Bloed
Bloed:
= maakt deel uit van het cardiovasculaire stelsel
Vormt een systeem voor een snel transport in het lichaam van:
Voedingstoffen
Hormonen
Afvalstoffen
Ademhalingsgassen
Cellen
Warmte
Lichaamsvloeistoffen:
Bloed: in bloedvaten
Weefselvocht: omspoelt de cellen
Lymfe: in lymfevaten
Menselijk lichaam: 60-70% water
65% = intracellulair water
35% = extracellulair water
¼ intravasculaire (bloed of lymfe)
¾ weefselvocht
Water in het bloedplasma is dus maar een klein deel van de totale hoeveelheid water in het
lichaam.
Vorming van weefselvocht en lymfe:
Bloeddruk + colloïd-osmotische druk (COD) -> extracellulair vocht (weefselvocht)
- Capillaire druk
- Capillairwanden semipermeabel
- Resorptie in veneuze vloed en/of lymfestelsel
Uitwisseling in capillaire heeft 4 belangrijke functies:
1) Communicatie
= voortdurend contact tussen bloedplasma en interstitiële vloeistof.
2) Distributie
= versnelling van transport van voedingsstoffen, hormonen en opgeloste gassen door de
weefsels.
3) Transport
1
, = transport van onoplosbare vetten en weefseleiwitten die niet door de capillairwanden heen
kunnen.
4) Afweer
= bacteriële gifstoffen en andere irriterende stoffen wegspoelen naar lymfatische weefsels en
naar organen die een rol spelen bij de afweer tegen ziekten.
Diffusie
Filtratie
Osmose
Bloeddruk perst bloedplasma zonder eiwitten doorheen capillairwand richting cellen in omringende
weefsels.
COD is aanzuigkracht uitgeoefend door plasma-eiwitten die achterblijven in het bloed.
Vorming van weefselvocht:
2
Bloed:
= maakt deel uit van het cardiovasculaire stelsel
Vormt een systeem voor een snel transport in het lichaam van:
Voedingstoffen
Hormonen
Afvalstoffen
Ademhalingsgassen
Cellen
Warmte
Lichaamsvloeistoffen:
Bloed: in bloedvaten
Weefselvocht: omspoelt de cellen
Lymfe: in lymfevaten
Menselijk lichaam: 60-70% water
65% = intracellulair water
35% = extracellulair water
¼ intravasculaire (bloed of lymfe)
¾ weefselvocht
Water in het bloedplasma is dus maar een klein deel van de totale hoeveelheid water in het
lichaam.
Vorming van weefselvocht en lymfe:
Bloeddruk + colloïd-osmotische druk (COD) -> extracellulair vocht (weefselvocht)
- Capillaire druk
- Capillairwanden semipermeabel
- Resorptie in veneuze vloed en/of lymfestelsel
Uitwisseling in capillaire heeft 4 belangrijke functies:
1) Communicatie
= voortdurend contact tussen bloedplasma en interstitiële vloeistof.
2) Distributie
= versnelling van transport van voedingsstoffen, hormonen en opgeloste gassen door de
weefsels.
3) Transport
1
, = transport van onoplosbare vetten en weefseleiwitten die niet door de capillairwanden heen
kunnen.
4) Afweer
= bacteriële gifstoffen en andere irriterende stoffen wegspoelen naar lymfatische weefsels en
naar organen die een rol spelen bij de afweer tegen ziekten.
Diffusie
Filtratie
Osmose
Bloeddruk perst bloedplasma zonder eiwitten doorheen capillairwand richting cellen in omringende
weefsels.
COD is aanzuigkracht uitgeoefend door plasma-eiwitten die achterblijven in het bloed.
Vorming van weefselvocht:
2