1. INDUSTRIËLE REVOLUTIE
=evolutie pre-industriële (voor 1750) naar industrieel
=Evolutie handenarbeid naar machines
➔ James Watt Machine, 1763-1764 > ‘startschot’ van vernieuwing
➔ Industriële revolutie > 1ste effect op
textielnijverheid Invloeden:
- Op producten
- Op België (textielnijverheid)
- Van landbouwer naar arbeider
- Nieuwe materialen en technieken
- Kinderarbeid
Steden evolueerde te snel: negatieve invloed op hygiëne en op vlak van samenwonen.
➔ Stijgende curve bij de bevolking, energieverbruik en CO2- uitstoot.
➔ 1ste helft 20ste eeuw= modernisme
➔ 2de helft 20ste eeuw= Post-modernisme
2. DE STIJL
2.1. Context
➔ Theo van Doesburg was op zoek naar nieuwe stijl door veranderde omgeving
en startte met magazine.
Visie: als men structuur heeft, ziet men meer positieve resultaten.
Invloeden:
- Industrie is vervuilend in steden
- Snel groeiende steden zorgt voor slechte
thuisvestiging Oprichting/Ontwikkeling:
- Politieke partijen en vakbonden worden opgericht
- WOI: nieuwe oorlog technieken worden ontwikkeld dankzij industriële revolutie
- Protestantisme: Opgericht in Nederland (sober esthetiek, geen kleur,
eenvoud, geen ronde vormen)
➔ Band tussen leven en kunst vernieuwen, op zoek
gaan naar nieuwe vormgeving/beeldspraak
De stijl (magazine 1917-1913) = eenvoudig, abstract &
rationaliteit (meetbaarheid)
➔ belangrijk aspect voor modernisme
1
, 2.2. Leden
2.2.1. Bart Van Der Leck
⇨ Van glas in lood naar
kunstschilder Kenmerken:
o Kleurvlakken, geen kleur mengen
o Altijd een verhaal in zijn schilderijen
o Abstract met lijnen
o Geometrische vormen
⇨ Beeldtaal is revolutionair
-Mijn Triptiek: mijnwerkers
2.2.2. Piet Mondriaan (schilder)
⇨ Altijd schilder geweest
⇨ Heeft inspiratie gehaald uit Parijs
Visie: Als iedereen de stijl deelde, zouden alle problemen opgelost zijn
Kenmerken:
o Experimenteren met kleuren en technieken
o Romantische taferelen
o Progressiever dan de rest
o Heeft evoluties van composities Evolutie van de grijze boom
o KUBISME
o Rood-geel-blauw
o Horizontale en verticale lijnen
o Jazz beïnvloedt zijn werk (New York)
o Heeft eigen atelier in Parijs
Hij wou iets strakker gaan schilderij en hij expe
rimenteerde al met composities. Hij
had ook al een idee welke kant zijn werk moest uitgaan. Vanaf dan ontwikkeld
hij zijn eigen schilderijen verder (kubisme). Mondriaan schroeft de voorstelling
uit elkaar en hij trekt ze recht, verbrokkelt ze. Hij maakt gebruik van stellige
kleuren (wit, grijs, oker). Die mogelijkheden gaat hij verder onderzoeken. Iets
helemaal opnieuw bedenken vanaf het begin is moeilijk en je ziet ook dat hij dat
hij dat niet doet. Hij gaat theoretisch nog meer nadenken over de mogelijkheden
van verticale en horizontale lijnen + Kleur rood, blauw, geel = strak. Elk schilderij
is een ontwikkeling.
!! EX: Evolutie figuratief naar abstract a.d.h.v Bart en Piet.
2.2.3. Gerrit Rietveld
2
, = Zoon meubelmaker
3