Samenvatting - Communicatie

Inhoud
Deel 1 Communicatie.............................................................................................................................2
1. Schriftelijke communicatie..................................................................................................................2
2. Mondelinge communicatie.................................................................................................................5
2.1 Communicatie volgens Watzlawick...............................................................................................5
2.1.1 Eerste Axioma: Communiceren doe je altijd..........................................................................6
2.1.2 Tweede Axioma: Elke boodschap heeft een inhouds- en betrekkingsaspect.........................6
2.1.3 Derde Axioma: Ieder zijn waarheid........................................................................................7
2.1.4 Vierde Axioma: communicatie verloopt analoog en digitaal..................................................7
2.1.5 Vijfde Axioma: Communicatie verloopt symmetrisch of complementair...............................7
2.2 Non- verbale en para verbale communicatie................................................................................8
2.3 conflicthantering/ conflicten en meningsverschillen....................................................................9
3. Effectief en sensitief communiceren.................................................................................................13
Deel 2 professioneel communiceren in de kinderopvang.....................................................................13
1.1 Mondelinge communicatievaardigheden.......................................................................................13
1.1.1 Assertiviteit..............................................................................................................................13
1.1.2 Mening formuleren..................................................................................................................13
1.1.3 Omgaan met gevoelens...........................................................................................................14
1.1.4 Vragen stellen..........................................................................................................................14
1.1.5 Ik – boodschap.........................................................................................................................14
1.1.6 Actief en passief luisteren........................................................................................................14
2. Roos van Leary..................................................................................................................................15
Deel 3 Communicatiemomenten en kanalen in de kinderopvang........................................................16
3.1 momenten en kanalen met de ouders........................................................................................16
3.1.1 communicatiemomenten met ouders.................................................................................16
3.1.2 communicatiekanalen met ouders.......................................................................................16
3.2 momenten en kanalen met het team.........................................................................................17
3.2.1 Communicatiemomenten in team.......................................................................................17
3.2.2 Communicatiekanalen in team................................................................................................18
3.2 Mondelinge communicatie met ouders die anderstalig zijn.......................................................18
3.2.1 Anderstaligen.......................................................................................................................18
......................................................................................................................................................18
3.2.2 Laaggeletterdheid................................................................................................................19

, Communicatie
Deel 1 Communicatie
1. Schriftelijke communicatie

Waarom is helder schrijver als pedagogisch ondersteuner belangrijk?
Professionele communicatie
Imago – vertrouwensband, mensen die niet goed zijn in spelling zijn niet per se niet te vertrouwen
Anderstalige ouders (grote variatie bij de kinderen)


Hoe schrijf ik helder?

Tijdens Na
Voor
Schriftelijk of Structuur Nalezen!
mondeling? Formulering
Doel? Correct
Doelgroep? taalgebruik
Middel?
Toon?




Voor je schrijft….
1) Kies schriftelijk of mondelinge communicatie
Schriftelijke communicatie
- Verloopt trager
- Analoge aspecten vallen weg: mimiek, lichaamshouding, stemgebruik. Wel mogelijk
via lay- out, kleuren, papierkeuze, taalgebruik, spelfouten, foto´s.
- Minder geschikt om emoties over te brengen of gevoelige onderwerpen


Mondelinge communicatie
- Sneller
- Transparanter met emoties


2) bepaal je het DOEL van je tekst

, - Informeren
- Uitnodigen
- Verwittigen


3) denk ja na over DE INHOUD van je boodschap
- Wie, wat, waarom, wanneer, hoe
4) zet de kenmerken van je DOELGROEP op een rij
- Taalniveau van de lezer
- Opleidingsniveau
- Hoeveel tijd heeft de lezer
- Houding tegenover het onderwerp
- Welke relatie heb ik tot mijn lezer
- Wat weten ze al


5) Bedenk je welke TOON je wil hanteren
- Formeel
- Ernstig
- Streng
- Informeel
- Geheimzinnig
- Grappig
Wij streven naar professioneel – zakelijk
Kenmerken:
- Je blijft bij de zaak
- Je schrijft slank
- Je let op met humor
- Geen beeldspraak of woordspelingen gebruiken



Voor Na
Tijdens
Schriftelijk of Structuur Nalezen!
mondeling? Formulering
Middel? Correct
Doelgroep? taalgebruik
Toon?




Tijdens het schrijven…