Vastgoedeconomie
1
,2
Alternatief Micro-economie
Aanwendbaar Meerdere combinaties mogelijk Niveau binnen de economie dat betrekking
met de beschikbare middelen. heeft op alles wat zich afspeelt bij
individuele consumenten en bedrijven.
Behoefte
Menselijk verlangen waaraan voldaan wordt Nutsmaximalisatie
door de beschikking over schaarse goederen Met de beschikbare middelen combinaties
en diensten. maken die maximaal nut opleveren.
Collectieve behoefte Onstoffelijke behoefte
Behoefte die we allemaal nodig hebben en die Immateriële behoefte, zoals dienstverlening.
we individueel niet kunnen invullen. Primaire behoefte Elementaire behoefte, zoals
voedsel.
Consumentenhuishouding
In economie ander woord voor gezin. Schaarste
Spanning tussen de behoeften enerzijds en de
Economie beschikbare middelen anderzijds.
Huishoudkunde.
Secundaire behoefte
Indicatoren Niet direct noodzakelijke goederen, zoals luxe
Factoren die de stand van de economie in een goederen.
land meetbaar maken.
Stoffelijke behoefte
Individuele behoefte Tastbare behoefte, zoals auto.
Eigen behoefte, die ieder voor zich kan
invullen. Welstand
Persoonlijke voorspoed.
Inkomen
Stroom van verworven koopkracht zonder in Welvaart
te teren. Mate waarin de spanning tussen behoeften en
beperkte middelen is opgeheven.
Macro-economie
Niveau binnen de economie dat betrekking Welzijn
heeft op productie, consumptie en Mate van de bevrediging van behoeften die
overheidsgedrag van een land als geheel. niet afhankelijk zijn van schaars beschikbare
middelen.
Maximale behoeftebevrediging
Het maken van keuzes uit diverse
alternatieven die beperkt beschikbaar zijn.
Meso-economie
Niveau, het middenniveau, binnen de
economie dat betrekking heeft op de
economische processen in de bedrijfstak
waarin bedrijven opereren.
, 3
In dit hoofdstuk hebben we kennis gemaakt met enkele inleidende begrippen van de economie. Veel
voorkomende begrippen in de economie zijn:
❖ Schaarste;
❖ Behoeften: individuele en collectieve behoeften;
❖ Nutsmaximalisatie;
❖ Welvaart;
❖ Productiefactoren;
❖ Macro-, Meso- en Micro-economie;
❖ Economische orde.
De economische orde van een land zegt ons iets over de wijze waarop het economisch verkeer plaatsvindt.
Hier onderscheiden we 3 vormen:
❖ Centraal geleide planeconomie. In deze vorm is de planning van aanbod geheel gereguleerd door de
centrale overheid;
❖ Vrijemarkteconomie. In deze vorm is het alloceren van productiefactoren geheel overgelaten aan de vrije
markt, dus aanbieders en consumenten bepalen gezamenlijk waar behoefte aan is en wat er wordt
geproduceerd en afgenomen;
❖ Georiënteerde markteconomie. Deze vorm vinden we veel in westerse landen en houdt het midden
tussen de planeconomie en de vrijemarkteconomie. Het vrijemarktmechanisme speelt een belangrijke
rol, maar de overheid heeft hierin een nadrukkelijk regulerende rol.
Binnen de economie kennen we drie sectoren:
❖ Macro-economie: de economische processen binnen een land als geheel;
❖ Meso-economie: economische processen op bedrijfstakniveau;
❖ Micro-economie: economische processen op het individuele niveau van de consument en/of het bedrijf.
Binnen de economie hebben we te maken met grensgebieden die de economische wetenschap niet
onderzoekt, de data van de economie:
❖ De behoeften schema’s van de consumenten;
❖ De beschikbare hoeveelheden en kwaliteiten van de productiefactoren;
❖ De juridische en sociale organisatie/ordening van de maatschappij;
❖ De stand van de technische kennis;
❖ Omvang van de beroepsbevolking.
De stand van de economie kunnen we via indicatoren meetbaar maken. Er zijn twee soorten indicatoren:
❖ Binnenlandse indicatoren;
❖ Buitenlandse indicatoren.
