1-7
H2 stromingen in de psychologie en psychotherapie
1. Stromingen in de psychologie
Inleiding:
= Theoretische onderzoekscholen hebben elk vanuit hun “model” het menselijk gedrag
bestudeerd. Elke model/ elke theorie geeft namelijk een mogelijke afspiegeling van een deel
v.d. werkelijkheid. Elke individu draagt zijn eigen bril en ziet ook alles met zijn bril. Met de ene
bril worden andere aspecten van de werkelijkheid benadrukt dan met de andere bril op. En
van elke situatie kan er een bril gekozen worden die het best bij past naar jouw situatie toe.
➔ Elke school heeft echter een belangrijke bijdragen geleverd tot het ontstaan van de
moderne psychologie. (heeft nog steeds een belangrijke invloed op de psychologie
van vandaag)
Belangrijke theoretische stromingen:
➔ Structuralisme:
= Kritisch redeneren over je zelf. Hun doel was om “structuur v.d. bewuste menselijke
ervaringen te ontleden”.
Identificeerden in 3 hoofdcomponenten van de bewuste ervaring:
o Sensaties.
o Beelden.
o Gevoelens.
= deze drie elementen gecombineerd werden tot de normale, bewuste
ervaring.
Oudste school (eind 1920 begin 20ste eeuw).
➔ Functionalisme:
= Geïnteresseerd in het gebruik v.d. menselijke geest en de mentale processen. Ze
hebben een voorkeur voor praktische problemen en bestudeerden van mentale
activiteiten en gedrag in hun natuurlijke context.
Bv. Ze hebben de IQ test ontwikkeld voor kinderen zodat ze kunnen worden ingedeeld
in groepjes volgens hun IQ.
➔ Behaviorisme:
= Behaviorisme gaat over de verschillende soorten en manieren van onderzoek i.d.
psychologie. Verklaard al het gedrag aan de hand van externe factoren en let niet op
de vrije wil van de mensen. Behaviorisme wilt het gedrag verklaren.
L.Bh
1ste Semester
1Ba Verpleegkunde
2024 - 2025 Psycho - sociale wetenschapen 1
, 2-7
John Watson:
o Eerste behaviorist.
= Vond dat je een gedrag/ gevoelens kon beïnvloeden door zijn omgeving.
Innerlijke toestanden noemde hij:
= “BLACK BOX”.
Focus op gedrag door:
= S (stimulus) - R (respons) - schema.
(Stimulus of een prikkel is een verandering in de uitwendige of inwendige
omgeving waarop een organisme reageert via een Respons.)
Skinner:
o Werd gezien als een radicale behaviorist.
= Ging er vanuit dat al het gedrag werd aangeleerd en kon worden beïnvloed
door zijn omgeving.
➔ Gestaltpsychologie:
= Mensen nemen de wereld waar in gehelen en getalen.
Van het Duits “gestalt”:
o Geheel.
o Patroon.
o Organisatie.
= De Gestaltpsychologie ziet de geest en het gedrag als één geheel.
➔ Psychoanalyse:
= Het belang van onbewuste krachten bij het ontstaan van persoonlijkheidsverschillen
en mentale stoornissen staat centraal in psychoanalyse.
Oprichter:
o Sigmund Freud (1856 – 1939):
= Zijn onderzoekdoel was om persoonlijkheid te begrijpen en normale/
abnormale gedrag te begrijpen.
L.Bh
1ste Semester
1Ba Verpleegkunde
2024 - 2025 Psycho - sociale wetenschapen 1
H2 stromingen in de psychologie en psychotherapie
1. Stromingen in de psychologie
Inleiding:
= Theoretische onderzoekscholen hebben elk vanuit hun “model” het menselijk gedrag
bestudeerd. Elke model/ elke theorie geeft namelijk een mogelijke afspiegeling van een deel
v.d. werkelijkheid. Elke individu draagt zijn eigen bril en ziet ook alles met zijn bril. Met de ene
bril worden andere aspecten van de werkelijkheid benadrukt dan met de andere bril op. En
van elke situatie kan er een bril gekozen worden die het best bij past naar jouw situatie toe.
➔ Elke school heeft echter een belangrijke bijdragen geleverd tot het ontstaan van de
moderne psychologie. (heeft nog steeds een belangrijke invloed op de psychologie
van vandaag)
Belangrijke theoretische stromingen:
➔ Structuralisme:
= Kritisch redeneren over je zelf. Hun doel was om “structuur v.d. bewuste menselijke
ervaringen te ontleden”.
Identificeerden in 3 hoofdcomponenten van de bewuste ervaring:
o Sensaties.
o Beelden.
o Gevoelens.
= deze drie elementen gecombineerd werden tot de normale, bewuste
ervaring.
Oudste school (eind 1920 begin 20ste eeuw).
➔ Functionalisme:
= Geïnteresseerd in het gebruik v.d. menselijke geest en de mentale processen. Ze
hebben een voorkeur voor praktische problemen en bestudeerden van mentale
activiteiten en gedrag in hun natuurlijke context.
Bv. Ze hebben de IQ test ontwikkeld voor kinderen zodat ze kunnen worden ingedeeld
in groepjes volgens hun IQ.
➔ Behaviorisme:
= Behaviorisme gaat over de verschillende soorten en manieren van onderzoek i.d.
psychologie. Verklaard al het gedrag aan de hand van externe factoren en let niet op
de vrije wil van de mensen. Behaviorisme wilt het gedrag verklaren.
L.Bh
1ste Semester
1Ba Verpleegkunde
2024 - 2025 Psycho - sociale wetenschapen 1
, 2-7
John Watson:
o Eerste behaviorist.
= Vond dat je een gedrag/ gevoelens kon beïnvloeden door zijn omgeving.
Innerlijke toestanden noemde hij:
= “BLACK BOX”.
Focus op gedrag door:
= S (stimulus) - R (respons) - schema.
(Stimulus of een prikkel is een verandering in de uitwendige of inwendige
omgeving waarop een organisme reageert via een Respons.)
Skinner:
o Werd gezien als een radicale behaviorist.
= Ging er vanuit dat al het gedrag werd aangeleerd en kon worden beïnvloed
door zijn omgeving.
➔ Gestaltpsychologie:
= Mensen nemen de wereld waar in gehelen en getalen.
Van het Duits “gestalt”:
o Geheel.
o Patroon.
o Organisatie.
= De Gestaltpsychologie ziet de geest en het gedrag als één geheel.
➔ Psychoanalyse:
= Het belang van onbewuste krachten bij het ontstaan van persoonlijkheidsverschillen
en mentale stoornissen staat centraal in psychoanalyse.
Oprichter:
o Sigmund Freud (1856 – 1939):
= Zijn onderzoekdoel was om persoonlijkheid te begrijpen en normale/
abnormale gedrag te begrijpen.
L.Bh
1ste Semester
1Ba Verpleegkunde
2024 - 2025 Psycho - sociale wetenschapen 1