Samenvatting Anatomie deel januari afstudeerrichting dierenzorg

ANATOMIE EN FYSIOLOGIE

1. INDELING VAN DE ANATOMIE
1.1 INDELING
• Anatomie
= ontleedkunde
= kunst om verschillende delen van een georganiseerd lichaam van elkaar te
scheiden
• Fysiologie
= studie van de functie van de verschillende onderdelen van het lichaam

• Systematische anatomie = stelselmatig
• Topografische anatomie = in functie van de plaats
• Klinische anatomie = met betrekking tot de pathologie

• Passief bewegingsstelsel
o Syndesmologie = studie van ligamenten (banden) en
gewrichtsverbindingen
o Arthrologie = studie van gewrichten
o Osteologie = studie van de botten
• Actief bewegingsstelsel
o Myologie = studie van de spieren
o Angiologie = studie van het vaatstelsel
o Neurologie = studie van het zenuwstelsel
• Splanchologie
o Gastro-intestinaal = studie van spijsverteringsstelsel
o Respiratoir = studie van ademhaling en luchtwegen
o Uro-genitaal = studie van de urinewegen en het voortplantingsstelsel
• Endocrinologie
o Hormonen

Hond Canis lupus familiaris – Ca.
Kat Felis silvestris catus – Fe.
Paard Equus – Eq.
Rund Bos primigeniustaurus – Bo.
Schaap Ovis – Ov.
Geit Capraaegragushircus = Cap.
Varken Sus scrofadomestica – Su.




1

,• Caput = kop
• Collum = nek
• Truncus = rom
• Membrana thoracica = voorbenen
• Membrana pelvina = achterbenen

REGIONES CAPITIS
Regio cranialis hersenpanstreek
Regio occipitalis achterhoofdsstreek
Regio nuchae overgang achterhoofd -nek
Regio temporalis slaapstreek
Regio auricularis oorstreek
Regio parietalis kruinstreek
Regio frontalis voorhoofdsstreek
Regio supraorbitalis supra-orbitaalstreek

REGIO FACIALIS
Regio orbitalis oogkasstreek
Regio infraorbitalis infraorbitaalstreek
Regio nasalis neusstreek
Regio masseterica kauwspierstreek
Regio buccalis wangstreek
Regio oralis mondstreek
Regio intermandibularis intermandibulair


OVERGANG KOP- NEKSTREEK
Regio nuchae nekstreek
Regio parotidea onder oorbasis
Regio pharyngea keelstreek
Regio laryngea strottenhoofdstreek

REGIONES COLLI
Regio colli nek-(hals) streek

REGIO TRUNCI
Regiones dorsi rugstreek
Regiones pectoralis borststreek
Regiones abdominis buikstreek
Regiones pelvis bekkenstreek
Regio caudalis staartstreek




2

, REGIONES MEMBRI THORACICI
Regio scapularis schouderstreek
Regio brachii (boven)armstreek
Regio cubiti elleboogstreek
Regio antebrachii onderarmstreek
Regio carpi polsstreek
Regio metacarpi middenhandstreek
Regio metacarpo –phalangea kogelstreek
Regio digiti manus vinger-of voortenenstreek

REGIONES MEMBRI PELVINI
Regio articulationis coxae streek heupgewricht
Regio femoris dijbeen streek
Regio genus kniestreek
Regio patellaris knieschijf streek
Regio poplitea knieholte
Regio cruris schenkel, onderbeen
Regio tarsi voetwortel
Regio metatarsi middenvoet
Regio metatarsophalangea kogelstreek
Regio digiti pedis achtertenenstreek


• Mediaanvlak en sagittaalvlak
o = verticaal vlak dat romp, kop en staart in 2 gelijke spiegelbeelden deelt
o Loopt volgens de wervelkolom
o Longitudinale – verticale doorsnede
• Transversaal vlak
o Loodrecht op de lengte-as van het lichaamsdeel
• Frontaal vlak of dorsaal vlak
o Horizontaal vlak dat een dier evenwijdig met rug-oppervlak doorsnijdt
o Longitudinale – horizontale doorsnede door kop, romp of staart




3

, • Medianus = in het mediaanvlak
• Dexter = rechts
• Sinister = links
• Internus = inwendig
• Externus = uitwendig
• Profundus = diep
• Superficialis = oppervlakkig
• Sagittaal = vlak evenwijdig aan mediaanvlak
• Dorsalis= rugwaarts
• Ventralis= buikwaarts
• Cranialis= richting hoofd
• Caudalis= richting staart
• Lateralis= van mediaanvlak weg
• Medialis= naar mediaanvlak toe




4