Verdieping kritieke zorgen
ECMO en Meetschalen – Kristof Vyvey
1 ECMO
1.1 Inleiding
ECMO/Extracorporele membraanoxygenatie
Aanvankelijk om langdurig het bloed van O2 te kunnen voorzien
Later ook voor CO2-verwijdering
Vervolgens vaak als post-op ondersteuning na hartchirurgie (“Hart-long machine”)
Speciaal opgeleid vpk: perfusionist
Nieuwere term doorheen de jaren:
ECLS/Extracorporele levensondersteuning: belangrijk instrument van levens- en orgaan ondersteunende
maatregelen
1.2 Wat is ECMO?”
“Buiten het lichaam toedienen van O2 via een membraan”
Veneus bloed >> via kunstmatig membraan >> Geoxygeneerd + co2 weg >> O2 rijk bloed terug naar de pt
Pulmonale en/of cardiale ondersteuning aan pt met ernstig cardiaal en/of pulmonaal lijden
1.3 Soorten ECMO?
VV-ECMO
veno-veneuze ECMO
Reeds beademde patiënt met ernstige hypercapnische of hypoxische problemen
Respiratoire ECMO (~ kunstlong)
+++ gebruikte tijdens de covid periode
Alle organen worden van dezelfde zuurstofbevoorrading voorzien
Duidelijk kleurverschil in het bloed te zien (donkerrood voor membraanoxygenatie)
Indicatie:
1) ARDS (acute respiratory distress syndrome) = falende longen
P/F ratio bepalen adhv bloedgasanalyse = PaO2 en Fio2
o PaO2: 75-100mmHg
o Fi02: 21% in de omgeving (0,21); vb. 90% bij een beademde pt (0,9)
Waarden analyseren
o P/F ratio normaal: 452
o Milde ARDS: 200-300
o Matige ARDS: <200
o Ernstige ARDS: <100
2) Hypoxische respiratoire insufficiëntie = uitgesproken zuurstoftekort
Voornamelijk veroorzaakt door een ventilatie/perfusie mismatch (V/Q)
o Normaal 1/1
o Slechte perfusie <1
Plaatsingsmethodes:
, Twee canule methode Een canule methode
2 canules veneus geplaatst (dubbele canulatie) 1 canule (dubbellumenkatheter!)
- Drainage: v. femoralis Plaatsing via vena jugularis
- O2 rijk terug geven: v. jugularis (voor RV) - Bloed ontnomen thv v. cava superior
- O2 rijk terug geven: vlak voor RV
Bij plaatsing doorgeschoven tot in v. cava Voorkeur bij neonatale en pediatrische respiratoire ECMO
Controle positie met RX thorax Minder bij volwassenen omwille van
- Hun te grote bloedflow
- De smalle canules
VA-ECMO
Veno-arteriële ECMO
Ondersteuning hart OF hart & longen
Onafhankelijk vd pompfunctie vh hart
Bloed ontnemen via veneuze weg
O2 rijk bloed terug in het arteriële systeem
+++ kans complicaties// door arteriële toegang
Indicatie:
1) Lage CO en hypotensie met sys RR <90 mmHg, ondanks gebruik hoge dosis inotropie
Bij cardiogene shock met myocarddisfunctie
CO of HMW = slagvolume x frequentie
Cardiomyopathie tgv sepsis
+/- 4-8L/min
Pulmonale hypertensie met RV-falen
2) In afwachting van harttransplantatie
Aandachtspunten:
Vooral bij een hart dat nog weinig doet
Voorwaarde: aortaklep moet nog openen en sluiten – coronairen moeten zich kunnen vullen
o Nog een zekere golving op arteriële drukcurve// aortaklep ok
o Sowieso wel al een vlakker verloop dan normaal
Onvoldoende opengaande aortaklep =
o Instellen lagere bloedflow, opdrijven inotropie, gebruik IABP, plaatsen Impella
Plaatsingsmethodes:
ECMO en Meetschalen – Kristof Vyvey
1 ECMO
1.1 Inleiding
ECMO/Extracorporele membraanoxygenatie
Aanvankelijk om langdurig het bloed van O2 te kunnen voorzien
Later ook voor CO2-verwijdering
Vervolgens vaak als post-op ondersteuning na hartchirurgie (“Hart-long machine”)
Speciaal opgeleid vpk: perfusionist
Nieuwere term doorheen de jaren:
ECLS/Extracorporele levensondersteuning: belangrijk instrument van levens- en orgaan ondersteunende
maatregelen
1.2 Wat is ECMO?”
“Buiten het lichaam toedienen van O2 via een membraan”
Veneus bloed >> via kunstmatig membraan >> Geoxygeneerd + co2 weg >> O2 rijk bloed terug naar de pt
Pulmonale en/of cardiale ondersteuning aan pt met ernstig cardiaal en/of pulmonaal lijden
1.3 Soorten ECMO?
VV-ECMO
veno-veneuze ECMO
Reeds beademde patiënt met ernstige hypercapnische of hypoxische problemen
Respiratoire ECMO (~ kunstlong)
+++ gebruikte tijdens de covid periode
Alle organen worden van dezelfde zuurstofbevoorrading voorzien
Duidelijk kleurverschil in het bloed te zien (donkerrood voor membraanoxygenatie)
Indicatie:
1) ARDS (acute respiratory distress syndrome) = falende longen
P/F ratio bepalen adhv bloedgasanalyse = PaO2 en Fio2
o PaO2: 75-100mmHg
o Fi02: 21% in de omgeving (0,21); vb. 90% bij een beademde pt (0,9)
Waarden analyseren
o P/F ratio normaal: 452
o Milde ARDS: 200-300
o Matige ARDS: <200
o Ernstige ARDS: <100
2) Hypoxische respiratoire insufficiëntie = uitgesproken zuurstoftekort
Voornamelijk veroorzaakt door een ventilatie/perfusie mismatch (V/Q)
o Normaal 1/1
o Slechte perfusie <1
Plaatsingsmethodes:
, Twee canule methode Een canule methode
2 canules veneus geplaatst (dubbele canulatie) 1 canule (dubbellumenkatheter!)
- Drainage: v. femoralis Plaatsing via vena jugularis
- O2 rijk terug geven: v. jugularis (voor RV) - Bloed ontnomen thv v. cava superior
- O2 rijk terug geven: vlak voor RV
Bij plaatsing doorgeschoven tot in v. cava Voorkeur bij neonatale en pediatrische respiratoire ECMO
Controle positie met RX thorax Minder bij volwassenen omwille van
- Hun te grote bloedflow
- De smalle canules
VA-ECMO
Veno-arteriële ECMO
Ondersteuning hart OF hart & longen
Onafhankelijk vd pompfunctie vh hart
Bloed ontnemen via veneuze weg
O2 rijk bloed terug in het arteriële systeem
+++ kans complicaties// door arteriële toegang
Indicatie:
1) Lage CO en hypotensie met sys RR <90 mmHg, ondanks gebruik hoge dosis inotropie
Bij cardiogene shock met myocarddisfunctie
CO of HMW = slagvolume x frequentie
Cardiomyopathie tgv sepsis
+/- 4-8L/min
Pulmonale hypertensie met RV-falen
2) In afwachting van harttransplantatie
Aandachtspunten:
Vooral bij een hart dat nog weinig doet
Voorwaarde: aortaklep moet nog openen en sluiten – coronairen moeten zich kunnen vullen
o Nog een zekere golving op arteriële drukcurve// aortaklep ok
o Sowieso wel al een vlakker verloop dan normaal
Onvoldoende opengaande aortaklep =
o Instellen lagere bloedflow, opdrijven inotropie, gebruik IABP, plaatsen Impella
Plaatsingsmethodes: