Samenvatting - Ruimtelijk beleid en planning 2 Punt: 18/20

Ruimtelijk beleid en planning 2 23-24

Hoe is het zover gekomen?
-wetgeving laat ontstaan (1962)
Vroeger: had grond -> kon er vrij op bouwen
nu: wetgeving, vergunning nodig

Planningsinstrumenten

Jaren 1990:
-steden waren verlaten (stadsvlucht)
-> bieden te veel aan => leuk maar niet om te wonen
-> functies scheiden
-> lintbebouwing en inname open ruimte
=> trendbreuk nodig

Trendbreuk: nood aanmeer structureel en toekomstgericht beleid
Trendbreuk 1: Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen = RSV (1997)
=eerste algemene ruimtelijke visie met actieplan voor Vlaanderen
-waarom: om stadsvlucht tegen te gaan
-uitgangspunt ‘Vlaanderen open en stedelijk’
=> doorheen de jaren is de scheiding tussen stad en platteland vervaagd.
De overheid wilt het stedelijk weefsel herwaarderen en openbare ruimte
maximaliseren (meer in steden bouwen en minder op platteland)
kenmerken:
-sturend, pro-actief beleid
-duidelijke visie op lange termijn
-duidelijk actieplan op korte termijn

Stadsprojecten als ruimtelijk instrument

=> Trendbreuk 1 bestaat al meer dan 20 jaar, tijd voor actualisering en herbronning
-stadsvlucht niet helemaal weg
-nieuwe uitdagingen
-inname open ruimte op platte land daalt niet meer zoveel

Trendbeuk 2: Beleidsplan Ruimte Vlaanderen (BRV)
= actualisering en herbronning van Ruimtelijk structuurplan Vlaanderen
-biedt antwoorden op nieuwe uitdagingen (bv. betonstop)
-steden aantrekkelijker maken om stadsvlucht tegen te gaan
-toename ruimtebeslag verminderen
Ruimtebeslag
=ruimte die gebruikt worden door mensen (gebouwen, ook landbouw,…)
Betonstop: tegen 2040 geen ruimtebeslag meer bijkomen
=> betonstop heeft omgekeerd effect, iedereen weet dat deze eraan komt dus begint alles vol te
bouwen

Doel van ruimtelijke structuurplannen en ruimtelijke beleidsplannen
-lange termijnvisie vastleggen
-acties vastleggen om visie te realiseren
-niet bindend voor burger (wel voor overheid)

, Ruimtelijke beleidsplannen en VCRO
Vlaamse Codex ruimtelijke ordening (VCRO) = bundeling van wetgeving over ruimtelijke ordening

HOOFDSTUK I Doelstellingen en begrippen
Doelstellingen van Ruimtelijke ordening Art 1.1.3 VCRO
3 instrumenten
- structuurplannen of ruimtelijke beleidsplannen
- ruimtelijke uitvoeringsplannen
- verordeningen

Waarop is Ruimtelijke ordening gericht Art 1.1.4 VCRO
-duurzame ontwikkeling
=> duurzamer (ook in architectuur): zonnepanelen, robuuste gebouwen,
slimmere plannen,…
-maatschappelijke activiteiten
=> afwegen van activiteiten, allemaal samen ruimte delen
bv. Boerenprotesten: boeren willen meer geld, waardoor mensen moeten boeten
Adviesorganen
= Deze mensen vertegenwoordigen de mensen/maatschappij
-verplicht een advies raad hebben per gemeente en per provincie
-PROCORO
-GECORO = gemeentelijke commissie voor ruimtelijke ordening Art 1.3.3 VCRO
niet toegelaten: ambtenaren van die gemeente en politiekers
Samenstelling GECORO Antwerpen
-vertegenwoordigers van de bevolking: -deskundige
-bedrijfswereld - sociale huisvesting weet wat leeft in de
stad + ervaring
-Milieubeweging - werknemers
-onderwijs - winkelstraten en middenstand
-Opbouwwerk
Adviezen:
-niet-bindend
-moet gemotiveerd zijn
Ambtenaren van ruimtelijke ordening
1) Omgevingsambtenaren
opdracht:
1. voorbereiden beoordeling van omgevingsvergunningen
2. Begeleiden van opmaak van ruimtelijke plannen
2) Ruimtelijke planners
-opmaak van ruimtelijk beleidsplan
-opmaak van uitvoeringsplan