Examenvragen BOS
Hoofdstuk 1 – Het concept ‘strategie’ ............................................................................................. 1
Hoofdstuk 2 – Industry analysis ..................................................................................................... 7
Hoofdstuk 3 – Resources & Capabilities ....................................................................................... 17
Hoofdstuk 4 – Competitief voordeel ............................................................................................. 24
Hoofdstuk 5 – Business strategies ................................................................................................ 27
Hoofdstuk 6 – Technologie & innovatie management ..................................................................... 36
Hoofdstuk 7 – Corporate strategies .............................................................................................. 40
Hoofdstuk 8 – Globale strategieën................................................................................................ 51
Hoofdstuk 9 – Strategie realiseren ................................................................................................ 57
Hoofdstuk 10 – Trens in strategisch management ......................................................................... 61
,Hoofdstuk 1 – Het concept ‘strategie’
1. Beschrijf kort de vijf verschillende fasen in de ontwikkeling van het strategisch management
gedurende de voorbije 60 jaar.
1950: Financial budgeting
- Operational budgeting
- DCF (discounted cash flow) budgeting
à Jaar per jaar bekijken, budgetteren op KT, maar droeg niet bij op LT
1960: Corporate planning
- Corporate plans based on medium-term economic forecasts
à Typisch 5-jarige plannen, keken al meer naar economische trends, doelen werden bepaald: waar
willen we staan over 5 jaar.
1970-1980: Emergence of Strategic Management
- Industry analysis and competitive positioning
à Nieuwe macro-economische instabiliteitsperiode (vb oliecrisis) gecombineerd met meer
internationale concurrentie, plannen maken voor 5 jaar werd moeilijk want dat was niet te
voorspellen.
à Verschuiving van nadruk van plannen naar strategievorming.
à Concurrentie werd het centrale kenmerk van de business environment.
à Concurrentievoordeel = primaire doel van de strategie à strategic management.
1990: The quest for Competitive Advantage
- Emphasis on resources and capabilities
- Shareholder value maximalization
- Refocusing, outsourcing, delayering, cost cutting
à Shift van zoeken naar aantrekkelijke markten en gunstige concurrentieposities naar identificeren
hoe je als bedrijf verschilt van je concurrentie op gebied van interne middelen en capaciteiten.
à Strategie ontwikkelen dat deze verschillen uitbuit.
2000-…: Adapting to Turbulence
- Exploiting information and communications technology
- The quest for flexibility and strategic innovation
- Strategic alliances
- Social and environmental responsibility
à De uiteindelijke strategie is meestal een mengvorm van bovenstaande visies.
1
, 2. Verschil tussen corporate strategy en business strategy?
Corporate strategy – ondernemingsstrategie:
- In welke markten/segmenten wil je actief zijn ?
- Wat ga je uitbesteden? Wat doe je zelf?
- Welke geografische markt?
- Verticale integratie of niet?
à C-level
Breed en holistisch – bepaalt in welke markten of industrieën het bedrijf als geheel actief wil zijn
Business strategy – bedrijfsstrategie:
- Hoe gaan we concurreren? Concurrentievoordeel behalen t.o.v. concurrenten?
Specifiek en gefocust – richt zich op hoe binnen een bepaalde markt succesvol te zijn
2
, 3. Leg het verschil uit tussen strategie als ‘positioning’ en strategie als ‘direction’.
à Hoe identificeren we de strategie van een bedrijf?
Strategie als ‘positioning’ (competing for the present):
- Corporate strategy: Where are we competing?
- Business strategy: How are we competing?
Strategie als ‘direction’ (preparing for the future):
- Missie: Waarom bestaan we? à basis statement van het doel van de organisatie
- Visie: Wat willen we worden als bedrijf?
- Performance goals
- Strategy statement: Wat zal ons competitief plan zijn? How will we get there?
o Ontwikkelingsdoelen
o Prioriteiten voor kapitaalinvesteringen
o Groeimodellen, allianties
Missie: Visie:
- Heden/KT - Toekomst/LT
- Wat het bedrijf doet en waarom het - Wat het bedrijf wil bereiken in de
bestaat toekomst
- Concreet en pragmatisch - idealistisch en abstract
vb IKEA: “Het bieden van een breed scala aan vb IKEA: “Een beter dagelijks leven creëren voor
goed ontworpen, functionele zoveel mogelijk mensen
woninginrichtingsproducten tegen zo laag
mogelijke prijzen, zodat zo veel mogelijk mensen
ze kunnen betalen.”
