiek.












Oups ! Impossible de charger votre document. Réessayez ou contactez le support.

Infos sur le Document

Publié le
26 janvier 2025
Nombre de pages
65
Écrit en
2024/2025
Type
Resume

Aperçu du contenu

Toxicologie en farmacokinetiek
1. Inleiding
1.1. Farmacologie en toxicologie
 Xenobiotica= lichaamsvreemde chemische stoffen
 Gewenst of ongewenst
 Toxicologie= bestuderen van de wisselwerking tussen schadelijke stoffen en levende
organismen
 Nature oorsprong of geproduceerd
 Farmacologie= bestuderen van de wisselwerking tussen een geneesmiddel en levende
organismen
 Zowel de gewenste effecten als de bijwerkingen
 Galenica= aanmaken van de geneesmiddelen
 Farmacon= de actieve stof in een geneesmiddel
 Geneesmiddel= farmacon (+ hulstoffen) in farmaceutische vorm
Elk bestanddeel kan toxisch zijn, de dosis bepaald of iets al dan niet toxisch is

1.2. Aspecten van de farmacologie
Fasen van de werking van een geneesmiddel:
1) Farmaceutische fase
= het uiteenvallen van het geneesmiddel in het gastro-intestinaal stelsel om actieve stof vrij
te stellen aan het darmlumen
2) Farmacokinetische fase
= het bereiken van het geneesmiddel op de plaats van de werking
3) Farmacodynamische fase
= het farmacon doet zijn farmacologische werking
4) Therapeutische fase
= therapeutisch gunstig effect
ADME
- Absorptie
= farmaceutische fase
 Opname van het actieve bestanddeel in de bloedbaan
- Distributie
= verdere verdeling van het farmacon doorheen het lichaam
 Arriveren op de plaats van de werking
 Interageren met functionele aangrijppunten in/op een cel
= fysiologische veranderingen van de cel
- Métabolisme
= chemische wijziging van het farmacon
 Vanaf het contact met de bloedbaan= eliminatie
 Lever
- Excretie
= verwijderen van het farmacon uit het lichaam
 Nieren


1

,Farmacokinetiek:
= Bestuderen van de veranderingen van farmaconconcentraties in het lichaam in relatie met de tijd
 Wat doet het lichaam met het medicijn?
 ADME
Beïnvloedingen:
 Genetische variabiliteit
 Snips= 1 nucleotide dat op DNA niveau veranderd wordt, een ander eiwit komt tot
uiting
 Interactie met andere medicatie of voedingssupplementen
 Interactie met voeding
 Interactie met medische toestand
 Bv. iemand met de ziekte van Crohn heeft een darmontsteking. Hierdoor zal de
persoon sneller medicatie opnemen door schade aan de wand
Farmacodynamiek:
= Bestuderen van de wisselwerking tussen farmacon en het lichaam
 Wat doet het geneesmiddel met het lichaam?
Farmacokinetiek + farmacodynamiek= farmaceutisch profiel van farmacon
Benefit-risk ratio
= verhouding van de voordelen en risico’s voor de patiënt in relatie met zijn ziektebeeld

1.3. Aspecten van de toxicologie
2 doeleinden:
- Risico van blootstelling aan lichaamsvreemde stoffen beperken
- Grenswaarden vastleggen van dosissen of concentraties die geen schadelijk effect teweeg
brengen
Toxische agentia= niet gemakkelijk te zeggen
 “De dosis is bepalend”: Paracelsus (grondlegger toxicologie)
Alles is giftig als de hoeveelheid groot genoeg is
Toxine= geneesmiddel die de minimale toxische concentratie (MTC) bereikt
Meest gevaar lopende organen:
- Lever
Leverbeschadiging= icterus, cirrose
- Nieren
Nierbeschadiging= albuminurie, niersteen
Andere gevaren:
- Zenuwstelsel:
 Verlammingen
 Gezichtstoornissen
- De huid
 Jeuk
 Eczeem
 Roodheid
- Hart
 Ritmestoornis
 Drukval of-verhoging
- Beenmerg
 anemie


2

, - Endocriene stelsel
 Schildkliervergroting
- Slijmvliezen
 Stomasitis
- Maagdarmstelsel
 Maagbloeding
 Diarree
- …
Toxicokinetiek
= Bestuderen van de veranderingen van giftige stoffen in het lichaam in relatie met de tijd
Toxicodynamiek
= Bestuderen van de wisselwerking tussen de giftige stof en het lichaam

