Betontechnologie
Examen
Labo = 45% permanente evaluatie
Theorie = 55% examen, gesloten boek
33% module examen
67% januari examen
K – kennisvragen:
- gesloten, korte vragen: 4*1p = 4p
- open, lange vragen: 3*2p = 6p
V – verbanden kunnen leggen: 2*3p = 6p
I – inzichtvragen (casus voorstellen): 1*4p = 4p
Hoofdstuk 1 t.e.m. 9 niet meer actief gevraagd op examen januari
Hoofdstuk 1: wat is beton?
Cement is een hydraulisch bindmiddel
Cement + water = hydraulische reactie
Zand en grind = inerte materialen ( reageert niet, geen chemische reactie)
Bestanddelen beton:
- grind (41%)
- zand (25%)
- water (18%)
- cement (10%)
- lucht? (6%)
Voordelen beton:
- vervormbaar
- vuurvast
- geschikt voor waterdichte constructies
- kan veel drukkrachten opnemen
Nadelen beton:
- moet getrild worden, anders komt er lucht in
- geen slanke constructies mogelijk
- zware bekisting
- slechte wapening beton word aangetast
Gewicht beton:
Gewapend beton: 2500kg/m³
Ongewapend beton: 2400kg/m³
Natuurlijk cement= vulkanisch as + vette kalk puzzolaancement
Prestaties van beton
Constructie-eisen (verhard beton):
sterkteklasse (druksterkte, C25/30)
gebruiksdomein (gewapend(GB), ongewapend(OB) of voorgespannen
beton(VB)
, omgevingsklasse: omgeving waaraan het beton zal worden blootgesteld
o zie formularium
uitvoeringseisen (vers beton)
consistentieklasse ( hoe vloeibaar)
max. korreldiameter (zo groot mogelijk, maar klein genoeg om wapening
te omhullen + optimaal te verdichten)
evt. aanvullende eisen
ontwerpfase: stabiliteitsingenieur bepaalt eisen verhard beton lastenboek
aanbestedingsfase: aannemer bepaalt bijkomende eisen vers beton
uitvoeringsfase: betontechnoloog berekent samenstelling o.b.v. bestelling
aannemer en ingenieur controleert kwaliteit van verhard beton.
Hoofdstuk 2: de productie van cement
Cement is een hydraulisch bindmiddel
Hydraulisch= reageert met water
Bindmiddel= bindt de inerte materialen aan elkaar
Portlandklinker: geeft een hydraulische hydratatie reactie, belangrijkste
bouwsteen voor meeste cementen, bestaat uit:
Calciumoxide
Siliciumoxide
Aluminiumoxide
Ijzeroxide
Hoogovenslak: restproduct dat in hoogoven overblijft bij productie van ijzer;
reageert latent hydraulisch, activator voor nodig= CEMI, bestaat uit:
Calciumoxide
Siliciumoxide
Aluminiumoxide
Magnesiumoxide
Vliegas: restproduct dat ontstaat bij verbranding van poederkool in een
elektriciteitscentrale, is een puzzolane stof: reageert niet met water, wel met kalk
als er water aanwezig is; zeer fijn poeder
Naamgeving van cement:
De cementsoort
o CEMI: Portlandcement
o CEMII: samengesteld portlandcement
o CEMIII: hoogovencement
o CEMIV: Puzzolaancement
, o CEMV: composietcement
Het klinkergehalte
o CEMIII/A: bevat 35 à 65% klinker
o CEMIII/B: bevat 20 à 44% klinker
o CEMIII/C: bevat 5 à 9% klinker
De hoofdbestanddelen
o S: hoogovenslak: latent hydraulisch
o D: microsilica: puzzolaan
o P: natuurlijk puzzolaan: puzzolaan
o V: siliciumhoudend vliegas: puzzolaan
o W: calciumhoudend vliegas: puzzolaan
o T: gebrande leisteen: puzzolaan
o L, LL: kalksteen: inert
o M: mengeling van bovenstaande stoffen
Sterkteklasse (hoe lager het getal hoe minder sterk)
o 32.5MPa
o 42.5 MPa
o 52.5 MPa
Sterkteontwikkeling (op jonge ouderdom)
o L: langzaam
o N: normaal
o R: hoge sterkte na 2 dagen (rapid)
Fijner gemalen cement creëert een grotere oppervlak dat in contact komt met
water waardoor de hydraulische reactie sneller verloopt en er een hogere
sterkteklasse is (specifieke oppervlakte is de oppervlakte die je hebt)
Druksterkte van beton word uitgedrukt in N/mm² of MPa
Hoofdstuk 3: cementsoorten
1. Portlandcement CEM I (hydraulische reactie)
CEM I = samengesteld uit: gemalen Portlandklinker en een toeslag van
calciumsulfaat
Doel:
- Bindtijd van cement regelen
- Voorkomen dat cement direct met water reageert tot een onverwerkbaar
geheel