3
Hoofdstuk 1 – Het concept ‘strategie’ ............................................................................................. 1
Hoofdstuk 2 – Industry analysis ..................................................................................................... 7
Hoofdstuk 3 – Resources & Capabilities ....................................................................................... 17
Hoofdstuk 4 – Competitief voordeel ............................................................................................. 24
Hoofdstuk 5 – Business strategies ................................................................................................ 27
Hoofdstuk 6 – Technologie & innovatie management ..................................................................... 36
Hoofdstuk 7 – Corporate strategies .............................................................................................. 40
Hoofdstuk 8 – Globale strategieën................................................................................................ 51
Hoofdstuk 9 – Strategie realiseren ................................................................................................ 57
Hoofdstuk 10 – Trens in strategisch management ......................................................................... 61
,Hoofdstuk 1 – Het concept ‘strategie’
1. Beschrijf kort de vijf verschillende fasen in de ontwikkeling van het strategisch management
gedurende de voorbije 60 jaar.
1950: Financial budgeting
- Operational budgeting
- DCF (discounted cash flow) budgeting
à Jaar per jaar bekijken, budgetteren op KT, maar droeg niet bij op LT
1960: Corporate planning
- Corporate plans based on medium-term economic forecasts
à Typisch 5-jarige plannen, keken al meer naar economische trends, doelen werden bepaald: waar
willen we staan over 5 jaar.
1970-1980: Emergence of Strategic Management
- Industry analysis and competitive positioning
à Nieuwe macro-economische instabiliteitsperiode (vb oliecrisis) gecombineerd met meer
internationale concurrentie, plannen maken voor 5 jaar werd moeilijk want dat was niet te
voorspellen.
à Verschuiving van nadruk van plannen naar strategievorming.
à Concurrentie werd het centrale kenmerk van de business environment.
à Concurrentievoordeel = primaire doel van de strategie à strategic management.
1990: The quest for Competitive Advantage
- Emphasis on resources and capabilities
- Shareholder value maximalization
- Refocusing, outsourcing, delayering, cost cutting
à Shift van zoeken naar aantrekkelijke markten en gunstige concurrentieposities naar identificeren
hoe je als bedrijf verschilt van je concurrentie op gebied van interne middelen en capaciteiten.
à Strategie ontwikkelen dat deze verschillen uitbuit.
2000-…: Adapting to Turbulence
- Exploiting information and communications technology
- The quest for flexibility and strategic innovation
- Strategic alliances
- Social and environmental responsibility
à De uiteindelijke strategie is meestal een mengvorm van bovenstaande visies.
1
, 2. Verschil tussen corporate strategy en business strategy?
Corporate strategy – ondernemingsstrategie:
- In welke markten/segmenten wil je actief zijn ?
- Wat ga je uitbesteden? Wat doe je zelf?
- Welke geografische markt?
- Verticale integratie of niet?
à C-level
Breed en holistisch – bepaalt in welke markten of industrieën het bedrijf als geheel actief wil zijn
Business strategy – bedrijfsstrategie:
- Hoe gaan we concurreren? Concurrentievoordeel behalen t.o.v. concurrenten?
Specifiek en gefocust – richt zich op hoe binnen een bepaalde markt succesvol te zijn
2
, 3. Leg het verschil uit tussen strategie als ‘positioning’ en strategie als ‘direction’.
à Hoe identificeren we de strategie van een bedrijf?
Strategie als ‘positioning’ (competing for the present):
- Corporate strategy: Where are we competing?
- Business strategy: How are we competing?
Strategie als ‘direction’ (preparing for the future):
- Missie: Waarom bestaan we? à basis statement van het doel van de organisatie
- Visie: Wat willen we worden als bedrijf?
- Performance goals
- Strategy statement: Wat zal ons competitief plan zijn? How will we get there?
o Ontwikkelingsdoelen
o Prioriteiten voor kapitaalinvesteringen
o Groeimodellen, allianties
Missie: Visie:
- Heden/KT - Toekomst/LT
- Wat het bedrijf doet en waarom het - Wat het bedrijf wil bereiken in de
bestaat toekomst
- Concreet en pragmatisch - idealistisch en abstract
vb IKEA: “Het bieden van een breed scala aan vb IKEA: “Een beter dagelijks leven creëren voor
goed ontworpen, functionele zoveel mogelijk mensen
woninginrichtingsproducten tegen zo laag
mogelijke prijzen, zodat zo veel mogelijk mensen
ze kunnen betalen.”
3