Ergotherapie bij
reumatische
aandoeningen
1
, Ergotherapie
1. Wat is ergotherapie?
Personen v alle leeftijdsfasen
Terugwinnen, verbeteren en/of in stand houden v activiteiten
Functioneren
Leer-, leef-, werk- en ontspanningssituatie
Vb: Kan niet meer stappen door dwarslaesie => wat moet P het meest kunnen om goed te
functioneren in het dagelijks leven
2. Activiteit occupatie
3 grote gebieden:
- Persoon: met bagages en mogelijkheden (wat kan hij en wat niet)
- Omgeving: Rolstoeltoegankelijk of niet?
- Activiteit: wat P doet
Staan in relatie met elkaar
Performantievermogen= mate waarin persoon activiteit kan uitvoeren
Verschuift => minder makkelijk om zaken uit te voeren
Occupatie= het betekenisvolle handelen vd persoon
Meest ideale situatie: ideale persoon, ideale activiteit en ideale omgeving nodig
Persoon kan volgens eigen middelen deelnemen aan activiteit in omgeving
Niet evident: bij persoon met beperking:
vaak stukje van persoon aangetast
activiteit kan niet goed uitgevoerd worden zoals in ideale situatie
omgeving ook niet altijd toegankelijk
3. Participatie
ICF-model: focus op luik ‘participatie’
Betrokkenheid in levenssituatie
alle situaties waar jij (als student) aan deelneemt
Vb: op restaurant gaan en wijntje drinken, festival, reisen, op stap met de fiets
Stukje uitkomst van revalidatie
Iemand leren stappen met als doel om op einde van de rit zo goed mogelijk deel te
nemen aan maatschappij
2
reumatische
aandoeningen
1
, Ergotherapie
1. Wat is ergotherapie?
Personen v alle leeftijdsfasen
Terugwinnen, verbeteren en/of in stand houden v activiteiten
Functioneren
Leer-, leef-, werk- en ontspanningssituatie
Vb: Kan niet meer stappen door dwarslaesie => wat moet P het meest kunnen om goed te
functioneren in het dagelijks leven
2. Activiteit occupatie
3 grote gebieden:
- Persoon: met bagages en mogelijkheden (wat kan hij en wat niet)
- Omgeving: Rolstoeltoegankelijk of niet?
- Activiteit: wat P doet
Staan in relatie met elkaar
Performantievermogen= mate waarin persoon activiteit kan uitvoeren
Verschuift => minder makkelijk om zaken uit te voeren
Occupatie= het betekenisvolle handelen vd persoon
Meest ideale situatie: ideale persoon, ideale activiteit en ideale omgeving nodig
Persoon kan volgens eigen middelen deelnemen aan activiteit in omgeving
Niet evident: bij persoon met beperking:
vaak stukje van persoon aangetast
activiteit kan niet goed uitgevoerd worden zoals in ideale situatie
omgeving ook niet altijd toegankelijk
3. Participatie
ICF-model: focus op luik ‘participatie’
Betrokkenheid in levenssituatie
alle situaties waar jij (als student) aan deelneemt
Vb: op restaurant gaan en wijntje drinken, festival, reisen, op stap met de fiets
Stukje uitkomst van revalidatie
Iemand leren stappen met als doel om op einde van de rit zo goed mogelijk deel te
nemen aan maatschappij
2