2. Geneesmiddelformulering
2.1. Algemeen
= de vorm waaronder het farmacon wordt toegediend
Keuze afhankelijk van:
 Gewenste plaats van werking
 Dosis
 Verwerkingseigenschappen van het farmacon
 Inwendig (binnenin het lichaam) of uitwendig (buiten het lichaam: huid en slijmvliezen)
gebruik
 Persoonsgebonden factoren (leeftijd, hulphoevendheid,…)
 Economische factoren
Lokale werking= het GM heeft enkel effect ter hoogte van de aangebrachte plek
Voorbeelden:
- Ontsmettende zalf op de huid
- Puffer bij een astma-aanval
Systemische werking= het GM moet eerst in de bloedbaan opgenomen worden om uiteindelijk naar
ergens in het lichaam te gaan
Voorbeelden:
- Tabletten met antibioticum
- Morfine pleister (geeft GM aan de bloedbaan)
- Sublinguaal tablet

2.2. Orale toediening
Via de mond
1) Tabletten
 Persen van het farmacon en hulpstoffen
 Sommige tabletten hebben nog een coating
Redenen:
 Smaakbedekking
 Stabiliteit van het farmacon
Beschermen tegen licht of vocht
 Reguleren van de farmaconafgifte
Zuurgevoelige middelen beschermen tegen maagzuur

3

, Varianten:
 Bruistablet
 Smelttablet
 Buccale tablet= via wangslijmvlies
 Sublinguale tablet= onder de tong
 Voordeel bij beide:
Komt meteen in de bloedbaan terecht= geen first pass effect
 Kauwtablet
2) Capsules
= gelatine-omhulsel
 Komt vrij bij waterig milieu
3) Siropen
Bij suspensie= schudden voor gebruik
4) Emulsies
Schudden voor gebruik
5) Druppels
6) Oplospoeders

2.3. Dermale toedieningen
Via de huid
2.3.1. Voor lokaal effect
Huid is opgebouwd uit 3 lagen:
1. Epidermis
Opgebouwd uit: dicht aaneensluitend
dekweefsel + bovenop hoornlaag (dood
weefsel)
2. Dermis
Opgebouwd uit: bindweefsel met een netwerk
van bloedvaten, lymfevaten, zenuwen, talg &
zweet-klieren, haarfollikels
3. Subcutane vetlaag
Farmacon kan in het onderhuids vetdepot blijven
=> lokaal
Gedrag van het farmacon hangt af van:
- Fysio-chemische eigenschappen van de stof
Vet- en wateroplosbaarheid
- Conditie van de huid
Beschadigd of niet
- Leeftijd van de persoon
Huid van ouderen en kinderen zijn dunner
- Plaats op het lichaam
Voetzool  moeilijk doorlaatbaar
Achter het oor  makkelijk doorlaatbaar
- Farmaceutische vorm
Waterige crème= water zorgt voor een zwelling van de epidermis= hogere doorlaatbaarheid
Vette crème= blijft langer op de huid liggen= langer oppervlakkig werkzaam



4
€8,96
Accéder à l'intégralité du document:

Garantie de satisfaction à 100%
Disponible immédiatement après paiement
En ligne et en PDF
Tu n'es attaché à rien

Faites connaissance avec le vendeur
Seller avatar
nettedevisscher

Faites connaissance avec le vendeur

Seller avatar
nettedevisscher Odisee Hogeschool
Voir profil
S'abonner Vous devez être connecté afin de suivre les étudiants ou les cours
Vendu
9
Membre depuis
1 année
Nombre de followers
1
Documents
14
Dernière vente
11 heures de cela

0,0

0 revues

5
0
4
0
3
0
2
0
1
0

Pourquoi les étudiants choisissent Stuvia

Créé par d'autres étudiants, vérifié par les avis

Une qualité sur laquelle compter : rédigé par des étudiants qui ont réussi et évalué par d'autres qui ont utilisé ce document.

Le document ne convient pas ? Choisis un autre document

Aucun souci ! Tu peux sélectionner directement un autre document qui correspond mieux à ce que tu cherches.

Paye comme tu veux, apprends aussitôt

Aucun abonnement, aucun engagement. Paye selon tes habitudes par carte de crédit et télécharge ton document PDF instantanément.

Student with book image

“Acheté, téléchargé et réussi. C'est aussi simple que ça.”

Alisha Student

Foire aux questions