1
,2
Alternatief Micro-economie
Aanwendbaar Meerdere combinaties mogelijk Niveau binnen de economie dat betrekking
met de beschikbare middelen. heeft op alles wat zich afspeelt bij
individuele consumenten en bedrijven.
Behoefte
Menselijk verlangen waaraan voldaan wordt Nutsmaximalisatie
door de beschikking over schaarse goederen Met de beschikbare middelen combinaties
en diensten. maken die maximaal nut opleveren.
Collectieve behoefte Onstoffelijke behoefte
Behoefte die we allemaal nodig hebben en die Immateriële behoefte, zoals dienstverlening.
we individueel niet kunnen invullen. Primaire behoefte Elementaire behoefte, zoals
voedsel.
Consumentenhuishouding
In economie ander woord voor gezin. Schaarste
Spanning tussen de behoeften enerzijds en de
Economie beschikbare middelen anderzijds.
Huishoudkunde.
Secundaire behoefte
Indicatoren Niet direct noodzakelijke goederen, zoals luxe
Factoren die de stand van de economie in een goederen.
land meetbaar maken.
Stoffelijke behoefte
Individuele behoefte Tastbare behoefte, zoals auto.
Eigen behoefte, die ieder voor zich kan
invullen. Welstand
Persoonlijke voorspoed.
Inkomen
Stroom van verworven koopkracht zonder in Welvaart
te teren. Mate waarin de spanning tussen behoeften en
beperkte middelen is opgeheven.
Macro-economie
Niveau binnen de economie dat betrekking Welzijn
heeft op productie, consumptie en Mate van de bevrediging van behoeften die
overheidsgedrag van een land als geheel. niet afhankelijk zijn van schaars beschikbare
middelen.
Maximale behoeftebevrediging
Het maken van keuzes uit diverse
alternatieven die beperkt beschikbaar zijn.
Meso-economie
Niveau, het middenniveau, binnen de
economie dat betrekking heeft op de
economische processen in de bedrijfstak
waarin bedrijven opereren.
, 3
In dit hoofdstuk hebben we kennis gemaakt met enkele inleidende begrippen van de economie. Veel
voorkomende begrippen in de economie zijn:
❖ Schaarste;
❖ Behoeften: individuele en collectieve behoeften;
❖ Nutsmaximalisatie;
❖ Welvaart;
❖ Productiefactoren;
❖ Macro-, Meso- en Micro-economie;
❖ Economische orde.
De economische orde van een land zegt ons iets over de wijze waarop het economisch verkeer plaatsvindt.
Hier onderscheiden we 3 vormen:
❖ Centraal geleide planeconomie. In deze vorm is de planning van aanbod geheel gereguleerd door de
centrale overheid;
❖ Vrijemarkteconomie. In deze vorm is het alloceren van productiefactoren geheel overgelaten aan de vrije
markt, dus aanbieders en consumenten bepalen gezamenlijk waar behoefte aan is en wat er wordt
geproduceerd en afgenomen;
❖ Georiënteerde markteconomie. Deze vorm vinden we veel in westerse landen en houdt het midden
tussen de planeconomie en de vrijemarkteconomie. Het vrijemarktmechanisme speelt een belangrijke
rol, maar de overheid heeft hierin een nadrukkelijk regulerende rol.
Binnen de economie kennen we drie sectoren:
❖ Macro-economie: de economische processen binnen een land als geheel;
❖ Meso-economie: economische processen op bedrijfstakniveau;
❖ Micro-economie: economische processen op het individuele niveau van de consument en/of het bedrijf.
Binnen de economie hebben we te maken met grensgebieden die de economische wetenschap niet
onderzoekt, de data van de economie:
❖ De behoeften schema’s van de consumenten;
❖ De beschikbare hoeveelheden en kwaliteiten van de productiefactoren;
❖ De juridische en sociale organisatie/ordening van de maatschappij;
❖ De stand van de technische kennis;
❖ Omvang van de beroepsbevolking.
De stand van de economie kunnen we via indicatoren meetbaar maken. Er zijn twee soorten indicatoren:
❖ Binnenlandse indicatoren;
❖ Buitenlandse indicatoren.
