NEDERLANDS 1
OPBOUW SAMENVATTING
- Taalverwerving
- eentalige ontwikkeling
- meertalige ontwikkeling
- 7 principes van krachtig onderwijs
- Didactiek Mondelinge taalvaardigheid
(spreken en luisteren)
- houd rekening met beginsituatie
- vertrek vanuit doelen
- kies een doordachte didactiek
- Didactiek spreken
- Didactiek luisteren /
luistervaardigheden
- Didactiek taalbeschouwing
- Talensensibilisering
,TAALVERWERVING
Voorwaarden voor taalverwerving → Volop Taal p59-66
- input: taalaanbod
- output: taalproductiekansen
- interactiekansen
- feedback
Input: het belang van taalaanbod
- 1e 4-5 jaar leren kinderen de belangrijkste regels van T1 → dat kan enkel als er voldoende
taalaanbod is → voorwaarden:
- woorden vaak aanbieden
- betekenisvol: inspelen op interesses v. kind
- nieuwe elementen: net iets boven het niveau = ‘zone van de naaste ontwikkeling’
Output: taalproductiekansen (= ‘spreekkansen’)
- wnr je bepaalde gesprekken vaak voert of vaak praat over bepaalde onderwerpen, zal je hier
steeds beter in worden
Kwaliteitsvolle Interactiekansen
- welk type leerling (stille of actieve leerling) heeft minste/meeste kans op een kwaliteitsvolle
interactie in de klas?
- onderzoek nr klasinteractie toont aan dat de beurtverdeling in veel klassen erg ongelijk is
- sterke samenhang tss de mate waarin lln participeren en hun vooruitgang op vlak van
taalvaardigheid
Feedback
- opbouwende feedback op vorm en inhoud
- bv knap dat je dat weet!
- bv dat heb je goed gezegd!
Belang van motivatie en sociaal-emotionele factoren
- onderzoek: positieve associaties en emoties bevorderen het taalleerproces
- hoe kan een leerkracht daarvoor zorgen?
- bv complimentjes geven
- bv succeservaringen geven
- bv warme relatie hebben met je kinderen, positief en veilig klasklimaat creëren
De leerkracht maakt het verschil
- warme en veilig relatie met de kinderen
- motiverende activiteiten ⇒ instrinsieke motivatie
Extrinsieke motivatie = je doet iets vanwege externe factoren (bv kinderen doen hun best voor een
sticker)
Instrinsieke motiviatie = je doet iets omdat je het leuk vindt
,Eentalige ontwikkeling
Taalontwikkeling
- begint bij geboorte
- voltooid rond 12 jaar
Tempo waarop kinderen hun moedertaal verwerven hangt af van:
- aanleg vr taal
- vermogen tot leren
- luistervaardigheid
- snelheid v. motorische capaciteiten
4 fasen v. taalontwikkeling bij eentalige kinderen = eentalige ontwikkeling
1. prelinguale periode
2. vroeglinguale periode
3. differentiatiefase
4. voltooiingsfase
4 fasen v. taalontwikkeling bij eentalige kinderen
1. prelinguale periode → tot 1 jaar
- communicatie zonder woorden
- wel door:
- glimlachen
- voorwerpen manipuleren
- brabbelen → eerst door open klinkers te gebruiken (eerst dezelfde klinker,
daarna versch klinkers), daarna ook medeklinkers, daarna echt brabbelen,
eerst repetitief brabbelen, daarne gevarieerd brabbelen
- huilen
- kijken
- bewegen
- luisteren
2. vroeglinguale periode → 1 jaar - 2,5 jaar
- éénwoordfase:
- woorden uit onmiddellijke omgeving van kind
- bv ‘au, bah, poe’
- eerste 50 woorden komen eerder traag op gang
- tweewoorduitingen:
