HET MODEL VAN LEVELT
1 Inleiding................................................................................................................................ 2
2 Algemeen............................................................................................................................. 2
2.1 Conceptualisator............................................................................................................ 3
2.2 Formulator..................................................................................................................... 3
2.2.1 Woorden vinden......................................................................................................4
2.2.2 Woorden ordenen...................................................................................................7
2.2.3 Woorden vormen.....................................................................................................7
Pagina | 1
, 1 INLEIDING
Proces van boodschapgeneratie en -interpretatie
Het model beschrijft de stappen die worden doorlopen bij het creëren en interpreteren
van een boodschap.
2 ALGEMEEN
Vanaf het moment dat een persoon de intentie heeft, tot wnr er klanken uit de mond
komen doorlopen de hersenen 3 verwerkingscomponenten in spraakproductie:
- Conceptualisator: start het proces door te bedenken wat men wil zeggen
- Formulator: zet concepten om in taalvormen zoals woorden en zinnen.
- Articulator: produceert de klanken die de boodschap uitdrukken.
Gebruikt kennis uit verschillende bronnen, zoals:
- Discourse model: de stijl van het betoog
- Wereldkennis.
- Eerder gezegde informatie in het gesprek
Productie van een uiting
- Start met het zoeken naar wat je wilt zeggen, concepten → wat we willen zeggen ligt
niet klaar in onze hersenen als woorden/zinnen
- Concepten bestaan uit kenmerken die voor iedereen gelijk kunnen zijn, maar per
persoon verschillend ingevuld kunnen worden
Vb van het concept "schaap":
- Universele kenmerken:
Levend wezen
Vier poten
Groter dan een kat, kleiner dan een giraffe
Geeft wol voor kleding
- Individuele interpretatie:
Mensen vullen kenmerken verschillend in:
1. Sommigen zien een wit schaap, anderen een bruin schaap.
2. Sommigen denken aan een geschoren schaap, anderen aan een schaap met
dikke vacht.
Pagina | 2
1 Inleiding................................................................................................................................ 2
2 Algemeen............................................................................................................................. 2
2.1 Conceptualisator............................................................................................................ 3
2.2 Formulator..................................................................................................................... 3
2.2.1 Woorden vinden......................................................................................................4
2.2.2 Woorden ordenen...................................................................................................7
2.2.3 Woorden vormen.....................................................................................................7
Pagina | 1
, 1 INLEIDING
Proces van boodschapgeneratie en -interpretatie
Het model beschrijft de stappen die worden doorlopen bij het creëren en interpreteren
van een boodschap.
2 ALGEMEEN
Vanaf het moment dat een persoon de intentie heeft, tot wnr er klanken uit de mond
komen doorlopen de hersenen 3 verwerkingscomponenten in spraakproductie:
- Conceptualisator: start het proces door te bedenken wat men wil zeggen
- Formulator: zet concepten om in taalvormen zoals woorden en zinnen.
- Articulator: produceert de klanken die de boodschap uitdrukken.
Gebruikt kennis uit verschillende bronnen, zoals:
- Discourse model: de stijl van het betoog
- Wereldkennis.
- Eerder gezegde informatie in het gesprek
Productie van een uiting
- Start met het zoeken naar wat je wilt zeggen, concepten → wat we willen zeggen ligt
niet klaar in onze hersenen als woorden/zinnen
- Concepten bestaan uit kenmerken die voor iedereen gelijk kunnen zijn, maar per
persoon verschillend ingevuld kunnen worden
Vb van het concept "schaap":
- Universele kenmerken:
Levend wezen
Vier poten
Groter dan een kat, kleiner dan een giraffe
Geeft wol voor kleding
- Individuele interpretatie:
Mensen vullen kenmerken verschillend in:
1. Sommigen zien een wit schaap, anderen een bruin schaap.
2. Sommigen denken aan een geschoren schaap, anderen aan een schaap met
dikke vacht.
Pagina | 2