Hoe komt de prijs op een competitieve markt tot
stand? (p.8-31)
Explore 1: Wat is een perfect competitieve markt?
● Vraag en aanbod gaat uit van een perfect competitieve markt:
- Bedrijven zijn prijsnemers → Collectieve vraagprijs voor een bepaald product →
prijs kan niet zomaar worden verhoogd → er zijn concurrenten
- Consumenten zijn prijsnemers → Collectieve aanbodprijs voor een bepaald
product → consument kan geen lagere prijs eisen → er zijn veel vragers
→ Competitive markt = alleen mogelijk met homogene producten → er moeten
concurrenten zijn, vrije toegang (open markt),
- Winstmaximalisatie: Prijs = marginale opbrengsten (extra opbrengsten per
geproduceerde eenheid) = ΔTO/ΔQ = Marginale kosten
, Explore 2: Hoe ontstaat de individuele vraagcurve?
● Consument wilt een zo groot nut (tevredenheid) hebben → hoe meer hij kan
kopen, hoe ↑ zijn nut
- Indifferentiecurve geeft voorkeur v/e consument voor 2 producten weer → alle
goederenbundels (combinaties) die hetzelfde nut opleveren → “indifferent” →
meerdere combinaties mogelijk
- Hoe verder de curve v/d oorsprong ligt → hoe ↑ het nut
- Nut is maximaal waar de curve de budgetlijn raakt
Explore 3: Hoe ontstaat de collectieve of marktvraagcurve?
Collectieve vraagcurve = horizontale som v/d individuele vraagcurve v/e groep
consumenten v/e bepaalde markt.
stand? (p.8-31)
Explore 1: Wat is een perfect competitieve markt?
● Vraag en aanbod gaat uit van een perfect competitieve markt:
- Bedrijven zijn prijsnemers → Collectieve vraagprijs voor een bepaald product →
prijs kan niet zomaar worden verhoogd → er zijn concurrenten
- Consumenten zijn prijsnemers → Collectieve aanbodprijs voor een bepaald
product → consument kan geen lagere prijs eisen → er zijn veel vragers
→ Competitive markt = alleen mogelijk met homogene producten → er moeten
concurrenten zijn, vrije toegang (open markt),
- Winstmaximalisatie: Prijs = marginale opbrengsten (extra opbrengsten per
geproduceerde eenheid) = ΔTO/ΔQ = Marginale kosten
, Explore 2: Hoe ontstaat de individuele vraagcurve?
● Consument wilt een zo groot nut (tevredenheid) hebben → hoe meer hij kan
kopen, hoe ↑ zijn nut
- Indifferentiecurve geeft voorkeur v/e consument voor 2 producten weer → alle
goederenbundels (combinaties) die hetzelfde nut opleveren → “indifferent” →
meerdere combinaties mogelijk
- Hoe verder de curve v/d oorsprong ligt → hoe ↑ het nut
- Nut is maximaal waar de curve de budgetlijn raakt
Explore 3: Hoe ontstaat de collectieve of marktvraagcurve?
Collectieve vraagcurve = horizontale som v/d individuele vraagcurve v/e groep
consumenten v/e bepaalde markt.