Elkind (lagereschoolkind) (p206-207)
- Perceptuele ontwikkeling van het lagereschoolkind
- Onderzoek: visuele taken
o Perceptuele reorganisatie
= mogelijkheid om visueel materiaal in gedachten te
herschikken zodat er nieuwe structuren uit naar voren komen
(zie ppt voor voorbeelden)
o Perceptuele schematisering
= mogelijkheid om zowel het geheel als de afzonderlijke delen
te herkennen in een tekening die uit meerdere delen is
opgebouwd
o Perceptuele exploratie
= mogelijkheid om een complexe figuur/ afbeelding die
meerdere afzonderlijke figuren bevat systematisch en
gedetailleerd te scannen
Piaget
Sensori- Pre-operationele Concreet Formeel
motorisch stadium operationele operationeel
stadium (peuter/kleuter) stadium stadium
(baby) (LSkind) (adolescent)
Peuter/kleuter kan
Baby representaties/voorstell Kind leert Jongere denkt
exploreert en igen maken regels zoals over toekomst
leert conservatie en ’t
omgeving onbekende
kennen
- Cognitivist, constructivist
- Nature – nurture – zelfbepaling
- Onderwijs: actief explorerend leren in een rijk ontwikkelingsmilieu
- Cognitieve structuren/ mentale schema’s
o Onzichtbare hersenprogramma’s
o Software
o Schema lopen, winkelen of dieren
- Doel: zorgen voor een steeds betere aanpassing (adaptatie) tussen
individu en omgeving
o Adaptatie = assimilatie + accommodatie
Assimilatie: Inpassing van de werkelijkheid in de
betaande denkstructuren
Accomomodatie: Aanpassing van de denkstructuren aan
de nieuwe werkelijkheid
Desquilibrium <-> equilibrium
, Baby (p95)
- Handelen is denken/ geen interne denkactiviteiten
- Verschillende fases
o Babyreflexen
o Primaire circulaire reacties (1m)
o Secundaire circulaire reacties (4-8m)
o Intentioneel handelen (8-12m)
o Tertiaire circulaire reacties (1-1,5j)
o Symbolisch denken (1,5j)
- Jonge baby = egocentrisch
o Geen onderscheid tussen zichzelf en omgeving
o Geen splitsing tussen actie en object
o Geen objectpermanentie
0-4m kind zoekt niet naar object dat het niet meer ziet want
dat is weg
- Vanaf 1j
o Beginnend ontstaan van zelfbesef: besef van het zelf als
eenheid en los van de omgeving
o Beginnende objectpermanentie
12-18m: kind zoekt object waar het het zag verdwijnen
Kleuter (p168)
- Verworven denkcapaciteiten
o Geïnterioriseerd experimenteren
o Uitgestelde imitatie van modellen
o Beginnend symbolisch denken – groei fantasie
o Denkvermogen stimuleren
o Voorstelling van het zelf – eigen wil ‘ik ben 2 en ik zeg nee’
o Geheugen ontwikkelen + gebruiken ‘gebruik is nog niet
bewust/ nog niet intentioneel’
o Kind zelfstandigheid geven
o Categoriseren (vormsorteerder)
o Geheugen stimuleren (weghaalspel)
o Preconceptueel denken (2-4j) intuitieve denken (4-7 j)
o Peuter: nog geen abstraheringsproces
overgeneraliseren
overdiscrimineren
Lagereschoolkind (p208-212)
- Cognitieve ontwikkeling
- Denken – concreet voorstelbare situaties
- Gedactenhandelingen probleemoplossend denken stijgt
- Denkfouten verdwijnen
o Reversibel denken
o Meerdere aspecten v/e probleem
o Fixatie op toestand en proces
o Positie van een ander kunnen innemen
- Perceptuele ontwikkeling van het lagereschoolkind
- Onderzoek: visuele taken
o Perceptuele reorganisatie
= mogelijkheid om visueel materiaal in gedachten te
herschikken zodat er nieuwe structuren uit naar voren komen
(zie ppt voor voorbeelden)
o Perceptuele schematisering
= mogelijkheid om zowel het geheel als de afzonderlijke delen
te herkennen in een tekening die uit meerdere delen is
opgebouwd
o Perceptuele exploratie
= mogelijkheid om een complexe figuur/ afbeelding die
meerdere afzonderlijke figuren bevat systematisch en
gedetailleerd te scannen
Piaget
Sensori- Pre-operationele Concreet Formeel
motorisch stadium operationele operationeel
stadium (peuter/kleuter) stadium stadium
(baby) (LSkind) (adolescent)
Peuter/kleuter kan
Baby representaties/voorstell Kind leert Jongere denkt
exploreert en igen maken regels zoals over toekomst
leert conservatie en ’t
omgeving onbekende
kennen
- Cognitivist, constructivist
- Nature – nurture – zelfbepaling
- Onderwijs: actief explorerend leren in een rijk ontwikkelingsmilieu
- Cognitieve structuren/ mentale schema’s
o Onzichtbare hersenprogramma’s
o Software
o Schema lopen, winkelen of dieren
- Doel: zorgen voor een steeds betere aanpassing (adaptatie) tussen
individu en omgeving
o Adaptatie = assimilatie + accommodatie
Assimilatie: Inpassing van de werkelijkheid in de
betaande denkstructuren
Accomomodatie: Aanpassing van de denkstructuren aan
de nieuwe werkelijkheid
Desquilibrium <-> equilibrium
, Baby (p95)
- Handelen is denken/ geen interne denkactiviteiten
- Verschillende fases
o Babyreflexen
o Primaire circulaire reacties (1m)
o Secundaire circulaire reacties (4-8m)
o Intentioneel handelen (8-12m)
o Tertiaire circulaire reacties (1-1,5j)
o Symbolisch denken (1,5j)
- Jonge baby = egocentrisch
o Geen onderscheid tussen zichzelf en omgeving
o Geen splitsing tussen actie en object
o Geen objectpermanentie
0-4m kind zoekt niet naar object dat het niet meer ziet want
dat is weg
- Vanaf 1j
o Beginnend ontstaan van zelfbesef: besef van het zelf als
eenheid en los van de omgeving
o Beginnende objectpermanentie
12-18m: kind zoekt object waar het het zag verdwijnen
Kleuter (p168)
- Verworven denkcapaciteiten
o Geïnterioriseerd experimenteren
o Uitgestelde imitatie van modellen
o Beginnend symbolisch denken – groei fantasie
o Denkvermogen stimuleren
o Voorstelling van het zelf – eigen wil ‘ik ben 2 en ik zeg nee’
o Geheugen ontwikkelen + gebruiken ‘gebruik is nog niet
bewust/ nog niet intentioneel’
o Kind zelfstandigheid geven
o Categoriseren (vormsorteerder)
o Geheugen stimuleren (weghaalspel)
o Preconceptueel denken (2-4j) intuitieve denken (4-7 j)
o Peuter: nog geen abstraheringsproces
overgeneraliseren
overdiscrimineren
Lagereschoolkind (p208-212)
- Cognitieve ontwikkeling
- Denken – concreet voorstelbare situaties
- Gedactenhandelingen probleemoplossend denken stijgt
- Denkfouten verdwijnen
o Reversibel denken
o Meerdere aspecten v/e probleem
o Fixatie op toestand en proces
o Positie van een ander kunnen innemen