De Velder)
Inhoudsopgave
Economie vandaag (Ivan De Cnuydt & Sonia De Velder)...................................1
1. Introductie.................................................................................................................. 2
1.1 Doel van de economische wetenschap..................................................................2
1.2 Welvaart & Welzijn................................................................................................2
1.3 Soorten goederen & diensten................................................................................2
1.4 Consumptie & productie........................................................................................ 4
1.5 Ceteris paribus-clausule........................................................................................4
1.6 Micro-, meso-, macro-economie............................................................................4
H1: Consumenten........................................................................................................... 5
1.1 Keuze van de optimale goederencombinatie.........................................................5
1.2 De prijsvraagcurve................................................................................................ 7
1.4 De elasticiteit van de vraag...................................................................................8
1.6 Meting van de prijzen.......................................................................................... 10
H2: Producenten........................................................................................................... 11
2.1 Bepaling van optimale productiegrootte.............................................................11
2.2 Wet van toe- en afnemende meeropbrengst.......................................................12
2.3 Het kostenverloop............................................................................................... 12
2.4 Opbrengstenverloop bij volkomen concurrentie..................................................13
2.5 Optimale productiegrootte bij volkomen concurrentie.........................................13
2.6 De afleiding van de aanbodcurve........................................................................14
1
, 1. Introductie
1.1 Doel van de economische wetenschap
Economie keuzes maken (economische wetenschap = op een
gefundeerde manier voorspellingen maken omtrent de keuzes van de
consument)
- de wetenschap die bestudeert hoe de mens met schaarse
middelen handelt om zijn behoeften (goederen & diensten) te
bevredigen
- de studie van het menselijk streven naar bevrediging van
behoeften met behulp van schaarse middelen
behoeftes = Het aanvoelen van een tekort en het streven dit tekort te
bevredigen
- Primaire behoeften bv. eten/drinken/dak
- Materiele (bv. gsm) vs immateriele behoeftes (bv. vrienschap)
- Individuele vs collectieve behoeftes (wegen, OV)
Schaarse middelen = verlangde Q > beschikbare Q indien gratis ter
beschikking
- Doordat producten niet gratis weggegevn worden, onstaat er een
prijs en een markt
Keuzeprobleem = met gegeven middelen een maximale
behoeftebevrediging bereiken
- NUT mate van behoeftebevrediging (voor iedereen anders)
- Economisch principe mens tracht met zijn beschikbare
middelen zo te kiezen dat hij max. behoeftenbevrediging bereikt.
1.2 Welvaart & Welzijn
Welvaart = De mate waarin mensen met de beschikbare schaarse
middelen in hun behoeften kunnen voorzien.
Welzijn = Gevoel van welbevinden. Bevrediging van verlangens (bv.
vriendschap) die geen beslag leggen op schaarse middelen.
Geen 1 op 1 relatie, maar vaak gerelateerd
Kritiek omdat economie nog te vaak focust op welvaart
1.3 Soorten goederen & diensten
Vrije goederen (= niet schaarse goederen) bv. Zuurstof
Economische goederen (= schaarse goederen)
- Zuiver individuele goederen Vaak bij privébedrijven bv. laptop,
kleding
- Quasi collectieve goederen vaak overheid (bij gebruik, betaal
je) bv. Stadfiets
- Zuiver collectieve goederen Overheid regelt aanbod bv.
wegennet (niet gratis bv. Belastingen
2