uitspraaktekens:
vb:
een van de studenten heeft zijn cursus vergeten
één van de studenten heeft zijn cursus vergeten
scheidbaar woord:
→ vaak te zien aan voorzetsel
vb:
hij heeft het opgegeven
hij heeft het op gegeven
MAAR:
hij geeft het op
hij opgeeft het
ik had het drie keer uitgelegd
ik had het drie keer uit gelegd
aan/van elkaar schrijven:
samen gaan we op zoek naar de oplossing
samen gaan we opzoek naar de oplossing
MAAR:
wil je dat ik het adres eens opzoek
hoofdletters:
deze dienst is vrijgesteld van btw
deze dienst is vrijgesteld van BTW
contaminatie: 2 woorden/uitdrukkingen met een verwante betekenis worden door elkaar
gehaald, waardoor een nieuw woord ontstaat/verkeerde uitdrukking
vb:
- verexcuseren: excuseren of verontschuldigen
- optelefoneren: opbellen of telefoneren
pleonasme: eigenschap die onlosmakelijk verbonden is met het genoemde wordt nog eens
in een bepaling uitgedrukt
→ stijlfiguur
vb:
- ronde cirkel
- witte sneeuw
tautologie: noemt een begrip 2 keer of meer
→ 2 woorden van zelfde woordsoort
→ stijlfiguur
vb:
- gasten en genodigden
- voor eeuwig en altijd
dubbele negatie: 2 ontkenningen in 1 zin
vb:
1
, - ik ga nooit geen huis kopen
- we willen voorkomen dat zo een incident niet meer gebeurd
malapropisme: verhaspelen van een woord of uitdrukking
vb:
- daar kraait geen hond: ipv haan
- een saaie bedoeling: ipv bedoening
incongruentie: getalsfout, enkelvoudig onderwerp wordt gecombineerd met een
meervoudige persoonsvorm of omgekeerd
vb:
- een aantal mensen zijn
→ aantal mensen is
- social media heeft veel invloed
→ social media hebben veel invloed
BEELDSPRAAK:
vergelijking: beeldspraak waarbij zaken met elkaar in verband gebracht worden, vanwege
een bepaalde overeenkomst
→ er staat een vergelijkend woord
vb:
- zo ziek als een hond
- zoals een leeuw haar jongen verzorgt
metafoor: beeldspraak met een impliciete onuitgesproken vergelijking
→ geen vergelijkend woord
vb:
- hersentumoren zijn sluipmoordenaars
- het leven is geen ponykamp
personificatie: beeldspraak waarbij menselijke eigenschappen aan een levenloos voorwerp
toegeschreven wordt
vb:
- de muren luisteren mee
- big tech bezorgt ons een brokkelbrein
ellips: zin waarin het onderwerp of persoonsvorm of beide ontbreken
vb:
- wordt vervolgd.
- buiten!
retorische vraag: vraag waar men geen antwoord op verwacht
vb:
- wie stemt nu op die partij?
- zijn we niet allemaal zondaars?
vaag taalgebruik: vage begrippen van tijd, hoeveelheid, plaats,...
vb:
- enkele studenten namen deel aan het onderzoek
- een aantal mensen hadden kritiek op de nieuwe workflow
2
vb:
een van de studenten heeft zijn cursus vergeten
één van de studenten heeft zijn cursus vergeten
scheidbaar woord:
→ vaak te zien aan voorzetsel
vb:
hij heeft het opgegeven
hij heeft het op gegeven
MAAR:
hij geeft het op
hij opgeeft het
ik had het drie keer uitgelegd
ik had het drie keer uit gelegd
aan/van elkaar schrijven:
samen gaan we op zoek naar de oplossing
samen gaan we opzoek naar de oplossing
MAAR:
wil je dat ik het adres eens opzoek
hoofdletters:
deze dienst is vrijgesteld van btw
deze dienst is vrijgesteld van BTW
contaminatie: 2 woorden/uitdrukkingen met een verwante betekenis worden door elkaar
gehaald, waardoor een nieuw woord ontstaat/verkeerde uitdrukking
vb:
- verexcuseren: excuseren of verontschuldigen
- optelefoneren: opbellen of telefoneren
pleonasme: eigenschap die onlosmakelijk verbonden is met het genoemde wordt nog eens
in een bepaling uitgedrukt
→ stijlfiguur
vb:
- ronde cirkel
- witte sneeuw
tautologie: noemt een begrip 2 keer of meer
→ 2 woorden van zelfde woordsoort
→ stijlfiguur
vb:
- gasten en genodigden
- voor eeuwig en altijd
dubbele negatie: 2 ontkenningen in 1 zin
vb:
1
, - ik ga nooit geen huis kopen
- we willen voorkomen dat zo een incident niet meer gebeurd
malapropisme: verhaspelen van een woord of uitdrukking
vb:
- daar kraait geen hond: ipv haan
- een saaie bedoeling: ipv bedoening
incongruentie: getalsfout, enkelvoudig onderwerp wordt gecombineerd met een
meervoudige persoonsvorm of omgekeerd
vb:
- een aantal mensen zijn
→ aantal mensen is
- social media heeft veel invloed
→ social media hebben veel invloed
BEELDSPRAAK:
vergelijking: beeldspraak waarbij zaken met elkaar in verband gebracht worden, vanwege
een bepaalde overeenkomst
→ er staat een vergelijkend woord
vb:
- zo ziek als een hond
- zoals een leeuw haar jongen verzorgt
metafoor: beeldspraak met een impliciete onuitgesproken vergelijking
→ geen vergelijkend woord
vb:
- hersentumoren zijn sluipmoordenaars
- het leven is geen ponykamp
personificatie: beeldspraak waarbij menselijke eigenschappen aan een levenloos voorwerp
toegeschreven wordt
vb:
- de muren luisteren mee
- big tech bezorgt ons een brokkelbrein
ellips: zin waarin het onderwerp of persoonsvorm of beide ontbreken
vb:
- wordt vervolgd.
- buiten!
retorische vraag: vraag waar men geen antwoord op verwacht
vb:
- wie stemt nu op die partij?
- zijn we niet allemaal zondaars?
vaag taalgebruik: vage begrippen van tijd, hoeveelheid, plaats,...
vb:
- enkele studenten namen deel aan het onderzoek
- een aantal mensen hadden kritiek op de nieuwe workflow
2