- om verband uit te drukken
- bv ‘kijk, poe’, ‘papa kom’
- meerwoordszinnen
- +- 2 jaar
- zinnen in telegramstijl
- bestaat uit zelfstandige naamwoorden en werkwoorden
- zinnen van 3 tot 5 woorden zonder vervoegingen
3. differentiatiefase → 2,5 - 5 jaar (gaan naar kleuterklas)
- 2,5 jaar: vaak problemen met klanken /s/ en /r/
- weglaten van klanken (bv ‘ba’, ‘toel’ ipv ‘bal’, ‘stoel’)
- woordenschat groeit exponentiel / enorm
- overextensie: ze gaan een woord in een bredere context gebruiken (bv ‘hond’
zeggen voor alle dieren)
- neologismen = zelf woorden uitvinden (bv spiegelpapier ipv aluminiumfolie)
- zinnen w vollediger:
- lidwoorden
- voorzetsels
- meervouden/verkleinwoorden
- samenstellingen
- verleden tijd…
, → overregulatie: een regel die ze ontdekken, passen ze op alles toe (bv ze denken
dat de verleden tijd gwn +te is, dus ze passen dit toe op alle werkwoorden, dus ook
op de sterke ww zoals ‘ik loopte’) ⇒ impliciet verbeteren = op een natuurlijke manier
het herhalen op de juiste manier
- denken na over taal (metalinguïstisch bewustzijn) ⇒ ze rijmen graag
4. voltooiingsfase → 5+ jaar (vanaf 1e leerjaar)
- verwerven schriftelijke taal: lezen en schrijven gebeurt niet natuurlijk, dit moet
aangeleerd w
- fonologische ontwikkeling rond zich af: alle klanken w correct gebruikt
- woordenschat: ze leren ook:
- bijwoorden en bijvoeglijke naamwoorden die een modaliteit weergeven (bv
misschien, zeker)
- werkwoorden die standpunt van spreker in twijfel trekken (bv geloven,
betwijfelen)
- meeste regels zijn gekend
- syntactische regels: bv congruentie onderwerp-pv (bv je bent, jullie zijn)
- morfologische regels: bv vervoeging van werkwoorden, verbuigingen van
bijvoeglijke naamwoorden (bv de gele deur)
- gebruiken taal als middel om hun fantasie en creativiteit te uiten
Meertalige ontwikkeling
Def meertaligheid = een meertalig persoon is iemand die 2 of meer talen begrijpt en gebruikt
Hoeveel procent vd wereldbevolking is meertalig? 70-80%
Hoeveel kinderen in het Vlaamse onderwijs hebben niet-Nederlandse thuistaal? 23%
→ vgl 2012-2013 tov 2020-2024
- thuistaal niet Nederlands: gestegen
- laag opleidingsniveau moeder: hetzelfde gebleven
- schooltoeslag/schooltoelage: gestegen
- buurt met hoge mate schoolse vertraling: hetzelfde gebleven
Hoeveel kinderen in Brussels Gewest hebben niet-Nederlandse thuistaal? 76%
Stellingenspel
→ spelregels:
- anderen laten uitspreken
- actief luisteren
- niet negatief uitvallen tegenover anderen
Verbieden van de thuistaal
- niet mogelijk om alle thuistalen te begrijpen
- wel openstaan vr meertaligheid → zien als meerwaarde → plaats geven in lessen → lln
voelen zich aanvaard
- ‘To reject a child’s language in the school is to reject the child’
- taal en identiteit = heel nauw verbonden
- kinderen zullen minder actief participeren aan het klasgebeuren als ze voelen dat hun
thuistaal niet aanvaard wordt
- welbevinden is de basis vr een goede ontwikkeling → dus kinderen aanvaarden met hun hele
identiteit en achtergrond → dus positief omgaan met thuistaal
Vormt aandacht voor de thuistaal een belemmering voor het Nederlands?