- Aannemer voldoende tijd geven om beton te verwerken
Hoofdbestanddelen:
Calciumoxide
Siliciumoxide
Aluminiumoxide
Ijzeroxide
, 2. Samengesteld Portlandcement CEM II
Gedeelte van Portlandklinker vervangen door kalksteen, vliegas en mengeling
Vliegaspuzzolane eigenschappen levert bijdrage aan de sterkteopbouw
Sterkteontwikkeling: verloopt de eerste uren langzamer dan bij een CEM I, maar
heeft dezelfde eindsterkte
Beton ontwikkeld hierdoor ook langzamer warmte grote
betonconstructies
- Langzame sterkteopbouw
- Lange verwerkingstijd
- Veelzijdig toepasbaar
- Betonwerk onder normale omstandigheden
o Gebruikelijke wachttijd voor ontkisten
o Normale omgevingstemperatuur
o Niet- agressieve omgeving
o Bouwwerken van normale omgang
3. Hoogovencement CEM III
Deel van klinker word vervangen door hoogovenslak
- Geen onderscheid in eindsterkte met CEM I, maar tragere binding dan CEM
I
- Tragere sterkteontwikkeling langer nabehandelen om uitdrogen te
vermijden
- Minder warmte ontwikkeld tijdens de uitharding
- Betere weerstand tegen chemische aantasting van sulfaten, zeewater,
agressief grondwater .. -->hoge duurzaamheid
- Beton met CEM III heeft een typische blauwe kleur bij ontkisten
- Latent hydraulisch wanneer geen hoge aanvangsstrekte of snelle
ontkisting nodig zijn
- Lagere warmteontwikkeling ideaal voor massabeton, schraal beton of
stabilisé
- Duurzaam geschikt in agressieve milieus
- Dichte cementsteen porieën = minder sterk beton, verbindingen van
porieën zijn capilaïren, capilaïren : snelweg naar onderwereld; onderwerld:
sulfaataantasting en alkasilicareactie (ASR)
4. Speciale cementsoorten
- HSR-cement (High Sulphate Resistant): bestand tegen sulfaten (zouten)
o Hoogovencement: hoge slakgehalte per definitie HSR-cementen,
slakken zorgen voor een hoge dichtheid van de cementsteen
moeilijk voor sulfaten om binnen te dringen in beton
o Garanderen dat beton bestand is tegen agressieve stoffen door:
Hoge dichtheid van beton te bekomen
Lage WC factor
Goede verdichting
- LA (Low Alcali): cement met laag alkaliegehalte
o Alkali-Silica reactie (ASR):
o Toepassing:
Examen
Labo = 45% permanente evaluatie
Theorie = 55% examen, gesloten boek
33% module examen
67% januari examen
K – kennisvragen:
- gesloten, korte vragen: 4*1p = 4p
- open, lange vragen: 3*2p = 6p
V – verbanden kunnen leggen: 2*3p = 6p
I – inzichtvragen (casus voorstellen): 1*4p = 4p
Hoofdstuk 1 t.e.m. 9 niet meer actief gevraagd op examen januari
Hoofdstuk 1: wat is beton?
Cement is een hydraulisch bindmiddel
Cement + water = hydraulische reactie
Zand en grind = inerte materialen ( reageert niet, geen chemische reactie)
Bestanddelen beton:
- grind (41%)
- zand (25%)
- water (18%)
- cement (10%)
- lucht? (6%)
Voordelen beton:
- vervormbaar
- vuurvast
- geschikt voor waterdichte constructies
- kan veel drukkrachten opnemen
Nadelen beton:
- moet getrild worden, anders komt er lucht in
- geen slanke constructies mogelijk
- zware bekisting
- slechte wapening beton word aangetast
Gewicht beton:
Gewapend beton: 2500kg/m³
Ongewapend beton: 2400kg/m³
Natuurlijk cement= vulkanisch as + vette kalk puzzolaancement
Prestaties van beton
Constructie-eisen (verhard beton):
sterkteklasse (druksterkte, C25/30)
gebruiksdomein (gewapend(GB), ongewapend(OB) of voorgespannen
beton(VB)
, omgevingsklasse: omgeving waaraan het beton zal worden blootgesteld
o zie formularium
uitvoeringseisen (vers beton)
consistentieklasse ( hoe vloeibaar)
max. korreldiameter (zo groot mogelijk, maar klein genoeg om wapening
te omhullen + optimaal te verdichten)
evt. aanvullende eisen
ontwerpfase: stabiliteitsingenieur bepaalt eisen verhard beton lastenboek
aanbestedingsfase: aannemer bepaalt bijkomende eisen vers beton
uitvoeringsfase: betontechnoloog berekent samenstelling o.b.v. bestelling
aannemer en ingenieur controleert kwaliteit van verhard beton.
