SUPRASEGMENTELE KENMERKEN
1 INLEIDING
Definitie suprasegmenteel
- Suprasegmenteel niveau bestudeert groepen klanken (woorden, uitingen) in plaats
van individuele klanken.
- Gaat om:
Geluidssterkte
Toonhoogte
Pauzes
Rekken van klanken
Intonatie
- Het variëren van spreektoonhoogte over reeksen sonoranten in een uiting
- Slechts twee toonhoogten worden gebruikt om betekenisverschillen aan te geven
De stemsterkte van spraak kan variëren om nadruk te leggen
De lengte van continuanten (rekbare klanken) en pauzes kan variëren
Variaties in intonatie, sterkte en duur maken betekenis duidelijker:
- Woordklemtonen: vb. in homofonen (bédelen-bedélen, voorkómen-vóórkomen)
- Zinsbouw: vb.het structureren van een zin (“De echte reden is en ik druk me
voorzichtig uit dat hij lui is!”)
- Communicatieve intentie: markeren van kernwoorden, onderscheid tussen vraag en
bevestiging
Prosodie: verzamelterm vr beklemtoning via intonantiesprongen, stemsterktepieken en
pauzes
2 SPRAAKSTERKTE
2.1 ALGEMEEN
Ademdruk en spraakklanken:
- De sterkte van spraakklanken wordt bepaald door de ademdruk die de spreker
gebruikt.
- Stemhebbende fragmenten:
Meer ademdruk → meer subglottale druk.
Optimale beweging van de stembanden + hogere subglottale druk → grotere
geluidssterkte en draagkracht.
1 INLEIDING
Definitie suprasegmenteel
- Suprasegmenteel niveau bestudeert groepen klanken (woorden, uitingen) in plaats
van individuele klanken.
- Gaat om:
Geluidssterkte
Toonhoogte
Pauzes
Rekken van klanken
Intonatie
- Het variëren van spreektoonhoogte over reeksen sonoranten in een uiting
- Slechts twee toonhoogten worden gebruikt om betekenisverschillen aan te geven
De stemsterkte van spraak kan variëren om nadruk te leggen
De lengte van continuanten (rekbare klanken) en pauzes kan variëren
Variaties in intonatie, sterkte en duur maken betekenis duidelijker:
- Woordklemtonen: vb. in homofonen (bédelen-bedélen, voorkómen-vóórkomen)
- Zinsbouw: vb.het structureren van een zin (“De echte reden is en ik druk me
voorzichtig uit dat hij lui is!”)
- Communicatieve intentie: markeren van kernwoorden, onderscheid tussen vraag en
bevestiging
Prosodie: verzamelterm vr beklemtoning via intonantiesprongen, stemsterktepieken en
pauzes
2 SPRAAKSTERKTE
2.1 ALGEMEEN
Ademdruk en spraakklanken:
- De sterkte van spraakklanken wordt bepaald door de ademdruk die de spreker
gebruikt.
- Stemhebbende fragmenten:
Meer ademdruk → meer subglottale druk.
Optimale beweging van de stembanden + hogere subglottale druk → grotere
geluidssterkte en draagkracht.