- integendeel, kinderen leren makkelijker een nieuwe taal als ze een goede basis hebben in
hun thuistaal
- het kind bouwt namelijk voort op de fundamenten die het al in de moedertaal verworven had
OPBOUW SAMENVATTING
- Taalverwerving
- eentalige ontwikkeling
- meertalige ontwikkeling
- 7 principes van krachtig onderwijs
- Didactiek Mondelinge taalvaardigheid
(spreken en luisteren)
- houd rekening met beginsituatie
- vertrek vanuit doelen
- kies een doordachte didactiek
- Didactiek spreken
- Didactiek luisteren /
luistervaardigheden
- Didactiek taalbeschouwing
- Talensensibilisering
,TAALVERWERVING
Voorwaarden voor taalverwerving → Volop Taal p59-66
- input: taalaanbod
- output: taalproductiekansen
- interactiekansen
- feedback
Input: het belang van taalaanbod
- 1e 4-5 jaar leren kinderen de belangrijkste regels van T1 → dat kan enkel als er voldoende
taalaanbod is → voorwaarden:
- woorden vaak aanbieden
- betekenisvol: inspelen op interesses v. kind
- nieuwe elementen: net iets boven het niveau = ‘zone van de naaste ontwikkeling’
Output: taalproductiekansen (= ‘spreekkansen’)
- wnr je bepaalde gesprekken vaak voert of vaak praat over bepaalde onderwerpen, zal je hier
steeds beter in worden
Kwaliteitsvolle Interactiekansen
- welk type leerling (stille of actieve leerling) heeft minste/meeste kans op een kwaliteitsvolle
interactie in de klas?
- onderzoek nr klasinteractie toont aan dat de beurtverdeling in veel klassen erg ongelijk is
- sterke samenhang tss de mate waarin lln participeren en hun vooruitgang op vlak van
taalvaardigheid
Feedback
- opbouwende feedback op vorm en inhoud
- bv knap dat je dat weet!
- bv dat heb je goed gezegd!
Belang van motivatie en sociaal-emotionele factoren
- onderzoek: positieve associaties en emoties bevorderen het taalleerproces
- hoe kan een leerkracht daarvoor zorgen?
- bv complimentjes geven
- bv succeservaringen geven
- bv warme relatie hebben met je kinderen, positief en veilig klasklimaat creëren
De leerkracht maakt het verschil
- warme en veilig relatie met de kinderen
- motiverende activiteiten ⇒ instrinsieke motivatie
Extrinsieke motivatie = je doet iets vanwege externe factoren (bv kinderen doen hun best voor een
sticker)
Instrinsieke motiviatie = je doet iets omdat je het leuk vindt
,Eentalige ontwikkeling
Taalontwikkeling
- begint bij geboorte
- voltooid rond 12 jaar
Tempo waarop kinderen hun moedertaal verwerven hangt af van:
- aanleg vr taal
- vermogen tot leren
- luistervaardigheid
- snelheid v. motorische capaciteiten
4 fasen v. taalontwikkeling bij eentalige kinderen = eentalige ontwikkeling
1. prelinguale periode
2. vroeglinguale periode
3. differentiatiefase
4. voltooiingsfase
4 fasen v. taalontwikkeling bij eentalige kinderen
1. prelinguale periode → tot 1 jaar
- communicatie zonder woorden
- wel door:
- glimlachen
- voorwerpen manipuleren
- brabbelen → eerst door open klinkers te gebruiken (eerst dezelfde klinker,
daarna versch klinkers), daarna ook medeklinkers, daarna echt brabbelen,
eerst repetitief brabbelen, daarne gevarieerd brabbelen
- huilen
- kijken
- bewegen
- luisteren
2. vroeglinguale periode → 1 jaar - 2,5 jaar
- éénwoordfase:
- woorden uit onmiddellijke omgeving van kind
- bv ‘au, bah, poe’
- eerste 50 woorden komen eerder traag op gang
- tweewoorduitingen:
- om verband uit te drukken
- bv ‘kijk, poe’, ‘papa kom’
- meerwoordszinnen
- +- 2 jaar
- zinnen in telegramstijl
- bestaat uit zelfstandige naamwoorden en werkwoorden
- zinnen van 3 tot 5 woorden zonder vervoegingen
3. differentiatiefase → 2,5 - 5 jaar (gaan naar kleuterklas)
- 2,5 jaar: vaak problemen met klanken /s/ en /r/
- weglaten van klanken (bv ‘ba’, ‘toel’ ipv ‘bal’, ‘stoel’)
- woordenschat groeit exponentiel / enorm
- overextensie: ze gaan een woord in een bredere context gebruiken (bv ‘hond’
zeggen voor alle dieren)
- neologismen = zelf woorden uitvinden (bv spiegelpapier ipv aluminiumfolie)
- zinnen w vollediger:
- lidwoorden
- voorzetsels
- meervouden/verkleinwoorden
- samenstellingen
- verleden tijd…
, → overregulatie: een regel die ze ontdekken, passen ze op alles toe (bv ze denken
dat de verleden tijd gwn +te is, dus ze passen dit toe op alle werkwoorden, dus ook
op de sterke ww zoals ‘ik loopte’) ⇒ impliciet verbeteren = op een natuurlijke manier
het herhalen op de juiste manier
- denken na over taal (metalinguïstisch bewustzijn) ⇒ ze rijmen graag
4. voltooiingsfase → 5+ jaar (vanaf 1e leerjaar)
- verwerven schriftelijke taal: lezen en schrijven gebeurt niet natuurlijk, dit moet
aangeleerd w
- fonologische ontwikkeling rond zich af: alle klanken w correct gebruikt
- woordenschat: ze leren ook:
- bijwoorden en bijvoeglijke naamwoorden die een modaliteit weergeven (bv
misschien, zeker)
- werkwoorden die standpunt van spreker in twijfel trekken (bv geloven,
betwijfelen)
- meeste regels zijn gekend
- syntactische regels: bv congruentie onderwerp-pv (bv je bent, jullie zijn)
- morfologische regels: bv vervoeging van werkwoorden, verbuigingen van
bijvoeglijke naamwoorden (bv de gele deur)
- gebruiken taal als middel om hun fantasie en creativiteit te uiten
Meertalige ontwikkeling
Def meertaligheid = een meertalig persoon is iemand die 2 of meer talen begrijpt en gebruikt
Hoeveel procent vd wereldbevolking is meertalig? 70-80%
Hoeveel kinderen in het Vlaamse onderwijs hebben niet-Nederlandse thuistaal? 23%
→ vgl 2012-2013 tov 2020-2024
- thuistaal niet Nederlands: gestegen
- laag opleidingsniveau moeder: hetzelfde gebleven
- schooltoeslag/schooltoelage: gestegen
- buurt met hoge mate schoolse vertraling: hetzelfde gebleven
Hoeveel kinderen in Brussels Gewest hebben niet-Nederlandse thuistaal? 76%
Stellingenspel
→ spelregels:
- anderen laten uitspreken
- actief luisteren
- niet negatief uitvallen tegenover anderen
Verbieden van de thuistaal
- niet mogelijk om alle thuistalen te begrijpen
- wel openstaan vr meertaligheid → zien als meerwaarde → plaats geven in lessen → lln
voelen zich aanvaard
- ‘To reject a child’s language in the school is to reject the child’
- taal en identiteit = heel nauw verbonden
- kinderen zullen minder actief participeren aan het klasgebeuren als ze voelen dat hun
thuistaal niet aanvaard wordt
- welbevinden is de basis vr een goede ontwikkeling → dus kinderen aanvaarden met hun hele
identiteit en achtergrond → dus positief omgaan met thuistaal
Vormt aandacht voor de thuistaal een belemmering voor het Nederlands?
- integendeel, kinderen leren makkelijker een nieuwe taal als ze een goede basis hebben in
hun thuistaal
- het kind bouwt namelijk voort op de fundamenten die het al in de moedertaal verworven had