Hoofdstuk 2: de productie van cement
Cement is een hydraulisch bindmiddel
Hydraulisch= reageert met water
Bindmiddel= bindt de inerte materialen aan elkaar
Portlandklinker: geeft een hydraulische hydratatie reactie, belangrijkste
bouwsteen voor meeste cementen, bestaat uit:
Calciumoxide
Siliciumoxide
Aluminiumoxide
Ijzeroxide
Hoogovenslak: restproduct dat in hoogoven overblijft bij productie van ijzer;
reageert latent hydraulisch, activator voor nodig= CEMI, bestaat uit:
Calciumoxide
Siliciumoxide
Aluminiumoxide
Magnesiumoxide
Vliegas: restproduct dat ontstaat bij verbranding van poederkool in een
elektriciteitscentrale, is een puzzolane stof: reageert niet met water, wel met kalk
als er water aanwezig is; zeer fijn poeder
Naamgeving van cement:
De cementsoort
o CEMI: Portlandcement
o CEMII: samengesteld portlandcement
o CEMIII: hoogovencement
o CEMIV: Puzzolaancement
, o CEMV: composietcement
Het klinkergehalte
o CEMIII/A: bevat 35 à 65% klinker
o CEMIII/B: bevat 20 à 44% klinker
o CEMIII/C: bevat 5 à 9% klinker
De hoofdbestanddelen
o S: hoogovenslak: latent hydraulisch
o D: microsilica: puzzolaan
o P: natuurlijk puzzolaan: puzzolaan
o V: siliciumhoudend vliegas: puzzolaan
o W: calciumhoudend vliegas: puzzolaan
o T: gebrande leisteen: puzzolaan
o L, LL: kalksteen: inert
o M: mengeling van bovenstaande stoffen
Sterkteklasse (hoe lager het getal hoe minder sterk)
o 32.5MPa
o 42.5 MPa
o 52.5 MPa
Sterkteontwikkeling (op jonge ouderdom)
o L: langzaam
o N: normaal
o R: hoge sterkte na 2 dagen (rapid)
Fijner gemalen cement creëert een grotere oppervlak dat in contact komt met
water waardoor de hydraulische reactie sneller verloopt en er een hogere
sterkteklasse is (specifieke oppervlakte is de oppervlakte die je hebt)
Druksterkte van beton word uitgedrukt in N/mm² of MPa
Hoofdstuk 3: cementsoorten
1. Portlandcement CEM I (hydraulische reactie)
CEM I = samengesteld uit: gemalen Portlandklinker en een toeslag van
calciumsulfaat
Doel:
- Bindtijd van cement regelen
- Voorkomen dat cement direct met water reageert tot een onverwerkbaar
geheel
- Aannemer voldoende tijd geven om beton te verwerken
Hoofdbestanddelen:
Calciumoxide
Siliciumoxide
Aluminiumoxide
Ijzeroxide
, 2. Samengesteld Portlandcement CEM II
Gedeelte van Portlandklinker vervangen door kalksteen, vliegas en mengeling
Vliegaspuzzolane eigenschappen levert bijdrage aan de sterkteopbouw
Sterkteontwikkeling: verloopt de eerste uren langzamer dan bij een CEM I, maar
heeft dezelfde eindsterkte
Beton ontwikkeld hierdoor ook langzamer warmte grote
betonconstructies
- Langzame sterkteopbouw
- Lange verwerkingstijd
- Veelzijdig toepasbaar
- Betonwerk onder normale omstandigheden
o Gebruikelijke wachttijd voor ontkisten
o Normale omgevingstemperatuur
o Niet- agressieve omgeving
o Bouwwerken van normale omgang
3. Hoogovencement CEM III
Deel van klinker word vervangen door hoogovenslak
- Geen onderscheid in eindsterkte met CEM I, maar tragere binding dan CEM
I
- Tragere sterkteontwikkeling langer nabehandelen om uitdrogen te
vermijden
- Minder warmte ontwikkeld tijdens de uitharding
- Betere weerstand tegen chemische aantasting van sulfaten, zeewater,
agressief grondwater .. -->hoge duurzaamheid
- Beton met CEM III heeft een typische blauwe kleur bij ontkisten
- Latent hydraulisch wanneer geen hoge aanvangsstrekte of snelle
ontkisting nodig zijn
- Lagere warmteontwikkeling ideaal voor massabeton, schraal beton of
stabilisé
- Duurzaam geschikt in agressieve milieus
- Dichte cementsteen porieën = minder sterk beton, verbindingen van
porieën zijn capilaïren, capilaïren : snelweg naar onderwereld; onderwerld:
sulfaataantasting en alkasilicareactie (ASR)
4. Speciale cementsoorten
- HSR-cement (High Sulphate Resistant): bestand tegen sulfaten (zouten)
o Hoogovencement: hoge slakgehalte per definitie HSR-cementen,
slakken zorgen voor een hoge dichtheid van de cementsteen
moeilijk voor sulfaten om binnen te dringen in beton
o Garanderen dat beton bestand is tegen agressieve stoffen door:
Hoge dichtheid van beton te bekomen
Lage WC factor
Goede verdichting
- LA (Low Alcali): cement met laag alkaliegehalte
o Alkali-Silica reactie (ASR):
o Toepassing: