samenvatting dierverpleegkunde 2 - tandheelkunde

TANDHEELKUNDE: HOND EN KAT

0. DIERVERPLEEGKUNDE 1
 Anatomie tand
 Identificatie: Triadan-systeem
 Aandoeningen van het gebit
o Tandplak en tandsteen
 Tandplak = bacteriën maken biofilm op tand
 Tandsteen = door vermenging met speeksel
o Periodontitis (gingivitis = tandvleesontsteking)
 Preventie (tandenborstel, speciale brokken, kauwstrips)

 Volwassen gebit
1 = rechtsvanboven
2 = linksvanboven
3 = linksvanonder
4 = rechtsvanonder


 Kindergebit
5 = rechtsvanboven
6 = linksvanboven
7 = linksvanonder
8 = rechtsvanonder


 Bij detartratie krijg je niet alles weg, er gaan bruine plekjes blijven
op de tand
 Je moet direct de eigenaar overtuigen om dezelfde dag nog aan
reiniging van de tanden te beginnen

1. GEBITSVERZORGING

1.1. STAPPENPLAN
1. Onderzoek mondholte in de wakkere patiënt
2. Onderzoek mondholte onder anesthesie
3. Röntgenopnamen van de tanden
4. Tandsteenverwijdering manueel/ ultrasoon op de tand ->
detartratie
5. Tandsteenverwijdering manueel/ ultrasoon onder de tandvleesrand
6. Regelmatig spoelen met chloorhexidine
7. Polijsten = terug glad maken, ultrasound maakt kleine krasjes die
weg moeten
8. (Eventueel Fluoride op de tanden aanbrengen)
9. ‘Charting’: in kaart brengen van de letsels
10. Letsels behandelen
11. Instructies voor de eigenaar
12. Follow-up

1

,  DETARTRATIE
o Professionele reiniging van tanden:
 Manueel
 Mechanisch: ultrasoon
o In kaart brengen van letsels (dental chart) + behandeling
o Polijsten

 PROPER GEBIT, EEN NIEUWE START
o Het effect van een professionele behandeling is zonder
verdere gebitsverzorging thuis van korte duur
o Na een detartratie:
 Regelmatige gebitscontrole
 Dagelijks de tanden te poetsen
 Indien poetsen niet haalbaar is, gebruik maken van
andere hulpmiddelen om tandsteen te voorkomen



1.2. HYGIËNE EN VEILIGHEID
 KRITISCHE PUNTEN
o Ruimte uitvoeren detartratie (niet in OK)
o Anesthesie
o Veiligheid uitvoerder
o Veiligheid dier
 IN WELKE RUIMTE
o Voorbereidingsruimte
o Wanneer je erna de kamer goed verlucht en de deur richting
OK altijd gesloten blijft
 ANESTHESIE
o Veiligheid uitvoerder
o Veiligheid patiënt
 Minder pijnlijk
 Tracheotube (cuff)
 Water kan in luchtpijp lopen -> tracheotube in
luchtpijp steken waar de gasanesthesie op
aangesloten kan worden
 Eerst tracheotube in luchtpijp brengen en dan
ballonnetje opblazen -> zo blijft de tracheotube
vastzitten en kan er geen water naar de longen
 Wanneer je de tracheotube er wil uithalen moet je
het balonnetje aflaten en de patient naar voor
kantelen dat het water uit de mond kan lopen



2